‘Mocht ik 25 zijn, ik zou opnieuw voor het klooster kiezen’
De Sint-Godelieveabdij in Brugge viert dit jaar haar 400ste verjaardag. Om dat te vieren is er op 8 juli een betekenisvolle wandeling, waar iedereen aan kan deelnemen: Weg van de zusters. Het is een eenmalige belevingstocht van Abdij Ten Putte in Gistel – de historische plaats waar Godelieve werd vermoord – naar de Sint-Godelieveabdij in Brugge. Bij de start, onderweg en bij de aankomst kom je meer te weten over de spiritualiteit en de rijke geschiedenis van de zusters Benedictinessen. Op www.wegvandezusters.be vind je meer info over de tocht en kun je je inschrijven.
Zuster Sabien, de laatste abdis van de Sint-Godelieveabdij, geeft de wandelaars alvast deze boodschap mee: Ik hoop dat ze, zoals Godelieve, trouw blijven in hun levenskeuze. Ondanks alles. Dat is in onze tijd bijna niet meer denkbaar. Ik hoop dat de deelnemers aan Weg van de zusters ontdekken dat trouw zijn het allerbelangrijkste is in het leven.
En als het kan, zou het mooi zijn dat ze een beetje geloof ontdekken onderweg.
- Lees verder onder de foto -
Zuster Sabien, de laatste abdis, blikt terug
Eveneens naar aanleiding van verjaardag van de Sint-Godelieveabdij verschijnt begin juli het boek ‘Echo’s van 400 jaar Sint-Godelieveabdij in Brugge’. Daarin getuigt de laatste abdis, zuster Sabien, over wat haar aantrok tot het kloosterleven.
Wat mij als jonge vrouw heeft aangetrokken tot het kloosterleven? Geloof het of niet, maar daar kan ik zelf moeilijk de vinger op leggen. In mijn middelbare school in Roeselare waren er verschillende zusters en ik herinner me dat ik mij afvroeg: Waarom doen ze dat? Wat drijft die mensen? Het is door hen beter te leren kennen dat bij mij het verlangen groeide.
Correcter is: er groeiden twee verlangens. Als regentes wiskunde gaf ik les en werd ik helemaal opgeslorpt door het onderwijs. Tegelijkertijd speelde het gebed een centrale rol in mijn leven. Ik logeerde in de buurt van de Sint-Godelieveabdij in Brugge en daar ging een steeds grotere aantrekkingskracht van uit. Mijn ouders zegden me: ‘Het is de kennismaking met de zusters die je naar de abdij trok.’ Dat kan best waar zijn, antwoordde ik, want als jullie elkaar niet hadden ontmoet, zouden jullie ook niet getrouwd zijn.
Het zijn de omstandigheden die onze keuzes bepalen, dat komt niet uit de hemel gevlogen.
Van de orde van de benedictinessen kende ik toen nog niet veel. Ik ging elke dag in de abdij naar de mis en andere vieringen. Ik sprak met de zusters en dat was altijd aangenaam. Toen ik een jaar of 25 was, hakte ik de knoop door en verkoos resoluut de abdij boven de klas. Eerlijk, mijn vader en moeder waren daar niet heel erg mee opgezet. Ik had al een zus die het kloosterleven had omarmd en als missionaris in Congo verbleef. ‘Dat je daar naartoe wil gaan, kan ik nog begrijpen, maar in een slotklooster? Dat piekt’, zei mijn moeder. Natuurlijk had ik liever iets anders gehoord, maar in het leven moet je knopen doorhakken. Twijfels die je hebt – zoals ‘zou ik toch niet beter trouwen?’ – los je pas op door keuzes te maken. Ik had die twijfels ook. Het is normaal dat er niet voortdurend zekerheden zijn, want wie verliefd is, vraagt zich toch ook af: ‘Is dit nu de jongen of het meisje van mijn leven?’
- Lees verder onder de foto -
Als novice volgde ik alle diensten van de zusters: vijfmaal per dag in de kerk, vijf gebedsdiensten onderbroken door arbeid – ora et labora. We kregen onderricht in de regel van Benedictus en leerden de praktische gang van zaken in het klooster kennen. Na die periode volgde de ‘tijdelijke professie’, drie jaar waarin je nog altijd de weg ‘naar buiten’ kunt kiezen. Of ik in de geloofsgemeenschap de warmte van een nieuwe thuis vond? Het gaat er niet echt om de warmte, hé.
Het is het geloof dat er iemand is die je roept dat mensen bijeenbrengt.
Daar word je af en toe zelfs bang van, want ‘roept die iemand míj́?’ Maar dat gevoel is gebleven. Het leven waar wij als benedictinessen voor kiezen, is een leven volgens het evangelie. Wij zijn Godszoekers en laten ons bij die zoektocht leiden door de regel van Benedictus. Er was in zekere zin wel een familiale gemeenschap, maar we ‘hingen niet om elkaars nek’. De dagen brachten we grotendeels in stilte door, trouwens. Maar tijdens de recreatiemomenten ’s avonds was het gezellig.
Natuurlijk waren er nu en dan spanningen tussen de zusters. Benedictus schreef niet toevallig in zijn regel dat het onvermijdelijk is dat er af en toe misverstanden zijn, maar hij benadrukt ook dat je voor zonsondergang de geschillen moet oplossen. Tijdens het onzevader bij de vespers zegt de abdis niet zomaar heel nadrukkelijk ‘en vergeef ons onze schulden, zoals ook wij onze schuldenaars vergeven’.
Helemaal afgesloten van de wereld, waren we niet.
Er waren spreekkamers waar we gasten konden ontvangen – tot aan het Vaticaans Concilie weliswaar achter tralies. Daarna werden die tralies weggezaagd en konden we gewoon bij elkaar zitten – maar natuurlijk niet alle dagen, hé.
Arbeid tussen de gebedsdiensten in de Sint-Godelieveabdij was vooral naaien. We maakten liturgische kleding. Zelf was ik gastenzuster. We hadden een klein gastenkwartier, aanvankelijk voor meisjesstudenten – in Brugge waren er geen studentenkoten, dus er was behoefte aan logement. Die keuze paste geheel in de leer van Benedictus, waar gastvrijheid centraal staat. Uiteindelijk zijn we daarmee gestopt omdat de meisjesstudenten het steeds minder zagen zitten om ’s nachts op tijd binnen te zijn. En wij wilden voor hen geen ‘gevangenis’ openhouden. In de plaats kwam er een bezinningscentrum.
- Lees verder onder de foto -
Toen de zusters mij in 1980 tot abdis kozen, was het mijn taak om te waken over het welzijn van de hele gemeenschap en aan te sporen tot stilte en gebed, want dat is tenslotte ons streefdoel. Als abdis stond ik niet alleen, ik had ook een raad met een priorin die ik kon kiezen als mijn rechterhand. Of ik plezier beleefde aan de verantwoordelijkheid van een abdis? De ene dag al meer dan de andere, maar over het algemeen wel.
De beslissing dat het tijd werd om de deur van de abdij definitief achter ons toe te slaan, was pijnlijk. Maar het was onmogelijk om met vier mensen in zo’n groot gebouw nog verder te werken. We hebben geprobeerd een kentering te brengen door Filipijnse benedictinessen uit te nodigen. Dat ging goed gedurende twaalf jaar, maar werd gedwarsboomd door hun manier van werken. In hun constituties staat er dat ze elke twee jaar een andere zending hebben, wat voor ons moeilijk haalbaar was: om de twee jaar nieuwe zusters onze taal leren, was een hele uitdaging.
De aantrekkingskracht van het kloosterleven begon al te minderen toen ik intrad. Toch hield het mij niet tegen omdat ik altijd de hoop heb gekoesterd dat het weer ging beteren…
Maar het is niet gelopen zoals ik het gedacht had.
Ik denk dat we dat moeten verwerken, een beetje zoals een vrouw en een man die geen kinderen kunnen krijgen. Die moeten het ook nemen zoals het is en een andere zinvolle invulling geven aan hun leven.
De nieuwe toekomst van onze abdij heb ik niet echt van nabij kunnen volgen, omdat ik de jongste jaren wat sukkel met mijn gezondheid. Ik mis onze plek, onze abdij, nog steeds – ook al hebben we een goed onderdak gevonden in een woonzorgcentrum waar nog religieus leven mogelijk is, met gebedsdiensten en gezelschap van zusters uit andere gemeenschappen. Het was een juiste keuze om te verhuizen, maar niet de perfecte. De perfecte keuze zou geweest zijn om daar te kunnen blijven en jonge mensen te ontvangen.
Mocht ik opnieuw 25 jaar zijn, dan zou ik met de kennis die ik nu heb, wellicht opnieuw kiezen voor een leven als benedictines in de Sint-Godelieveabdij. Ook al zijn het andere tijden, ik ben dezelfde persoon.
Meer info over Weg van de zusters: www.wegvandezusters.be
Een nieuwe toekomst
De Sint-Godelieveabdij mag haar 400ste verjaardag vieren, ze staat ook op een kantelpunt in haar geschiedenis. Op 23 december 2013 slaat de laatste abdis, zuster Sabine, samen met vier medezusters de deur van het slotklooster definitief achter zich dicht. Einde verhaal? Bijlange niet. Toerisme Vlaanderen neemt het heft in handen met een pilootproject onder leiding van Kristof Lataire voor de herwaardering van religieus erfgoed. Wanneer in de zomer van 2021 de deuren van het slotklooster een maand lang opengaan voor het brede publiek, ontdekken niet minder dan 16 000 bezoekers de tot dan toe van de buitenwereld afgesloten erfgoedparel. Ze delen meer dan 5000 toekomstvisies – waarmee de bevraging de grootste ooit was rond religieus erfgoed – die mee de basis vormden van het herwaarderingsproject dat de komende jaren effectief vorm krijgt in een project dat respectvol is voor de ziel van de plek en de Reizen naar Morgen-filosofie van Toerisme Vlaanderen onderschrijft en uitstraalt.
Auteur: Dirk Remmerie