Monnik worden, mens blijven
Frank Teirlinck schetst beeld van bewoners van de abdij Affligem
Eeuwenlang was de in 1062 gestichte abdij Affligem de belangrijkste in het hertogdom Brabant. Haar ligging op de grens van het hertogdom en het graafschap Vlaanderen maakte dat ze ettelijke keren werd vernield tijdens oorlogen tussen beide gebieden. In 1796 verdreef de Franse bezetter de 33 monniken die er toen verbleven. Pas in 1870 werd het kloosterleven hervat in Affligem. Sindsdien werd de abdij bewoond door 191 monniken. Frank Teirlinck schetst in 150 jaar monniken in Affligem (1870-2020). Monnik worden en mens blijven een beeld van die 191 monniken. Beeld mag u overigens letterlijk nemen, want op enkele schaarse uitzonderingen na vond de gewezen godsdienstleerkracht foto’s of afbeeldingen terug van alle monniken.
„Als jonge knaap intrigeerde de abdijwereld me al sterk”, zegt Frank Teirlinck. „Bij een bezoek aan de abdij in Maredsous leerde ik dat Affligem de oudste nog bewoonde abdij van de Nederlanden is. We woonden in Melle, bij Gent, maar mijn vader was afkomstig van Merchtem, waar ik ook een ‘nonkel-pastoor’ had. Als twaalfjarige ging ik met mijn ouders voor het eerst naar Affligem. Dat vroeg ik als verjaardagsgeschenk. Sindsdien trek ik elk jaar geregeld naar de abdij. Vorig jaar vierde ik zo mijn vijftigjarige jubileum.”
„Op mijn zeventiende legde een bezoek aan de abdij de basis voor mijn gelovig leven volgens de benedictijnse traditie. Ik beleefde er een religieuze ervaring, zonder twijfel de meest intense beleving in mijn leven. Door de jaren heen groeide mijn band met de monniken van Affligem. Enkele van hen reken ik tot mijn beste vrienden. Zowel in mijn familie als in de abdij verwachtte men overigens dat ik zelf zou intreden”, [node:field_streamers:0] lacht Frank Teirlinck.
„Boeken over abdijen zijn vaak wetenschappelijk en leggen de nadruk op het grootse verleden. Ik schreef al verscheidene artikels over individuele monniken en zo rijpte het idee om een omvattend, maar vlot leesbaar werk te maken waarin alle monniken sinds de heroprichting worden beschreven, 191 in totaal. Ik gebruik geen voetnoten, maar alles is wetenschappelijk verantwoord. De bronnen vermeld ik achterin. De portretten in het boek moeten een beeld schetsen van hoe de monniken leefden in de abdij, met hun goede en soms ook met hun minder goede kantjes, maar wel steeds met de nodige mildheid. Ik wilde van hen geen heiligen maken, maar ik was ook niet op zoek naar sensatie. Vierenvijftig monniken kende ik persoonlijk.”
Frank Teirlinck kon voor zijn onderzoek diverse bronnen gebruiken. „De abdijarchivaris stelde in 1983 een zogenoemd necrologium op, een lijst met alle overleden monniken van 1083 tot 1982. Hij stelde me al zijn gegevens ter beschikking. Bovendien kreeg ik inzage in de abdij- en noviciaatskronieken, in dagboeken, abtsarchieven en briefwisselingen. Samen met de archivaris kon ik zelfs het archief van de hoofdzetel van de benedictijnen in Rome bezoeken. Daar bevindt zich een schat aan materiaal, zoals de brieven die vanuit de abdij naar Rome werden gestuurd, overigens vaak om een probleem aan te kaarten. Waar mogelijk interviewde ik ook monniken en hun familie.”
Frank Teirlinck neemt in het boek ook de uitgetreden monniken op. „Tot mijn verbazing wilden ook zij – op één na – meewerken. Sommigen van hen keerden zelfs terug naar de abdij voor een bezoek. Geen van hen kijkt verbitterd terug op zijn tijd in de abdij.”
Het boek 150 jaar monniken in Affligem (1870-2020). Monnik worden en mens blijven van Frank Teirlinck kost 39 euro en is uitsluitend te koop in het Religieus Centrum van de Abdij Affligem (Abdijstraat 6B).