Pasen midden in de vasten
„Goede vrienden,
Op Aswoensdag zijn we de veertigdagentijd ingegaan om ons voor te bereiden op het paasfeest. Het is een tijd waarin we ons beperkingen opleggen om beter te zien wat echt belangrijk is en wat een leven volgens het evangelie van ons vraagt. De vastentijd was dit jaar heel bijzonder. Hij was trouwens al veel vroeger begonnen, al van vóór Pasen vorig jaar. Het is een lange vasten met verregaande beperkingen, die we niet zelf hebben gekozen. Juist daarom ervaren velen die beperkingen als een aanval op onze vrijheid.
Maar wat is vrijheid? Als de pandemie ons één iets leert, dan toch wel dat we broze en kwetsbare mensen zijn. Een leven dat alleen als zinvol wordt ervaren als ik altijd en overal kan doen wat ik wil, zonder enige beperking en zonder rekening te houden met anderen, is een gevaarlijke illusie. Onze vrijheid is niet absoluut. Er is geen echt zinvol menselijk leven tenzij in de erkenning van onze broosheid en kwetsbaarheid. Het is dikwijls in de ontmoeting met mensen met een blijvende beperking dat we ontdekken wat ware humaniteit is. Ook God heeft die kwetsbaarheid met ons willen delen. Zo en niet anders is Hij mens geworden.
Zowel de beperkingen die we onszelf opleggen als de beperkingen die ons ongewild tegemoet treden, stellen onze vrijheid niet noodzakelijk in vraag. Integendeel. Ze kunnen er juist zin en richting aan geven. Dit is de diepe zin van de vasten: onze kwetsbaarheid aanvaarden en leren omgaan met beperkingen. Natuurlijk moeten we alles doen om het virus een halt toe te roepen. Maar enkel passief zitten wachten of ijveren om zo vlug mogelijk terug te keren naar het ‘normale’ leven, is niet wat van ons wordt gevraagd. Die tussentijd, met al zijn pijn en gemis, is immers ook „die gunstige tijd, vandaag is het de dag van het heil” (2 Korintiërs 6, 2). [node:field_streamers:0] Hij kan ons de ogen openen voor datgene wat we door de routine van het normale leven dreigen te vergeten.
Ook als geloofsgemeenschap moeten we leven met verregaande beperkingen. Samenkomsten zijn slechts onder zeer strikte voorwaarden mogelijk. Ook het samenkomen voor de eucharistie. Dat is een beperking die veel pijn doet. Maar net daardoor worden we herinnerd aan de grote waarde van het gebed. Het gebed in de huiskring of in kleine groep. Vooral ook het persoonlijke gebed en het biddend luisteren naar Gods Woord dat zo essentieel is voor de christen.
Ook in onze contacten worden we uiterst beperkt. We moeten fysiek afstand houden. Dat betekent echter niet dat we elkaar loslaten om onze eigen wegen te gaan. Wel integendeel. De pandemie is één grote roep om solidariteit. Solidariteit kent geen grenzen. Precies omdat we zo beperkt zijn, kunnen de tekenen van zorg voor elkaar, zelfs de kleinste attenties, zoveel wonderen doen. Samen met het gebed behoort die solidariteit tot het hart van ons geloof.
Normaal betekent Pasen het einde van de vastentijd. Dit jaar zal de vasten nog een tijdje duren. Pasen midden in de vastentijd. Door de beperkingen zullen we het paasfeest niet in volle luister kunnen vieren. Maar dat mag ons niet ontmoedigen. De Heer is werkelijk verrezen. Hij kan deze tijd ook tot een gunstige tijd maken, een tijd van genade.
Er is geen ware humaniteit, geen echt menselijke samenleving zonder de erkenning van onze beperktheid en broosheid. Geen Pasen zonder vasten. Geen verrijzenis zonder kruis. Het vasten is al doordrongen van de paasvreugde. De beperkingen die ook het kerkelijke leven zo treffen, zijn een uitnodiging om ons geloof te verdiepen. Ze helpen ons goede christenen te worden en net daarom ook verantwoordelijke burgers in de samenleving. In die zin wens ik u allen van harte een zalig paasfeest.”