Ook paus herdenkt Blaise Pascal, voor wie geloven ‘een gok’ was
Precies vierhonderd jaar geleden, op 19 juni 1623, werd de Franse wiskundige, mysticus en filosoof Blaise Pascal geboren. Hij stierf in 1662 op 39-jarige leeftijd. Vele andere grote figuren uit de zeventiende eeuw zijn vergeten of alleen gekend bij specialisten, maar de figuur van Pascal daarentegen blijft fascineren. Paus Franciscus publiceerde over de Franse denker vandaag zelfs een speciale brief: Sublimitas et Misera Hominis. Waarom?
1. Hij was een wiskundig genie
Pascal legde de grondslag voor de waarschijnlijkheidsrekening en legde eveneens de basis voor de integraalleer. Op zijn zestiende formuleerde en bewees hij een stelling van de meetkunde die naar hem werd genoemd.
Pascal toonde ook proefondervindelijk aan dat de luchtdruk op verschillende hoogten verschilt.
Paus Franciscus schrijft: „Pascals vertrouwen in het gebruik van de natuurlijke rede, die hem verenigt met alle zoekers naar waarheid, stelde hem in staat zowel de grenzen ervan te erkennen als ontvankelijk te zijn voor de bovennatuurlijke redenen van goddelijke openbaring.”
2. Uitvinder van de rekenmachine
Samen met zijn vader vond Pascal een rekenmachine uit, die bekend is komen te staan als de Pascaline. Deze rekenmachine werd ontwikkeld tussen 1642 en 1644, was een van de eerste mechanische rekenmachines ooit en wordt door historici wel gezien als een van de eerste voorlopers van de computer. Bovendien introduceerde Pascal in zijn sterfjaar 1662 in Parijs een eerste vorm van openbaar vervoer met een vaste route van paardenkoetsen, vaste reistijden en een prijstabel. De paus vermeldt deze uitvindingen uitdrukkelijk.
(Lees verder onder de foto.)
3. Geloof als een kansberekening
Pascal zag de mens als een mysterie: het denken kan tot meer inzicht leiden, maar dat mysterie zal nooit geheel in begrippen te vatten zijn. Dit komt vooral tot uiting in zijn laatste werk Pensées (Gedachten). Hij ontwierp ook een soort geloofsbewijs dat op waarschijnlijkheidsleer is gebaseerd: je kunt maar beter wel in God geloven, want als Hij bestaat is je beloning oneindig, en bestaat Hij niet, dan verlies je ook niets. Die redenering zou als ‘de gok van Pascal’ de geschiedenis ingaan.
4. Een bijzondere mystieke ervaring
Pascal heeft ook zelf de grenzen van de rationele benadering van het geloof ervaren. Dat gebeurde in een soort mystieke ervaring op maandag 23 november 1654, die de paus in zijn brief expliciet vermeldt. Die ervaring bracht hem een inzicht dat hem zo dierbaar was, dat hij het in tweevoud op perkament en op papier noteerde en tot zijn dood in de voering van zijn jas meedroeg:
Vanaf ongeveer halfelf ‘s avonds tot ongeveer halféén ‘s nachts. VUUR. God van Abraham, God van Isaak, God van Jakob. Niet de God van filosofen en geleerden. Zekerheid. Zekerheid. Gevoel. Vreugde. Vrede. God van Jezus Christus. Deum meum et Deum vestrum. Jouw God zal mijn God zijn. De wereld en alles vergeten behalve God.
5. Onder invloed van het jansenisme
Blaise Pascal kwam onder invloed van het door de pausen veroordeelde jansenisme. Dat was een stroming genoemd naar de bisschop van Ieper Cornelius Jansenius (1585-1638), en gekenmerkt dooreen uitermate sober leven en een zeer pessimitische ingesteldheid.
Jansenisten stelden strenge voorwaarden voor de toediening van de sacramenten en waren zeer kritisch voor paus en bisschoppen.
Pascal hekelde in zijn werk de jezuïeten en het is dus opvallend dat een jezuïet-paus hem nu looft. In zekere zin is de pauselijke brief deels een eerherstel: „Laten we Pascals openhartigheid en oprechtheid waarderen. Deze brief is niet de plaats om de kwestie te heropenen. Toch blijft datgene waar Pascal terecht voor waarschuwde een bron van zorg voor onze eigen tijd, namelijk de overtuiging dat de mens op eigen kracht de goddelijke geboden kan onderhouden en door inspanningen zijn eigen heil kan bewerken. Dat heet ‘neo-pelagianisme'.