Religieus leven, hoe doe je dat eigenlijk?
Wie oprecht religieus wil leven – buiten of binnen het klooster, ik heb het hier niet over de specifieke roeping tot een leven als monnik of moniaal – wordt in onze cultuur voortdurend uitgedaagd om positie te bepalen. Meestal onrechtstreeks: je hoort, ziet en leest dingen die je geloof subtiel op de proef stellen. Soms ook rechtstreeks. Iemand overwint zijn schroom en vraagt je verbaasd: Religieus leven, hoe doe je dat eigenlijk? Waarin je duidelijk hoort meeklinken: Vertel me niet alleen hoe jij dat doet, maar ook hoe ik tot die ervaring toegang zou kunnen krijgen.
In beide gevallen moet je je religieuze aanvoelen en verlangen verantwoorden. Je merkt dan snel dat het niet volstaat om geloofsantwoorden van 50, 100 of 1000 jaar geleden op te rakelen. Die kunnen wel jouw inspiratiebron zijn. Maar de ander, persoon of cultuur, verwacht dat je zijn vraag in zijn taal beantwoordt.
Niet zo gemakkelijk. Vooral omdat onze seculiere cultuur door onbewuste aannames soms misverstanden in de hand werkt. Zo gaan veel mensen, gelovig of niet, bijvoorbeeld uit van de twee-werkelijkheden-theorie. Volgens die onbewuste theorie bestaat er een zichtbare werkelijkheid die alleen geregeerd wordt door fysische wetten, die we met onze zintuigen kunnen waarnemen, met ons verstand begrijpen en met wetenschappelijke methoden dieper doorgronden. Het is een seculiere werkelijkheid die met geloof, gebed of God niets van doen heeft. Wie gelooft, zo gaat de twee-werkelijkheden-theorie verder, die veronderstelt dat er een addendum bestaat aan de zichtbare werkelijkheid, een aangenomen metafysische werkelijkheid van goddelijk openbaringen en bovennatuurlijke zaken, zoals God en engelen. Religie zou dan een soort van bemiddelingslaag zijn tussen die twee werelden, met rituelen, liturgie, sacramenten, heilige teksten, gebeden, enzovoort.
In mijn relatie met niet-gelovige vrienden en de wereld om mij heen ervaar ik de twee-werkelijkheden-theorie als een belemmering.
Het belet me om m’n religieuze verlangen en levenshouding uit te drukken. Want de aanname van een andere, metafysische wereld is voor de ander een onoverkomelijke drempel.
Het belet me ook om de wereld en de cultuur oprecht lief te hebben en te dienen, want daar zou ik volgens de theorie zonder God zijn, overgeleverd aan materiële wetten.
Ik zou het specifiek religieuze van mijn levenshouding dan ook anders willen verantwoorden.
Het religieuze gaat voor mij niet over de relatie met een andere werkelijkheid, maar wel over een andere relatie met deze werkelijkheid.
Wat maakt die relatie anders? Misschien kan ik het zo zeggen.
Religieus leven bestaat uit een relatie van ontzag en eerbied met de ene, ongereduceerde werkelijkheid die uiteindelijk een mysterie is.
Als je afstapt van de twee-werkelijkheden-theorie en de werkelijkheid als één bekijkt, dan moet ze behalve materiële dingen ook ruimte maken voor de psyche, emoties, wil, gedachten, verlangen, verbeelding, betekenis, vrijheid, zin, moed, oneindigheid, transcendentie, liefde… Het materiële en het geestelijke doordringen elkaar in een oneindig ingewikkeld kluwen dat niet te ontrafelen is. Al onze manieren van kijken – alledaags, wetenschappelijk, economisch, politiek... – reduceren de werkelijkheid tot dit of dat. De hele werkelijkheid samen bekeken, reikt uiteindelijk aan een oneindig en onkenbaar mysterie.
Onkenbaar wil niet zeggen dat we er geen relatie mee kunnen aangaan. Alleen dat het niet in ons hoofd past. We kunnen er wel met onze menselijke ervaring tegenaan leunen, in onmacht en stilte, met smeken en loven, met verlangen en overgave. Relateren met de hele werkelijkheid leidt tot een houding van eerbied en ontzag. Reducerende manieren om de werkelijkheid te bekijken, zijn meestal gericht op iets, op gebruik, winst, macht, eer, controle, comfort… Eerbied en ontzag verwijzen naar de schroomvolle afstand die er zit in de religieuze relatie met het mysterie.
Als iemand mij dus vraagt wat het voor mij betekent om religieus te leven, dan zou ik misschien zo antwoorden.
Probeer het zelf, neem even afstand van je dagelijkse zorgen en beperkte blik, zie de hele werkelijkheid, ingewikkeld en oneindig, leun tegen het mysterie aan en laat je vervullen met ontzag en eerbied. Doe je dat elke dag, dan ben je begonnen aan het religieuze avontuur. Welkom!