Wat rest er van de Vlaamse missies?
Vlaamse missionarissen bouwden parochies en scholen en waren pioniers in de taalkunde
Volgens cultuurhistoricus David Van Reybrouck is de missionaris „het perfecte archetype van de Vlaming die in de wereld staat, met openheid, overtuiging en generositeit”. Vanaf 1860 zond Vlaanderen zijn zonen (en dochters) uit, naar de Belgische kolonies, maar evenzeer naar China, India, Zuid-Afrika… Naar zowat alle hoeken van de aarde, waar ze parochies, scholen, hospitalen en universiteiten stichtten. Het is een groots verhaal, maar, zoals historicus Idesbald Goddeeris vaststelde, het zit vol paradoxen. Bijvoorbeeld dat, tenzij het directe familie betreft, de meeste Vlamingen geen missionarissen meer kennen. En wat rest er dan van hun missies?
De congregatie van Scheut was een reus van de Vlaamse missies, zeker in Congo. De Congolees Martin Mvibudulu Mavinga is provinciaal overste en parochiepriester in Vlaanderen. „Momenteel telt Congo nog zeven Belgische scheutisten”, zegt hij. „Scheuts erfenis blijft echter levendig door wat zij hebben verwezenlijkt, ook spiritueel. Scheutisten uit Haïti, de Filipijnen of Kameroen nemen hun plaats over. De missieprocuur Sainte-Anne in Kinshasa is overgenomen door Congolese en Filipijnse medebroeders en zowaar gemoderniseerd. Er is nu zelfs een bank. De oude Vlaamse confraters zijn trots wanneer ze ons bezig zien. Wij zijn immers de vruchten van de Vlaamse missionarissen. Zij hebben gezaaid, wij oogsten.”
De Vlaamse kapucijnen hadden missies in Congo, Pakistan en Canada. Broeder Luc Vansina, vandaag gardiaan in Antwerpen, was de laatste Vlaamse missionaris-kapucijn in Congo en reist minstens één keer per jaar naar Pakistan, officieel nog steeds een missie van de Vlaamse provincie. „Vandaag tellen de kapucijnen in Congo een kardinaal en een bisschop en in Pakistan een bisschop, dus zo slecht hebben wij het niet gedaan”, glimlacht Vansina. „Maar om eerlijk te zijn, onze Congolese medebroeders keken uit naar ons vertrek om, begrijpelijk, zelfstandig alles te beheren. Toch blijft Vlaanderen voor hen een hub naar de wereld en is onze [node:field_streamers:0] relatie alleen maar verbeterd. Ook ik vertrok nog met een koloniale en paternalistische mentaliteit. Die maakte plaats voor vertrouwen. De Congolezen moeten hun eigen vorm van religieuze leven kunnen uitbouwen.”
Alvast in Congo lieten de missionarissen parochies, scholen en nog veel meer na, tot sportstadions toe. „De parochies gaan hun eigen weg in de structuur van de bisdommen en ook de scholen blijven bestaan, vaak nog met hun Vlaamse naam”, zegt pater Martin Mvibudulu. „De sporen zullen nooit verdwijnen. Wie er nu werkt, kijkt doorgaans dankbaar en trots naar het verleden. Soms is er nostalgie naar ‘toen de blanken er waren’. Vlamingen tekenden de geschiedenis van het land mee, inderdaad, soms in negatieve zin, maar over het algemeen positief. Ik bekijk het genuanceerd. Vlaamse missionarissen waren pioniers. Ze leerden ons onze talen schrijven, maakten woordenboeken, vertaalden de Bijbel. Daarmee promootten ze de Afrikaanse talen en culturen. De onlangs overleden pater Herman De Vriendt bijvoorbeeld was een groot kenner en promotor van het Wolof, de belangrijkste taal in Senegal.”
„Zowel in Congo als Pakistan paste het oprichten van parochies en scholen in de inplanting van het geloof”, zegt Vansina. „Vandaag zijn er mede daardoor jonge, dynamische Kerken die op eigen benen staan. De kapucijnengemeenschap groeit er, anders dan in Vlaanderen. Congo telt een zestigtal minderbroeders. Pakistan, een islamitisch land, iets minder.”
En die kolonisatie dan? „Dat was een zware tijd voor Afrika”, zegt Martin Mvibudulu. „Toch is het niet zo zwart-wit. Je moet de geschiedenis in haar context plaatsen. Evangelisatie liep samen met kolonisatie. Missionarissen handelden dus in dat kader, maar hun inzet was goedbedoeld. Ik ben mild en val de missionarissen niet af. Mede aan hen is het te danken dat de Kerk in Afrika vandaag een gerespecteerd instituut is. Ze leidden ook vele leidersfiguren op. Ja, er liepen dingen fout, maar vandaag moeten we vooruitkijken.”