Santa Maria Maggiore, in deze kerk wil paus begraven worden
Meer dan honderd keer bezocht paus Franciscus de kapel in de Santa Maria Maggiore waar de beroemde Byzantijnse Maria-icoon ‘Salus populi romani’ hangt. Tot deze icoon baden pausen in het verleden voor het ‘heil van het Romeinse volk’. Paus Franciscus ging er onder meer bidden in maart 2020 voor het einde van de coronapandemie.
Tekst gaat verder onder de video over de restauratie van de beroemde icoon en je begrijpt meteen waarom de paus er zo van houdt.
Vlak bij deze icoon wil de paus dus zijn laatste rustplaats krijgen, zo vertelde hij in het interview waarin hij ook te kennen gaf volgend jaar een bezoek te brengen aan ons land. Volgens La Repubblica is de kapel eigenlijk gereserveerd voor een Spaanse kardinaal maar dat zou kunnen geregeld worden. Ze is gewijd aan de heilige Francesca Romana (1384-1440), maar wordt Cappella Paolina genoemd naar paus Paulus V die ze liet bouwen.
De Santa Maria Maggiore is een van de vier pauselijke basilieken in Rome en daarbij een van de meest authentieke. De bouw ervan begon in de vierde eeuw en wel met een bijzondere legende.
In de nacht van 4 op 5 augustus van het jaar 352 droomde de Romeinse christen Johannes dat Maria hem de opdracht gaf om een kerk te stichten op een van de zeven heuvels van Rome, en wel op de plaats waar het 's anderendaags – begin augustus – zou sneeuwen. Hij legde zijn droom voor aan paus Liberius en toen ze sneeuw zagen neerdwarrelen op de Cispius, een van de hoogste punten van de Esquilijn, bakende de paus er de omtreklijnen af van het kerkgebouw. Vandaar de toevoeging ‘ad nives’ (ter sneeuw) bij de Latijnse naam van de kerk en de devotie voor Onze-Lieve-Vrouwe ter Sneeuw. De stichtingslegende is uitgebeeld op het 13de-eeuwse mozaïek op de gevel van de kerk.
Tekst gaat verder onder de foto.
Op een verguld bronzen reliëf boven de lievelingsicoon van paus Franciscus zie je paus Liberius bovendien de omtrek van het kerkgebouw tekenen in de sneeuw.
Tekst gaat verder onder de foto.
In de basiliek bevinden zich al graftombes van zeven pausen, allemaal uit de 13de tot en met de 16de eeuw. Latere pausen werden meestal in de Sint-Pietersbasiliek begraven. Ook de beroemde kunstenaar Gian Lorenzo Bernini en van zijn zoon Domenico hebben hier een grafsteen.
Bron: Wikipedia