Tralies voor het raam, maar een open hart
In de gevangenis van Ittre leeft en predikt de tweede dominicaanse lekenfraterniteit ter wereld
„Eigen aan de dominicaanse spiritualiteit is dat we graag aan de slag gaan in de periferie, bijvoorbeeld bij studenten, maar ook bij gedetineerden”, zegt Ludovic Namurois. De lekenbroeder is provinciaal voorzitter van de dominicaanse lekenfraterniteiten in ons land. „Zonder plannen of doelen voorop te stellen, zijn we eenvoudigweg aanwezig. Ik noem dat een pastoraal van beschikbaarheid. Ontluikt er iets, dan zien we het wel.”
Net dat geschiedde in de penitentiaire instelling in Ittre, in Waals-Brabant, waar dominicaan Patrick Gillard van het klooster in Louvain-la-Neuve aalmoezenier is. „De eucharistievieringen worden er druk bezocht en er is een gebedsgroep”, schetst Namurois het prille begin. „Uit gesprekken met de gedetineerden bleek dat ze veel steun putten uit hun gebed. Sommigen maakten hun verlangen kenbaar om zich meer te kunnen verdiepen in het gebed en in de dominicaanse spiritualiteit. Ook Albert Rondelet, een van de twee lekencollega’s van Gillard, gaf aan lekenbroeder te willen worden.”
Ludovic Namurois vervolgt: „Bij een bezoek aan de gedetineerden was ik onder de indruk van de kwaliteit van hun gebedsleven, hun honger naar verbinding met anderen, binnen en buiten de muren, en naar iets dat hen overstijgt.”
Tegelijk suggereerde Bruno Cadoré, magister van de orde van de predikheren, Patrick Gillard herhaaldelijk om een lekenfraterniteit in de gevangenis van Ittre op te starten, naar het voorbeeld van de tot dan enige dominicaanse lekenfraterniteit in de gevangenis in Norfolk, in de Verenigde Staten.
Onder dat goede gesternte en de bescherming van Maria Middelares van alle Genade en met de goedkeuring van Philippe Cochinaux, prior van de Belgische dominicaanse provincie, werd begin 2017 een ‘broederlijke groep’ opgestart binnen de gevangenismuren van Ittre.
„We gingen op weg met een aantal gevangenen die in een eerste periode van kennismaking een christelijke en dominicaanse vorming kregen. Ze leerden de vespers vieren en stonden in contact met de lekenfraterniteit in Norfolk”, vertelt Namurois. „In oktober 2018 legden tien gevangenen en de lekenaalmoezenier hun tijdelijke gelofte als lekenbroeder af. Eind dit jaar nodigen we hen uit die te vernieuwen of een definitieve gelofte uit te spreken.” In november 2019 verhief Cochinaux de opstartende broederlijke groep tot lekenfraterniteit, de tweede ter wereld.
„De gedetineerden die met ons op weg zijn, hebben het gevoel dat ze, net als slotzusters, via hun gebed daadwerkelijk een bijdrage kunnen leveren aan anderen, de orde, de wereld binnen en buiten de muren. Bidden is verkondigen. Ze ervaren dat ze met hun gebed kunnen wegen op de dingen. Dat is voor hen van wezenlijk belang”, leerde Namurois uit hun getuigenissen. Gillard beaamt: „Deel mogen uitmaken van onze lekenfraterniteit maakt hen duidelijk dat het zelfs na ernstige feiten mogelijk blijft de weg naar God te zoeken. Ze zijn niet langer voor alles afhankelijk van een ander, maar streven zelf hun religieuze vorming na en prediken actief in de gevangenis. Bovendien kregen zij, die van hun rechten beroofd uit de samenleving worden gesloten, een stem tijdens het kapittel van de lekenfraterniteit in 2019. Zo worden ze zich opnieuw bewust van hun verantwoordelijkheid. Ze ervaren het als een erkenning van hun waardigheid als mens.”
„Tijdens onze bijeenkomsten als lekenfraterniteit in de gevangenis bestuderen we Bijbelteksten en bereiden we gebeden voor de hele gevangenis voor, zoals de kruisweg of de rozenkrans. Het is onze manier van verkondiging”, getuigt gedetineerde Steven. „We staan aan het begin van onze weg, maar we geloven erin en we bidden in verbondenheid met alle fraterniteiten wereldwijd. Er mogen dan tralies staan voor onze ramen, onze harten staan wijd open.”