Tussen kerkelijke leer en pastorale waardering
Synodaal proces vraagt aandacht voor andere gezinsvormen
Der Synodale Weg in Duitsland toont aan dat synodaliteit geen gemakkelijke oefening is. Dat geldt ook voor het wereldwijde synodale proces dat paus Franciscus in 2021 op gang trapte en dat zich momenteel in de zogeheten continentale fase bevindt. Zo lezen we in het werkdocument voor die continentale fase, dat eind oktober werd gepubliceerd: „Onder degenen die vragen om een zinvollere dialoog en een meer gastvrije ruimte, vinden we ook degenen die, om verschillende redenen, een spanning voelen tussen het behoren tot de Kerk en hun eigen liefdevolle relaties, zoals: hertrouwde gescheidenen, alleenstaande ouders, mensen die in een polygaam huwelijk leven, LGBTQ-mensen, enzovoort”. Valt die bekommernis te rijmen met de kerkelijke leer, waarin het traditionele huwelijk en gezin de norm is en de genoemde verbanden vaak als zondig worden beschouwd?
Pastorale antwoorden
Dat die bezorgdheid werd opgenomen is het werkdocument, komt omdat de kwestie van nieuwe of andere gezinsvormen niet louter de Kerk in het Westen beroert, maar meer algemeen leeft, al duidt de verwijzing naar polygame huwelijken op culturele verschillen. Toch verwacht pastoraaltheoloog Annemie Dillen van de KU Leuven niet dat het synodale proces op korte termijn tot het aanpassen van de kerkelijke leer zal leiden. „Wel haalbaar lijkt me dat lokale kerken meer ruimte krijgen om zelf pastorale antwoorden te formuleren op de gestelde uitdagingen”, zegt ze. „Vergelijk het met het recente initiatief van de Vlaamse bisschoppen tot onthaal van en gebed voor homoseksuele personen, waartegen Rome niet straffend optrad, maar het voorzichtig toelaat. Hopelijk kan dat model door de synode verbreed worden.”
Barmhartigheid
Moraaltheoloog Roger Burggraeve vindt daartoe aanknopingspunten in paus Franciscus’ postsynodale aansporingsbrief Amoris laetitia uit 2016. „Het belang van het traditionele gezin, gebaseerd op het huwelijksverbond tussen man en vrouw, wil ik allerminst [node:field_streamers:0] [node:field_streamers:1]ontkennen”, zegt hij. „Toch vraagt de ‘barmhartigheid met onderscheiding’, zoals die in Amoris laetitia aan bod komt, om andere gezinsvormen te erkennen en te waarderen in hun bijdrage tot duurzame liefde en zorg voor de opvoeding en het welzijn van kinderen. Dat veronderstelt een groei-benadering, vanuit pastorale bekommernis.”
Is die spanning tussen een waarderende pastorale praktijk en een afwijzende leer houdbaar? Zo kiest de bekende Amerikaanse jezuïet James Martin, die zich toelegt op holebipastoraal, er bewust voor om de kerkelijke leer over de zondigheid van homoseksuele betrekkingen niet op de voorgrond te plaatsen. Sommige critici van Martins aanpak argumenteren echter dat pastores dat net wel horen te doen, omdat de waarheid die de Kerk voorhoudt volgens hen bevrijdt.
Blijft een stempel van ‘zonde’ ook niet een pijnlijk struikelblok voor wie voor dergelijke relatie- en gezinsvormen kiest en er een positieve betekenis aan wil geven? Of liggen gelovigen in Vlaanderen daarvan niet (meer) wakker?
Worstelen
„Natuurlijk is er een groep gelovigen die de kerkelijke leer daarover negeert,” bevestigt Annemie Dillen, „en een zekere mate van selecteren is van alle tijden. Gelukkig neemt de Kerk bij ons geen tegenculturele houding aan door sterk de officiële leer te verdedigen, zoals in Nederland of de Verenigde Staten wel nadrukkelijk gebeurt. Dat neemt uiteraard niet weg dat ook hier heel wat gelovigen blijven worstelen met de leer en die op een aantal vlakken gewijzigd willen zien.”
Intussen blijft er in Vlaanderen ook op pastoraal vlak nog werk voor de boeg. „Zo hoor ik bijvoorbeeld nog vaak dat holebikoppels die een kindje willen laten dopen soms schrik hebben dat ze niet welkom zullen zijn in de parochie”, zegt Dillen. „Die mensen laten ervaren dat ook zij welkom zijn, begint alvast bij de manier waarop we hen als gemeenschap aanspreken en of we uitdrukkelijk aandacht hebben voor hen.”
Beluister de podcast met Roger Burggraeve
Documentairemaker Leo August De Bock maakte een vierdelige podcast met Roger Burggraeve. De prof heeft het onder meer over zijn taak als spiritual father voor buitenlandse studenten, maar ook over zijn fascinatie voor filosoof Emmanuel Levinas. Voorts vertelt hij over wat Vaticum II voor hem en voor ons betekende, en over pluraliteit buiten én binnen de kerk.