Tussen Nazareth en Bethlehem
In zijn meest recente boek herleest Anselm Grün verhalen over de conceptie en de geboorte van Jezus als narratieve theologie. Wat betekent dat?
Zoekend naar gesprekspartners voor het uitdiepen van die vraag bleef de sterre stille staan bij Peter Schmidt, priester van het bisdom Gent en Bijbelwetenschapper, en bij Ina Koeman, rustend dominee, maar actief betrokken bij onder meer de Verenigde Protestantse Kerk in België.
– De evangelisten Mattheus en Lucas brengen elk een geboorteverhaal. Zeggen die verhalen iets over het leven van de historische Jezus?
Peter Schmidt • De biografische waarde ervan is gering. Beide versies stemmen slechts op enkele punten overeen: ze plaatsen Jezus’ geboorte in de tijd van Herodes, ze vermelden Jozef en Maria als ouders en de plaatsen Bethlehem en Nazareth. Voor de rest verwerkten Lucas en Mattheus de mondelinge overlevering over Jezus’ afkomst en kindertijd elk op hun eigen manier. Beiden namen het evangelie van Marcus als basis van hun evangelie, maar Marcus zegt niets over Jezus’ jeugd. Dat verklaart waarom die twee kindheidsverhalen zo verschillen. Het zijn verhalen die enkele biografische elementen bevatten, maar allereerst toch de betekenis van Jezus als de Zoon van God willen duidelijk maken met voortdurend echo’s uit het Oude Testament.
Zo hoeven we er niet aan te twijfelen dat Jezus uit Nazareth kwam. Dat de geboorte in Bethlehem wordt geplaatst, de stad van koning David, [node:field_streamers:0] is wellicht veeleer symbolisch bedoeld om Jezus aan te wijzen als opvolger van David. Mattheus laat de Heilige Familie echter beginnen in Bethlehem en via de vlucht naar Egypte, een verwijzing naar de slavernij van het volk Israël, uitwijken naar Nazareth. Jozef ontvangt daartoe zijn opdracht in een droom, zoals ook bij de Jozef uit het Oude Testament. Lucas, daarentegen, vermeldt Nazareth als de woonplaats van het gezin, maar brengt het verhaal van de volkstelling om Jezus in Bethlehem te laten geboren worden. Een volkstelling is er wellicht geweest, maar pas later, toen Jezus al een jaar of tien was. Bij Lucas treedt ook veeleer Maria op de voorgrond dan Jozef.
Ina Koeman • Frans Breukelman, medegrondlegger van de Amsterdamse School, een Bijbel-uitleg die uitgaat van de tekst, stelde het voor alsof Mattheus en Lucas eens samen op een bankje zaten en tegen elkaar zeiden: „We moeten toch een spannend begin hebben voor ons evangelie, waarin we willen duidelijk maken dat de dood niet het laatste woord heeft.” Lucas wil er meteen de hele wereld bijhalen en al zeker ook Johannes de Doper betrekken, als de nieuwe profeet Elia die de eindtijd aankondigt. Mattheus wil dan weer allereerst het Joodse volk en de Schriften een plaats geven om Jezus meteen helemaal in de traditie van Israë[node:field_streamers:1] l te plaatsen. Denk maar aan de stamboom waarmee hij begint en waarin overigens ook Rachab, een hoer, en Ruth, een Moabitische vreemdelinge, een plaats krijgen.
Peter Schmidt • Mooi beeld. Natuurlijk zaten Lucas en Mattheus nooit echt samen op een bankje, maar ze werkten in elk geval wel hard aan hun geboorteverhalen, want de symbolische geladenheid ervan is erg groot.
Ina Koeman • Absoluut. Neem dat beeld van de maagdelijke geboorte. Dat vind ik schitterend. Er komt als het ware geen man aan te pas. Jezus komt van God, als een nieuw begin. Ik beeld me in dat God na de zoveelste poging dacht: „Ik ga het nog één keer proberen met dit volk en zal dan maar zelf een mens, een kind worden.” Uitgerekend dat gegeven, dat God onder ons komt wonen, is zo krachtig en typisch christelijk.
– Twee verschillende tradities, dus. Waar komt ons eengemaakte kerstverhaal dan vandaan?
Peter Schmid • Franciscus van Assisi ging als eerste de kerstscène uitbeelden en verbond elementen uit beide evangelies en voegde er dingen uit apocriefe evangelies aan toe, zoals de os en de ezel, die ook bij de profeet Jesaja zijn terug te vinden. Ook de stal als geboorteplaats komt van Franciscus.
Ina Koeman • In de protestantse Kerken lag de klemtoon natuurlijk altijd op het woord, al raakte de kerststal de voorbije vijftig jaar wel ingeburgerd. Veel protestanten houden echter vast aan een letterlijke lezing als historisch verslagen. Die houding loslaten, maakt die verhalen echter veel rijker.
Peter Schmidt • Dat geldt ook voor katholieken zowel als voor de meeste christenen, lijkt me. Je hebt ook allerlei pogingen om elementen uit die verhalen wetenschappelijk te onderbouwen. De ster wordt dan verbonden met astronomische fenomenen en zo meer. Ik vind dat compleet naast de kwestie. Dan houd je geen rekening met het genre van die verhalen. Dat duidelijk maken, is een werk van lange adem.
– Mattheus en Lucas brengen dus een verhaal om meteen aan te geven dat Jezus van Nazareth de Christus is. Kunnen die verhalen ook betekenis krijgen door hen te betrekken op de actualiteit?
Ina Koeman • Je hoeft alvast weinig moeite te doen om het gebrek aan plaats in de herberg te verbinden met wat vluchtelingen in de Middellandse Zee of aan de grens tussen Polen en Wit-Rusland nu meemaken. Als ik zou moeten preken met Kerstmis, zou ik het echter eens willen hebben over de volkstelling van keizer Augustus, bedoeld om de belastingen op orde te brengen. Wie of wat wordt er immers geteld in onze coronastatistieken? Tellen we enkel wie bij ons gevaccineerd is, bijvoorbeeld, of ook wie in Afrika nog geen steeds geen vaccin kreeg?
Peter Schmidt • Ja, want aan wie kwamen die belastingen toen ten goede? Ook dat gegeven kan ons nog steeds aanzetten tot reflectie. Uiteraard hebben die verhalen vele lagen, waardoor je hen makkelijk kunt verbinden met situaties van vandaag. In die zin zijn al die verhalen symbolisch, want symbolisch betekent precies dat je een verhaal verbindt met het concrete leven.
Toch wil ik nog benadrukken dat Lucas Jezus’ leven en optreden sterk verbindt met Gods barmhartigheid. Dat zit in zijn hele evangelie – denk aan de parabel van de verloren zoon, aan Zacheüs, aan Jezus’ vergeving van zijn beulen – en begint al in zijn kindsheidsverhaal. Het woord ‘barmhartigheid’ komt daarin verscheidene keren voor, bepaalde namen zoals die van Johannes de Doper en diens vader Zacharias verwijzen ernaar, en het komt sterk tot uitdrukking in het Magnificat van Maria en in het lied van Zacharias.
Ina Koeman • Ook de tegenstelling tussen arm en rijk, eigen aan Lucas, duikt al op. „Hongerigen overlaadt Hij met gaven en rijken stuurt Hij heen”, klinkt het in Maria’s lofzang. Om die in Jezus vleesgeworden barmhartigheid van God draait het. Laten we in deze tijd ook maar denken aan de woorden van de engel bij Lucas: „Wees niet bevreesd.”