Voor één op de vijf is wonen te duur
Jaarlijkse campagne Welzijnszorg focust al voor de vierde keer op wonen
Wie advent zegt, zegt Welzijnszorg. De grootste beweging tegen armoede in Vlaanderen en Brussel voert in de aanloop naar Kerstmis dan ook van oudsher campagne, maar helaas gooit COVID-19 wat dat betreft dit jaar alles overhoop.
„Voor ons is het een grote uitdaging om ook in deze coronatijden een campagne te lanceren”, bevestigt directeur Koen Trappeniers. „Welzijnszorg heeft twee taken, te beginnen met het bewust maken van de samenleving en de Kerkgemeenschap voor de structurele problemen van armoede. Daarnaast werven we fondsen voor onze partnerprojecten. Voor hen is de druk vandaag des te groter. Normaal noteren we 120 aanvragen tot steun, dit jaar zitten we aan bijna 300. We gaan diep in onze reserves, maar de crisis is dan ook groot. Van oudsher steunen we vooral vrijwilligersorganisaties in de armoedebestrijding. De vraag is hoe we de fondsenwerving daartoe in deze coronatijden moeten organiseren, want beproefde acties zoals Soep op de Stoep of parochiale eetfestijnen kunnen niet plaatsvinden. Collectes in de kerken, zoals die op zondag 13 december, zijn al evenmin mogelijk. We worstelen dus met heel wat uitdagingen.”
En toch gaat de Welzijnszorg- campagne door. Parochies werden opgeroepen de adventskalender breed te verspreiden, zodat mensen thuis betrokken blijven. Via digitale media komen er filmpjes. En met de actie Zet je benen in zamel je door individueel of in coronabubbel te lopen, te wandelen, te dansen of te fietsen geld in voor de strijd tegen armoede in België. Ook dat initiatief wordt digitaal gepromoot, verspreid en verwerkt.
Voor de vierde keer in haar geschiedenis voert Welzijnszorg campagne over het recht op wonen. Meer dan de helft van de private huurders besteedt meer dan één derde van zijn inkomen aan huur. Te hoge huur en te laag inkomen betekent dat er te weinig overblijft voor andere basisbehoeften. Voor één op de vijf huishoudens [node:field_streamers:0] is wonen ronduit onbetaalbaar.
Jeremie Hakeshimana moest met een maandelijks inkomen van 1.400 euro 630 euro huurgeld ophoesten. „Ik moest drie maanden huurvoorschot betalen plus de eerste maand huur. Dat was lastig. Ik moest zelfs lenen bij vrienden”, vertelt hij in de campagnefilm.
Een van de campagnepartners is Welzijnsschakel Malubimpa, een vrijwilligersgroep die zich inzet voor migranten en vluchtelingen in en rond de gemeente Malle. Jeremie Hakeshimana is zo iemand. Tweewekelijks organiseert Malubimpa een zogenoemde conversatietafel, een avond waarbij mensen de kans krijgen om in een ongedwongen sfeer Nederlands te oefenen, waarbij telkens een thema centraal staat.
Door die werking ontdekte Malubimpa dat velen in de doelgroep het lastig hebben bij de zoektocht naar een geschikte woning. Daarom worden aan de conversatietafel ook vertegenwoordigers van immobiliënkantoren, het Vlaams Woningfonds en het Sociaal Verhuurkantoor uitgenodigd, in de hoop de zelfredzaamheid te verhogen. Zo weten de leden alvast bij wie ze terechtkunnen in hun zoektocht naar een woonst.
Het huidige woonbeleid biedt geen oplossingen, meent Welzijnszorg. Te veel mensen wonen in slechte woningen waarvoor ze te veel betalen. Het aanbod van sociale woningen uitbreiden, kan de krapte op de private huurmarkt verminderen. Minder mensen zullen dan genoodzaakt zijn te dure en slechte woningen te huren.
„De situatie is en blijft schandalig”, zegt Koen Trappeniers. „De wachtlijsten voor een sociale woning zijn langer dan ooit, tot wel acht jaar. Nu focussen we op betaalbaarheid van wonen, volgend jaar op drempels en discriminatie. De coronacrisis bevestigt hoe noodzakelijk goed wonen wel is. Tieners die afstandsonderwijs moeten volgen, maar thuis geen eigen kamer hebben en soms zelfs geen internetaansluiting, bewijzen hoe nijpend de kwestie is en hoe zinvol de strijd tegen armoede.”