De studiedag van 21 maart is lichtjes symbolisch. Het catechumenaat brengt mee een nieuwe lente in de Kerk. ‘Stijgen de aantallen omdat we goed communiceren en de mogelijkheden bekendmaken, of is het omdat we nu iedereen die als volwassene ergens gedoopt wordt registreren?’, vraagt Bart Willemen, secretaris van de Interdiocesane Commissie voor Catechese (ICC) zich af.
‘De voorbije jaren zijn pastorale verantwoordelijken overal in het land zich meer bewust geworden. Dat geldt zeker in stedelijke gebieden, waar er ook gemeenschappen van buitenlandse christenen zijn. In landelijke gebieden ontwikkelt het catechumenaat zich wat trager.
In Franstalig België zet men er al langer sterk op in en zijn de aantallen ook hoger dan in Vlaanderen.
Mond-tot-mondreclame onder jongeren lijkt er te werken. Bij gewone mensen in Vlaanderen is het catechumenaat nog niet echt bekend. Men gaat er vanuit dat het doopsel voor baby’s is.’
Volwassen dopelingen zijn doorgaans tussen de 18 en de 35. ‘De uitzonderingen bevestigen de regel’, zegt Willemen. ‘Maar meestal zijn het jongeren die tot de doelgroep van IJD behoren.
Gemeenschappen leven op dankzij catechumenen.
Vaak zijn er onder hen mensen met een migratie-achtergrond en op deze wijze komt de internationale Kerk binnen in een gemeenschap.’
Verlangen naar zingeving
De redenen waarom mensen christen willen worden, zijn heel divers. ‘Het gaat allereerst om een verlangen naar zingeving’, zegt diaken Eric Bochar, die al vele catechumenen mocht begeleiden. ‘Anderzijds is er ook een verlangen om te kennen. Vertel over het geloof! Wie is Jezus? Waarom geloven mensen? Wat kan dat voor ons betekenen? Een catechumeen wil niet alleen op weg gaan, maar het liefst in groep ervaringen delen, met een begeleider die stapstenen aanreikt. Dit jaar mag ik twee mensen begeleiden, een studente van bij ons en een Irakees die met een Poolse vrouw is.’
In 2020 bepaalden de bisschoppen per decreet enkele normen in lijn met de Orde van dienst. Elke persoon vanaf de leeftijd van 14 jaar die gedoopt wenst te worden in de Belgische kerkprovincie dient de weg van het catechumenaat te volgen, en dat neemt een lange tijd in beslag. Er wordt voor hen specifieke begeleiding voorzien.
De opname onder de geloofsleerlingen gebeurt uiterlijk op de eerste zondag van de advent.
De uitverkiezing en naamopgave gebeurt liturgisch op de eerste zondag van de veertigdagentijd. In alle bisdommen is er ook een moment van ontmoeting met de bisschop voorzien.
Niet gefocust op lesjes
‘De praktijk verschilt soms in enkele details en het is niet de bedoeling dat alles gebetonneerd wordt’, besluit Willemen. ‘Catechumenen hebben ook diverse verlangens. Al in de eerste eeuwen was er discussie wat met hen te doen… Er is dus sprake van diversiteit in eenheid. Het catechumenaat wil ook de andere catechese en de pastoraal inspireren, niet om de drempel hoog te leggen, maar vooral als model van beluisteren en ontmoeten. Catechese is niet gefocust op lesjes. De grote uitdaging blijft het thuiskomen in een gemeenschap. Door de initiatiesacramenten in de paaswake worden geloofsleerlingen familieleden. Dat vraagt dus aandacht van elk lid van de gemeenschap.’