‘De wereld is een groot dorp’
Martin Mvibudulu wordt de nieuwe provinciale overste van Scheut
Twee recente kerkelijke benoemingen in Vlaanderen vallen op. Op voorstel van de bisschoppen van België wordt Théogène Havugimana, priester van het Rwandese bisdom Nyundo, directeur van Missio-België. Sinds 2016 is hij meewerkend priester in Haacht, een taak die hij blijft vervullen. De werking van Missio wordt geheroriënteerd en sterker geïntegreerd in de globale pastorale werking van de bisdommen met focus op de zusterkerken. De organisatie verhuist ook naar Leuven. De tweede opmerkelijke benoeming is die van de Congolees Martin Mvibudulu, pastoor in Menen, die vanaf 1 juli provinciale overste van Scheut wordt, de grootste groep mannelijke religieuzen in Vlaanderen.
Is die laatste benoeming, een Congolees aan het hoofd van de moederprovincie van Scheut, historisch? „Een première is het alleszins”, lacht pater Mvibudulu. „Scheut is hier ontstaan, het is onze oudste provincie en met 180 leden in België en Nederland ook de grootste.”
Martin Mvibudulu kwam in 2000 als seminarist naar België en liep stage in Kortrijk en Oostende. Na zijn priesterwijding was hij tien jaar lang medepastoor in Oostende en aalmoezenier van de buitenlandse gemeenschappen in het bisdom Brugge. In 2013 werd hij pastoor in Menen. Zijn huidige benoeming gebeurde door het hoofdbestuur in Rome na consultaties bij de Vlaamse scheutisten. Daarbij prijkte de naam van de West-Vlaamse Congolees bovenaan het lijstje mogelijke kandidaten.
„Aanvankelijk bestond Scheut exclusief uit Vlamingen”, zegt hij. „Vervolgens kwamen er Franstaligen en Nederlanders bij, later Congolezen en Filipino’s. Vandaag is Scheut een heuse regenboogcongregatie met talloze nationaliteiten. Onze algemene overste is de tweede Congolees aan het roer. We zijn best trots op die evolutie. Mensen uit diverse landen leven in harmonie samen als één religieuze [node:field_streamers:0] familie. Afrikanen, Latino’s, Aziaten en Europeanen delen daarbij dezelfde mentaliteit en spiritualiteit.”
De nieuwe provinciale overste is sinds zijn wijding actief als missionaris in België. „Oorspronkelijk werden Belgen die intraden bij Scheut steevast naar het Zuiden gezonden en bleven ze niet in België om er te werken als priester”, zegt hij. „Vandaag is België evenzeer missiegebied, al zijn de noden nu anders. Ik kom niemand bekeren, want jullie kennen het evangelie al. Ik kom getuigen dat wij, Europeanen en Afrikanen, geloven in dezelfde God. Wat we beleven, kunnen we delen en dat is steevast een verrijking. Mijn missie bevindt zich op het niveau van de ontmoeting. Ik lees dat op de kaartjes met bedankingen die ik krijg nu ik Menen verlaat. De ontmoeting maakt mensen wakker. De eerste opdracht van een buitenlandse missionaris is niet het vullen van de ‘gaten’ die in de parochies vallen, maar getuigen van de universaliteit van het christelijke geloof.”
Nog altijd bestaat het merendeel van de scheutisten in ons land uit rustende missionarissen, maar dat kan snel omslaan. De congregatie werkt aan een aantal kleinere leefgemeenschappen van jonge scheutisten uit diverse werelddelen in enkele Vlaamse bisdommen.
De ‘verkleuring’ van de Kerk in Vlaanderen vindt de scheutist vanzelfsprekend. „Onze wereld is onmiskenbaar een dorp geworden en dat geldt uiteraard voor de hele samenleving, missionarissen inbegrepen”, zegt hij. „Toen ik aankwam in Oostende telde de stad 25 nationaliteiten, toen ik er vertrok 135. Als missionaris ondervond ik aan den lijve dat de wereld groter is dan je eigen persoontje en dat alles onstuitbaar evolueert. We werden opgeleid om de wereld in te trekken. In die multiculturele en multireligieuze omgeving voel ik me als een vis in het water.”