Hoe zuster Joannicia me de liefde voor iconen leerde
13 maart 2013, woensdagvoormiddag.
Dat het moeilijk in woorden uit te leggen is, zegt ze meermaals. Ik herbeluister de opname van het interview met zuster Joannicia van het Convent van Betlehem in Duffel. Vastberaden hoor ik mezelf langs alle mogelijke wegen achterhalen waar het nu eigenlijk over gaat bij iconen.
In die tijd woonde ik nog in Hof Zevenbergen in Ranst. Daar had ik gehoord van een zuster die wat teruggetrokken in het hoofdklooster in Duffel woonde en elke dag in stilte iconen schilderde. Het idee haar te bezoeken liet me niet meer los. Het moeten ongetwijfeld de oude fresco’s en iconen geweest zijn in het kleine kerkje van Deir Mar Moussa in Syrië, die mijn nieuwsgierigheid naar de wereld van de iconografie gewekt had.
Daar zat ik dan eindelijk bij zuster Joannicia. Met zorg zocht ze bij al mijn vragen naar de juiste woorden om een ervaring uit te drukken die eigenlijk de taal overstijgt.
Een nieuwe opdracht
Zuster Joannica begon met het schilderen van iconen toen ze op pensioen was. Veertig jaar lang was ze diensthoofd geweest op de afdeling psychogeriatrie in het psychiatrisch ziekenhuis van Duffel. Nu wachtte haar een andere opdracht, eentje waar ze op dat moment totaal geen voeling mee had.
65 was ze, toen de algemene overste van het Convent haar vroeg of iconen schilderen niets voor haar was. Zuster Paula, tot dan toe de iconografe van de gemeenschap, begon te sukkelen met haar gezondheid en zou haar taak niet lang meer kunnen voorzetten. Eerst zei het haar niet zoveel, geeft zr. Joannicia eerlijk toe.
Ze vond iconen erg statisch weinigzeggende beelden. Sommigen gingen er erg in op, maar ze begreep niet echt waarom.
Maar omdat ze erop vertrouwde dat de algemene overste haar deze vraag niet zomaar stelde, besloot ze deze nieuwe opdracht toch aan te nemen. Bewust koos ze ervoor er niet teveel over te lezen, maar gewoon wekelijks in de leer te gaan in het klooster in Bonheiden waar zr. Paula woonde. Strikt volgde ze de schilderinstructies op. Les na les geraakte ze meer geïnteresseerd, tot ze er uiteindelijk echt van ging houden. Op latere iconenstages bij Vader Chrysostomos in Brugge verrijkte ze haar palet van schildertechniek nog meer.
Schilderen naar het goddelijke toe
Al doende leerde ze hoe het licht van binnenuit moet komen, door het schilderen heen. Bij iconen begin je met heel donkere kleuren waardoor je langzaam het licht laat komen.
Het donkere staat symbool voor het aardse van waaruit je vertrekt om verder te schilderen naar het spirituele, naar het goddelijke toe.
Naar gelang je langer schildert en meer iconen maakt, verwordt het - zonder dat je het merkt - meer en meer tot een gebed, vertelt zr. Joannicia. Je leest er wat over, maar vooral door het schilderen van het beeld zelf, in stilte. Mensen die iconen schilderen zonder spirituele gerichtheid, houden het meestal niet lang vol. Hoewel er een beetje vrijheid en variatie mogelijk is in de vormgeving en in het mengen van kleuren, gebeurt het schilderen via eeuwenoude regels per afbeelding.
Zo heeft Onze-Lieve-Vrouw altijd een blauw onderkleed en een rood bovenkleed. Blauw staat symbool voor het aardse, rood voor het goddelijke. Maria is dus goddelijk van binnenuit, maar dan gekleed met menselijkheid. Voor Christus is het net andersom, hij is bekleed met goddelijkheid maar heeft ook de menselijke natuur aangenomen.
Omdat je bidt tijdens het schilderen, leer je met de tijd geestelijk te kijken.
Dat hoeft niet bidden met woorden te zijn, het is meer een houding. Je wordt een instrument, je hand wordt als het ware geleid bij het schilderen. Je leert dieper kijken naar het goddelijke, en dat is echt een genade.
Streven naar perfectie
Soms moet je zo nederig durven zijn om te zeggen dat het niet lukt. Als je vanbinnen zelf niet rustig bent, dan gaat het niet. Je haast je omdat je de icoon wil afhebben, maar dan komen de ogen niet zoals ze moeten. Ik zie er precies de ogen van de duivel in, zei de lesgever een keer. Zr. Joannicia glimlacht.
Toch is het schilderen van iconen een continu streven naar perfectie, ook al bestaat die niet. Simpelweg omdat het om mensenwerk gaat.
Het is een gave te kunnen schilderen, maar ook een genade. Het gaat om perfectie van de techniek, maar ook om het uitzuiveren van de geest. Iconen schilderen is het tastbaar maken van het streven naar het goddelijke.
Een heel bijzonder en vooral genadig moment komt helemaal op het einde van het schilderen. De ogen doe je bijna als laatste. Dagen heb je aan het beeld gewerkt. Het licht, de goddelijkheid doen oplichten uit het donker, goud gelegd en dan – als het oog er eenmaal goed opstaat – is er plots die blik. Het contact, het beeld dat je na al die tijd aankijkt.
Orthodoxie, verrijking van het geestelijk leven
In de orthodoxe liturgie heeft een icoon een veel meer aanwezige functie dan in de katholieke kerk. Vanaf het moment dat een icoon gewijd is, roept het beeld voor orthodoxen een blijvende aanwezigheid op. Daarom dat men het kust, ervoor knielt en er altijd met eerbied mee omgaat.
Van orthodoxie wordt wel eens gezegd dat ze de schoonheid van het geestelijk leven ziet. Zr. Joannicia is er volmondig mee eens. Ook de liturgie met haar gezangen en het herhalen van gebeden, maken dat je er diep in meegaat. Het geeft je innerlijke rust en brengt je gemakkelijk tot verheerlijking.
Het iconen schilderen is voor zr. Joannicia als een venster op de diepe spiritualiteitsbeleving binnen de orthodoxie.
Waar iconen eerst niet tot haar spraken, opende zich gaandeweg een nieuwe dimensie voor haar die haar spirituele leven onverwacht begon aan te vullen en te verrijken.
Vijf jaar later
Zo, eindelijk is het artikel over zr. Joannicia er. Vijf jaar na datum. Af en toe spring ik nog bij haar binnen in Duffel. Mijn eerste iconen schilderde ik bij haar, gedragen en geleid door haar altijd milde, geduldige en bemoedigende blik. Een blik die altijd bleef, ook al lukt het iconen schilderen me niet meer wekelijks. Ze volgt mijn omzwervingen, terwijl we in vriendschap verbonden blijven. En zr. Joannicia schildert met evenveel toewijding dapper verder, zolang het nog kan …