Nathalie Becquart, ‘first lady’ Vaticaan: ‘De synode zal lukken’
In welke sfeer ontstond het idee voor de Synode over synodaliteit?
Toen paus Franciscus me benoemde tot tweede secretaris van de Synode van Bisschoppen in februari 2021, was het idee van de synode al gelanceerd. De kiem ervan heb ik dus niet meegemaakt. Samen met kardinaal Mario Grech, secretaris-generaal van de Synode, besloten we om een werkgroep op te richten. (Daartoe behoort onder meer de Nederlandse kerkjuriste Myriam Wijlens die we uitgebreid interviewden, ndr.) Met die groep hebben we het hele proces meer praktisch uitgedacht.
Het doel moest niet meer of minder zijn dan de synodale bekering van de hele kerk!
Die synodale bekering bestaat uit het leren luisteren naar elkaar op een open manier, bereid om je eigen gedachten bij te stellen om te groeien naar een nieuw ‘wij’. De lokale dimensie was heel belangrijk om zoveel mogelijk mensen mee te nemen in die dynamiek.
Nog voor de lokale fase van start ging, in oktober 2021, hielden we 3 Zoom-sessies met de bisschoppenconferenties van de hele wereld, waarbij zij al hun suggesties, vragen en twijfels konden uiten.
Intussen is de lokale fase van de synode halfweg. Hoe verloopt het proces?
Globaal merken we een groot enthousiasme. In veel delen van de wereld is het de eerste keer dat leken zich opgeroepen voelen om mee na te denken over de kerk. Gisteren was ik op bezoek in het Belgisch College in Rome, waar priesters en seminaristen uit Vlaanderen, Wallonië maar ook een aantal Afrikaanse landen en uit India verblijven. Ze gaven wat echo’s uit hun landen. Iedereen was het erover eens dat we nog een hele weg af te leggen hebben in het dialogerend samen op weg gaan.
Waar de synode echt beleefd wordt als een tijd van luisteren en bekering, daar transformeert ze mensen en brengt ze vreugde.
Een van de mooiste voorbeelden vind ik de synodale gesprekken die plaatsvinden in het grootste vluchtelingenkamp van de wereld, in Kenia. Dan begrijp je: je kan overal beginnen!
Europa blijkt wat achterop te hinken in het synodaal proces. Hoe verklaart u dat?
De kerk in Europa is al vrij goed synodaal georganiseerd met inspraak van leken op de niveaus van parochie over bisdom tot nationaal. Op dat vlak zijn er grote regionale verschillen in de wereld. Toch zou dat geen reden mogen zijn om niet in actie te schieten. Het synodale proces is nooit af. We moeten ons altijd opnieuw bekeren tot elkaar en tot de opdracht van het evangelie.
Waar valt voor de kerk in België de grote winst te halen?
De uitdaging is voor iedereen dezelfde: hoe zet ik een stap verder in het synodale proces? Het is niet omdat er al bepaalde structuren bestaan, dat die allemaal al optimaal functioneren. De Vlaamse kerk is veelkleurig. Krijgt die diversiteit al voldoende ruimte? Heerst er al overal een cultuur van overleg en gezamenlijk gedragen onderscheiding?
België kent zoals veel Europese landen een heel individualistische cultuur. De synode is een uitnodiging om te herontdekken wat ons verbindt tot een gemeenschap en een ‘wij’.
We moeten een cultuur van ontmoeting herstellen, allereerst tussen clerus, pastores en gelovigen. Maar ook voor de samenleving.
Sommigen twijfelen aan de haalbaarheid van het proces en vrezen valse hoop en polarisering. Hoe ziet u dat?
Met elkaar in dialoog gaan, zou eigenlijk de normale situatie van de kerk moeten zijn. Het is in het bijzonder een uitdaging voor onze tijd. We moeten er werk van maken, eindelijk! Komen tot een synodale kerk was al een belangrijk besluit van het Tweede Vaticaans Concilie. We hebben deze uitdaging toen ontdekt als Gods wil voor de kerk vandaag. Nu, dan moeten we er ook alles aan doen om het te laten slagen.
We zijn 50 jaar later, het is tijd om de ‘sensus fidelium’ (het gelovig aanvoelen van alle gedoopten) ernstig te nemen en te concretiseren.
Dat betekent nog niet dat het makkelijk is, maar er is geen andere weg. We zullen geduld moeten oefenen voor elkaar, onze verwachtingen naar elkaar toe bijstellen en erop vertrouwen dat we vooruit zullen gaan. Al doende zullen we leren hoe het beter kan.
Mogen we verwachten dat het kerkelijke standpunt over seksuele geaardheid en gender verandert?
Daar kan ik niet op vooruitlopen. Maar de doctrine is niet per se onveranderlijk. Denk bijvoorbeeld aan het kerkelijk denken over de doodstraf of oorlog.
Het aanvoelen van de christenen rond LGBT hangt nauw samen met een cultureel aanvoelen in de samenleving. En dat kan behoorlijk verschillen tussen Europa en Afrika, bijvoorbeeld.
Het is denkbaar dat bisschoppenconferenties uiteenlopende keuzes maken in de pastoraal aan bepaalde groepen.
Vergelijk het met de herinvoering van het diaconaat na het Tweede Vaticaans Concilie. In landen als Frankrijk en België is men daarmee aan de slag gegaan en heb je vandaag heel wat permanente diakens. In andere landen bestaat die praktijk nauwelijks.
Voor de synode is de discussie van de eerste leerlingen over de besnijdenis (in Handelingen 15, 1-35) het model. De leerlingen waren het grondig oneens over de vraag of niet-joden die christen werden, besneden moesten worden. Wat deden ze? Ze kwamen bijeen, stelden vast dat de Heilige Geest werkte in de nieuwe gelovigen, en besloten dat ook zij dan geen onderscheid moesten maken. Het openhartige gesprek, met aandacht voor de werking van de Geest, leidde tot een eensgezind besluit, dat grote vreugde opwekte bij de nieuwe gelovigen.
Hoe ziet een synodale besluitvorming er uit?
Het is belangrijk dat mensen weten dat het synodaal proces geen democratisch proces of parlementair debat is. De besluitvorming gebeurt niet door meerderheden, want de Heilige Geest kan even goed door een minderheid spreken. De bedoeling is dat mensen hun stem laten horen, naar die van anderen luisteren en dat daardoor iedereen in beweging komt naar een einddoel.
Uiteindelijk zal de lokale fase afgesloten worden met samenvattingen van alle echo’s die er gekomen zijn per bisdom.
Het is belangrijk dat die samenvattingen of echo’s niet door één persoon worden neergeschreven, maar door een team.
Vervolgens is het aan de bisschoppen om met de echo’s van hun gelovigen naar de volgende fase te gaan en die daar te verwoorden. Ook op dat niveau wordt uiteindelijk gezamenlijk een document gemaakt, op basis waarvan paus Franciscus een exhortatie zal schrijven. Hem komt het gezag toe om knopen door te hakken.
De synode wil ook de mening van kerkverlaters horen. Hoe kunnen we hen overtuigen om mee te doen?
Daar moet je creatief in zijn. Er is niet één zaligmakende methode voor het synodale gesprek. In Iowa (Verenigde Staten) loopt een interessant initiatief waarbij mensen aangemoedigd worden om met een kop koffie naar iemand anders toe te gaan om thema’s van de synode te bespreken. En dat drie keer: een keer met een medeparochiaan, een keer met iemand die sinds corona is afgehaakt en een keer met iemand die nooit met de kerk in aanraking komt.
Wat verwacht u persoonlijk van het hele proces?
Ik mocht de jongerensynode in 2018 van op de eerste rij meemaken (zuster Nathalie Becquart was toen coördinatrice van de Franse Jongerenpastoraal en waarnemer op de synode, ndr) en was daar getuige van die vreugde waar ik het net over had. We beleefden er de kerk zoals we ze droomden. Iedereen kon deelnemen en voelde zich vrij in de broederlijke sfeer.
Het was een nieuw Pinksteren.
Toen al was duidelijk dat als je vertrouwen geeft aan mensen – toen de jongeren – Gods genade werkt. Maar we moeten geduld blijven oefenen.
Er is een mentaliteit gegroeid dat de kerk een perfecte samenleving moet zijn, hier en nu. Maar het blijft een proces van vallen en opstaan.
De synode komt hierop neer: meer leren in team werken. In een divers team. Neem je verantwoordelijkheid niet te persoonlijk. We zullen vorming nodig hebben om dat te leren.
Tot slot, u bent de eerste vrouw op zo’n hoge post in het Vaticaan. Hoe gaat u daarmee om?
We zijn met 6 vrouwen op het secretariaat van de bisschoppensynode, dus ik voel me geen speciaal geval. Wat ik wel voel, is dat hier een transitie bezig is, en dat ik daar deel van mag uitmaken. Ik ben hier heel goed ontvangen geweest, maar natuurlijk is het instituut nog altijd heel hiërarchisch en mannelijk gedomineerd, dus er is werk aan de winkel.
Natuurlijk worstel ik daar af en toe mee. Maar worsteling is eigen aan de christelijke missie, net zoals vreugde.
Je neemt je missie als christen niet op voor de 'fun'. De moeilijkheden neem je voor lief.
Gaandeweg zullen we ontdekken hoe we als man en vrouw echt in gelijkwaardigheid kunnen staan, terwijl we ook ons verschil aanvaarden. Door als man en vrouw beter en respectvoller met elkaar om te gaan, zullen we ook leren met andere verschillen om te gaan.