Wat je kan leren van afleidingen in je meditatie of gebed
Naar het land van de stilte: een gids voor de christelijke contemplatieve praktijk verscheen recent in Nederlandse vertaling bij Carmelitana en kende daarvoor al 10 drukken in het Engels. Het moet zijn dat deze gids echt iets te vertellen heeft voor wie werk wil maken van stille meditatie in de christelijke traditie.
Martin Laird is augustijn en professor aan de theologische faculteit van de Universiteit van Villanova (VS). Hij bestudeerde onder andere de woestijnvaders, kluizenaars die vanaf de derde eeuw leefden in de woestijn van Egypte. Zij worden ook wel de eerste christelijke monniken genoemd. Van hun scherpe psychologische inzichten in de menselijke ziel maakt Laird dankbaar gebruik in zijn boekje.
Als kennismaking vatten we zijn gedachten samen over de afleidingen in meditatie en gebed (hoofdstuk 5) waarin hij zich onder andere laat inspireren door de woestijnvader Evagrius.
Afleidingen als deurwachters
Iedereen die al ooit eens heeft geprobeerd om te mediteren of te bidden, weet wat afleidingen zijn: storende gedachten, gevoelens, zorgen, dromen, herinneringen, strategieën… Ze lijken het onmogelijk te maken om helemaal hier-en-nu aanwezig te zijn. In ons hoofd zijn we al te vaak elders, of vroeger of straks.
Volgens Laird zijn afleidingen niet zomaar storend voor het gebed. Het zijn raadsels of deurwachters die van ons een precies antwoord vragen.
Als we dat antwoord geven, leiden ze ons steeds dieper binnen in het land van de stilte. Helemaal op het einde zullen we misschien beseffen dat onze afleidingen niet zo verschillend waren van hetgeen we eigenlijk zochten. Maar laten we bij het begin beginnen.
Eerste deur: van onbewust opgaan naar een gebedswoord
Het raadsel van de eerste deur is dat we onbewust opgaan in de gedachten en gevoelens die onvermijdelijk komen aanwaaien als we gaan neerzitten om te mediteren. We raken verstrikt in het onderwerp van onze afleiding en gaan erop door om er een oplossing voor te bedenken.
Veel mensen houden de contemplatieve discipline niet lang vol omdat ze iets gehoord hebben over innerlijke vrede en slechts innerlijke chaos tegenkomen. Dan volgt een grote teleurstelling.
Een hulpmiddel om door de eerste deur te gaan, is het rustige herhalen van een gebedswoord. Het kan ook een korte zin zijn, zoals een psalmvers. Deze eenvoudige manier van bidden, doorbreekt onze automatische tendens om op gedachten en gevoelens te reageren met nog méér gedachten en gevoelens.
In plaats van te geloven dat we ons een weg uit de chaos kunnen denken, moeten we leren antwoorden met aandacht en stilte.
Let op: het gebedswoord dient niet om gedachten en gevoelens weg te duwen, te onderdrukken of te overstemmen. Het is alleen maar een steuntje om er niet in op te gaan, om niet op sleeptouw genomen te worden, zodat we ze met wat afstand kunnen zien of schouwen.
Als we ons met iets van afstand bewust kunnen zijn van gedachten of gevoelens die opkomen, dan zijn we door de eerste deur gegaan.
Tweede deur: van mentale spelletjes naar gewaarzijn
Het raadsel van de tweede deur bestaat uit alle mentale commentaren, strategieën, afweer en spelletjes waarmee we reageren op hetgeen we ontmoeten in onze meditatie of gebed. Laird noemt er drie die vaak voorkomen:
- De kwaliteit van onze meditatie of gebed beoordelen: bijvoorbeeld zichzelf vragen stellen als ben ik goed bezig, maak ik wel vorderingen, hoe ver sta ik al, kan ik dit wel?
- Proberen om positieve ervaringen opnieuw op te roepen: zoals redeneringen in de trant van als ik zus of zo mediteer dan zal ik dit of dat ervaren, doe ik het wel goed, als ik geen rust ervaar dan doe ik vast iets mis…
- De terugkeer van het ego dat de gebedservaring in zijn greep wil krijgen en reageert met trots als iets lijkt te lukken of met humeurigheid en afkeer als het niet lukt: nu weet ik hoe het moet, nu heb ik het beet en zal het niet meer vergeten, dit zal nooit lukken, het is vast niet voor mij weggelegd…
Een hulpmiddel om door de tweede deur te gaan, is het tegemoet gaan van alles wat we ervaren zonder commentaar, als een beginneling, zien en benoemen wat we ontmoeten zonder onszelf er een verhaal over te vertellen. Zo is het nu.
Als je het mentale spel ziet dat zich in je hoofd afspeelt, verschuif dan je aandacht naar het gewaarzijn zelf. Kijk over de schouder van alle afleidingen. Je bent niet het spel, je bent het bewustzijn waarin het spel plaatsvindt. Dat is veel ruimer en weidser dan de kramp van onze mentale spelletjes.
Als we beseffen dat die ruimte van het stille gewaarzijn er altijd al was en altijd is, ongeacht wat er in ons opkomt, dan zijn we door de tweede deur gegaan.
De weidsheid van ons eigen bewustzijn, zo schrijft Laird, is Gods mantel, de wolk van niet-weten waarin God aanwezig is.
Derde deur: van onderscheid naar eenheid
Wat kan er na de ervaring van die weidsheid mogelijk nog volgen als derde deur?
Het raadsel van de derde deur bestaat eruit dat we van in het begin tot nu een onderscheid hebben gemaakt tussen ongewenste afleidingen en onszelf als waarnemer. Wij hebben pijnlijke ervaringen die we willen vermijden, afgezonderd van plezierige die we willen laten voortduren. Zo hebben we strijd gecreëerd in onszelf.
Een hulpmiddel om door de derde deur te gaan, is te kijken naar de aard van alle gedachten en gevoelens en de aard van degene die ze waarneemt. Van welke stof zijn ze als het ware gemaakt?
Zonder het psychodrama waarin we verwikkeld waren, krijgen we het eindelijk helder in beeld. Ons gewaarzijn is als een lichtende openheid die ons het meest eigen is, een grondeloze diepte. Maar onze gedachten en gevoelens, of ze nu pijnlijk zijn of plezierig, zijn niets anders dan tijdelijke manifestaties van diezelfde lichtende openheid en grondeloze diepte. Als golven op de diepte van de oceaan.
Wij zijn al wat we zochten, en wat we verwierpen waren wij ook.
Als we vrij geworden zijn om het leven te laten zijn zoals het is, dan zijn we door de derde deur gegaan. Niet dat alles dan peis en vree is. Het leven gaat door, zegt Laird, misschien met pijn en strijd, maar toch ook met iets van rust daaronder.
'Geliefden sterven; wij maken tragedies en mislukkingen mee. En toch zijn we in dit alles het rustige bewustzijn dat alles draagt, aan alles voorafgaat en één is met alles, of de zaken nu goed gaan in het leven of de hel losbarst.' Martin Laird
Wat heeft dat alles met het christendom te maken?
Ook dat willen we Laird in zijn eigen woorden laten zeggen: 'Ik denk dat de heilige Paulus dit gewoon de vrede van Christus zou noemen, een realisatie van ons doopsel in Christus. "Ikzelf leef niet meer, maar Christus leeft in mij" (Gal. 2,19-20). Christus is de weg die door de deur leidt en Christus is de deur (Joh. 10,9).'
Vond je dit interessant? Deel dit artikel via Facebook of via e-mail.