Stukje Syrische woestijn in groen Umbrië: kluizenarij La Romita
Syrische woestijnmonniken vonden hier de perfecte plek om een afgelegen kluizenarij te bouwen, lees ik in een gids en ik verslik me bijna in mijn thee. Het is april 2019. Al enkele weken ben ik in de weer met voorbereidingen voor onze eerste franciscaanse kluizenaarsdagen. Met een kleine groep trekken we per trein naar kluizenarij La Romita in de bergen van Arnoldi, Umbrië. Een authentieke franciscaanse plek, een pareltje in een weelderig groen Italiaans landschap, waar Franciscus van Assisi de voorloper van het Zonnelied schreef.
Dat zelfs híer Syrische monniken mijn weg zouden kruisen, had ik nooit kunnen bedenken!
Volgens de Amerikaanse theoloog en trappist Thomas Merton was de enige erkende roeping die Franciscus van Assisi met zijn eigen leven in verband kon brengen, de roeping van kluizenaar. Hoewel hij in armoede door de wereld trok en een apostolisch leven leidde, trok hij zich herhaaldelijk terug in de bergen. Te midden van de natuur bad hij in alle rust tot God, tot de Geest hem weer de wereld instuurde. Deze kluizenaarseenzaamheid, aldus Merton, is meer dan louter een versiering van de franciscaanse spiritualiteit. Ze is diep verwant met de franciscaanse manier van armoede beleven en bidden.
Ontstaan van La Romita
Zover stonden die Syrische monniken die een kluizenarij bouwden in La Romita, dus niet van Franciscus af. Op de vlucht voor de interne Byzantijnse strijd en de oprukkende islam, hadden zij, vlakbij een grot met ingehouwen moederborst waar tijdens de Romeinen vruchtbaarheidsrituelen plaatsvonden, een plek gevonden om hun traditie van afzondering en gebed te beleven.
Later namen enkele benedictijnen de kluizenarij over en bouwden er een kapelletje. Maar tegen de tijd dat Franciscus er toekwam, rond 1213, was dat alweer in verval geraakt. Franciscus zou het kapelletje eigenhandig weer opbouwen zoals hij dat op zovele andere plekken ook deed. (foto: huidig kerkje van La Romita)
In die tijd was Franciscus overigens niet de enige die zich als leek-kluizenaar terugtrok uit de samenleving om een zwervend en een biddend leven te leiden, in armoede. In zijn voorlopige leefregel staat vermeld dat de broeders die in kluizenarijen of andere plaatsen kwamen, zich die plekken niet mochten toe-eigenen of iemand de toegang ertoe ontzeggen. Dat zegt iets over het armoede-ideaal van Franciscus en zijn broeders. Maar het geeft ook een glimp weer van de rondzwervende lekenbeweging die een kluizenaarsleven leidde in de 11de en 12de eeuw in Italië. Velen trokken zich in die tijd terug uit de wereld.
De roep naar afzondering trekt ook mensen vandaag. Daar is kluizenarij La Romita al sinds 1991 getuige van.
Hoe La Romita herontdekt werd
Enkele jaren na Franciscus’ dood, werd er een klein kloostertje gebouwd dat in de 19de eeuw door de monniken verlaten werd. Tot een jonge franciscaan zich er op een goede dag zijn weg naartoe zocht. Tussen het onkruid door, vlak naast een oude Libanese ceder, vond hij de ruïne van het klooster.
Hier moet ik zijn, voelde broeder Bernardino. Waarna hij het geregelde kloosterleven achter zich liet om de roep van de oude stenen te volgen en de kluizenarij een nieuwe adem in te blazen.
Eenzaamheid en samenhorigheid
Wat Franciscus’ leven in afzondering typeerde, was dat hij al vanaf het prille begin een vriend meenam naar de grot waar hij een kostbare schat wou zoeken. Terwijl Franciscus God urenlang om raad bad hoe hij zich de hemelse schat tot eigendom kon maken, zat zijn vriend buiten te wachten, benieuwd naar wat daarbinnen gevonden zou worden. Dat verhaal tekende Franciscus' medebroeder en hagiograaf Thomas Van Celano op.
Het kluizenaarsleven van Franciscus is er één van eenzaamheid in verbondenheid. In zijn kluizenaarsregel schrijft hij dat de broeders die in de kluizenarijen leefden, afwisselend contemplatief en meer actief moesten leven. Ze wisselden af: enkele broeders namen als moeders de zorg op zich voor de anderen die in stil gebed bleven, om vervolgens de rollen om te draaien.
Net zoals de woestijnmonniken, ervaarde ook Franciscus in afzondering hoe de duivel hem op de proef stelde.
Dat deed hem beseffen dat hij als mens niet alleen totaal afhankelijk was van Gods genade om hieraan te weerstaan. Maar ook dat hij nood had aan de broederlijke zorg van anderen, die het mogelijk maakten om zich bij momenten totaal aan gebed te kunnen wijden. Het franciscaanse kluizenaarsleven staat dus niet louter op zichzelf. Integendeel, het wordt omringd door warme en broederlijke zorg en liefde.
Lees verder onder de foto's.
Heb ik zelf iets van een kluizenaar?
Mijmerend bij de herinneringen aan La Romita, bedenk ik hoe heilzaam ik deze vorm van kluizenaarschap ervaar. Op een bepaald moment in mijn leven was het op: het continue achtergrondgeluid van auto’s, de altijd drukke bedrijvigheid van de stad, het overaanbod aan activiteiten, de continue prikkels. Ik kon het niet meer horen.
Soms moest ik midden in de week de stad uitvluchten richting eender welk wijds en stil landschap om wat op adem te komen.
Het was alsof ik anders nooit meer leeg, of leger kon worden. Alsof ik nooit meer tot Mezelf kon komen, zoals toen in de woestijn.
Ondertussen heb ik de stad verlaten, om wat meer teruggetrokken en landelijk te leven. Ik weet dat ik niet meer in de wereld zou kunnen functioneren als ik me ook niet kan omringen met de stilte en de afzondering van wat ik als ‘mijn kluis’ ben gaan ervaren. En daar, ter plekke een pas op de plaats makend, bleek Clara van Assisi dan weer een bijzonder goede gids te zijn ... Daarover meer in een volgende blog.
Zin om samen met anderen de afzondering van kluizenarij La Romita op te zoeken? Eind mei trekt TAU er weer op uit voor franciscaanse kluizenaarsdagen. Ontdek er alles over en schrijf je nog snel in!