De juiste balans vinden tussen betrokkenheid en afstand
Je kind heeft angsten die maar niet overgaan. Je partner zit in een lastige job. Je zorgt voor je ouder wordende vader of moeder. Een vriend of vriendin is al maanden depressief.
Het zijn voorbeelden van relaties die appèl op je doen. Ze vragen om je aandacht en zorg. Maar hoe graag je het probleem van de ander ook zou fiksen, je voelt wel dat dat niet kan en niet wenselijk is. Het probleem is te groot en de vrijheid van de ander vereist dat hij of zij de ruimte krijgt. Je mag zijn of haar leven niet overnemen.
Hulpverleners zeggen wel eens dat ze streven naar betrokken distantie: een subtiel en wisselend evenwicht tussen zorg en vrijheid, tussen nabijheid en afstand. Te veel betrokkenheid en de vrijheid van de cliënt verdwijnt terwijl de hulpverlener afstevent op een burnout. Te veel afstand en de hulpverlener wordt onverschillig terwijl de cliënt zich een nummer voelt of in de steek gelaten.
Als je zelf in een relatie zit waar zorg aan de orde is, dan kan het al helpen om te onthouden dat betrokkenheid en afstand beide nodig zijn. Soms wat meer het een, dan weer het ander.
Maar daarmee heb je nog niet het goede evenwicht gevonden. Dat evenwicht lijkt van nature nogal labiel. Als een balletje dat op een heuvel ligt. Een kleine duwtje en het rolt uit zijn evenwichtspunt de heuvel af. Je vervalt in te dwingende zorg door ongeduldig je eigen oplossing op te dringen. Of je loopt weg van de relatie omdat ze op je weegt.
Om in de sweet spot van betrokken distantie te blijven, is een bijzonder soort van inspanning nodig. Een machteloze kracht die in twee richtingen werkt.
Enerzijds helpt ze om toch maar in de relatie aanwezig te blijven, ook al verandert het probleem geen spat. Anderzijds doet ze je met heilig ontzag afstand nemen om de ander niet te overweldigen en er zelf niet aan onderdoor te gaan.
Je kan die dubbele kracht in één woord samenvatten en onthouden: toewijding.
Dat klinkt tegenwoordig misschien wat ouderwets, maar niets houdt je tegen om een oud woord een nieuwe gevoelslading te geven.
Op de eerste plaats staat toewijding dan voor de kracht die je uit de onverschilligheid naar de relatie terugbrengt. Om in een moeilijk relatie te blijven, moet je je aan de ander toewijden. Daar is een vast besluit voor nodig. Want je natuurlijke egocentrisme vraagt al snel: wat heb ik eraan? Je kan je ego op deze manier geruststellen: de ander geeft je een groot cadeau door zijn of haar zorgen aan jou toe te vertrouwen, want zo word jij gered uit je onverschilligheid en isolement. Niet jij moet de ander redden, de ander heeft jou al gered.
Maar toewijding staat ook voor de kracht die je uit te grote betrokkenheid doet terugdeinzen, uit heilig ontzag voor het anders-zijn van de ander. Je mag de ander toewijden of toevertrouwen aan de goede kracht die wil dat hij of zij leeft, altijd meer, met alle omwegen die daarvoor nodig zijn. Dat wordt ook wel eens heilige onverschilligheid genoemd. Niet onverschilligheid in de zin van: het kan je niet schelen wat er met de ander gebeurt. Maar wel in de zin van: je laat de uitkomst los, je weet niet wat de goede weg is voor de ander, hij of zij is voor jou een mysterie, maar je wenst hem of haar het beste toe.
Toewijding is de dubbele kracht waarmee je in het heilige midden kan blijven tussen betrokkenheid en distantie.
Je wijdt jezelf aan de ander toe. Je wijdt de ander en jezelf toe aan de goede kracht die jullie beiden in stand houdt.
Ontdek meer columns van Sim D'Hertefelt
Betrokken distantie kan je ook leren in de gratis onlinecursus 5 vaardigheden om echt te luisteren.