Gesprekken over NBV21: Nieuwe Testament
Een van de taken van het Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap is om vertalingen in andere landen te ondersteunen. Zo werkte Ilse Visser onder meer in Malawi. Fascinerend dat de Bijbel nog altijd voor het eerst vertaald wordt in bepaalde volkstalen. Er is wellicht nog behoefte aan 1.200 vertalingen voor christenen die de Bijbel nog niet in hun moedertaal kunnen lezen. En dan zijn er ook nog 400 gebarentalen waarin wordt gewerkt!
De impact van een zoveelste nieuwe vertaling in het Nederlands is anders, maar het blijft belangrijk om de taal te reviseren om nieuwe generaties aan te spreken, klinkt het. In 2004 was het voor velen al een hele opluchting om de Bijbel eens in normaal Nederlands te horen. Vooral in protestantse kringen was die vertaling een grote vernieuwing.
Een van de uitdagingen in vertalingen ligt altijd in het vertalen van uitdrukkingen en zegswijzen die totaal onbegrijpelijk zijn in een andere taal, cultuur en tijdperk, zoals in Handelingen 26,14: Saul, Saul, waarom vervolg je mij? Je schaadt alleen jezelf, als een onwillige os die tegen de ossenprik stampt. Wie weet vandaag nog wat een ossenprik is?
De toevoeging ‘onwillige’ is een stukje uitleg om de betekenis begrijpelijk te maken, zonder de vergelijking in de brontekst op te geven. De ossenprik komt ook in het Oude Testament een paar keer voor, vandaar dat de vertalers het belangrijk vonden om dat specifieke woord toch te behouden. Saul – Paulus – wordt neergezet als iemand die zinloos tekeer gaat.
Vertalen blijkt echt een monnikenwerk. Niet alle kwesties zijn zo ingewikkeld, maar er zijn er nog wel moeilijkere dan deze. Tot ruzies in de vertaalteams is het niet gekomen, integendeel zelfs. Ilse Visser: Ik ben mijn collega’s nog veel meer gaan waarderen.Cor Hoogerveen: Het was geen getouwtrek over verschillende ideeën. We wilden allemaal hetzelfde. Visser: Het kracht van een team is ook om elkaar te behoeden voor blinde vlekken.
Het boek Psalmen vertalen was een huzarenstuk. Poëzie vertalen, is een vak apart. Bij de vorige bijbelvertaling was daarvoor een speciaal team bij betrokken met dichters. Daarop kon de NBV21 nog op terugvallen. Het boek Psalmen is het onderdeel met de minste aanpassingen.
Almatine Leene: De psalmen vormen een leidraad voor het leven. Mooi is dat de wet erin wordt voorgesteld als iets wat bezongen kan worden (psalm 119), niet als iets moralistisch of streng, maar de Weg van God waarop je geluk vindt.
Cor Hoogerwerf nuanceert: Lees het niet louter als handboek dat je praktisch kan gaan uitvoeren. Het is poëzie, heel gevoelsmatig.
Genesis
In de zesde aflevering van de podcastreeks Op weg met de NBV21 praten Mirjam Vos en Cor Hoogerwerf van het Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap met consultant Henk Stoorvogel over het eerste Bijbelboek Genesis, vanuit het perspectief van leiderschap. Uiteraard staan ze ook stil bij enkele opvallende vertaalkeuzes waarin de NBV21 verschilt van de vorige Nieuwe Bijbelvertaling uit 2004.
Beluister de podcast en lees de samenvatting eronder.
Genesis vertelt over het wezen van het menszijn. Voor leiders zit er heel wat wijsheid in, vindt Henk Stoorvogel. Hij schreef het boek Leiderschap vanuit de oorsprong (Gideon, 2021) waarin hij het scheppingsverhaal betrekt.
De schepping wordt weergegeven in een tweedeling. God brengt een scheiding en ordening aan. Dat is ook een basisvaardigheid voor leiders. Niet alleen inhoudelijk gaat het over orde scheppen, maar ook in de structuur van de tekst valt de ordening op, met als typische vertaalkeuze de frase ‘alle soorten’ in plaats van ‘naar hun soort’.
Genesis 2 is meer meanderend en dynamisch opgesteld, met een heel andere toon. Ook hier kunnen we iets over leiderschap leren, klinkt het. De mensen geven de dieren een naam en gaan zingen. Ze zijn heel communicatief. Cor Hoogerwerf: Je wordt in dit hoofdstuk als mens haast zelf in de tuin gezet, in plaats van erboven te zweven zoals in hoofdstuk 1.
Het dubbele scheppingsverhaal is belangrijk om te begrijpen dat de wereld niet alleen maar ordentelijk en gaaf is, maar ook heel complex en spannend.
In de NBV21 staat nog steeds dat de vrouw uit de rib van de man wordt gemaakt. De vertalers zochten helemaal uit wat de Hebreeuwse tekst precies betekent. Het blijkt om een bouwkundige term te gaan uit de zijkant van een gebouw. Stoorvogel: Uit de verwonding bij de eerste mens ontstaat nieuw leven. Vind je dat een correcte interpretatie? Hoogerwerf: Het verhaal laat veel openheid voor interpretatie. De tekst nodigt uit om erover na te denken.
De gesprekspartners staan vervolgens stil bij het lied van Adam bij de creatie van Eva. Dit is ze!, roept hij uit. Een prachtig gedicht. Ook verzen 27 tot en met 29 kun je lezen als een gedicht, met 3 keer het woord ‘scheppen’.
God is in dit verhaal een schepper, arts, tuinier en vader. Die rollen van God vindt Stoorvogel een mooi perspectief voor hoe mensen leiding kunnen geven.
Genesis 3: Daar pakken de donderwolken zich samen en gaat er een hele hoop stuk. De mens verstopt zich. Er zit een letterlijke adder onder het gras. De vraag aan de mens is: hoe ga je daarmee om? Stoorvogel: Vanuit hun gebrokenheid leren mensen gauw dat ze zich moeten verstoppen om zich staande te houden. Goede leiders halen mensen terug naar het licht.
Hoe zien we dit leiderschap en heersen tegenover het dienende dat in het evangelie centraal staat? Stoorvogel: Goed leiderschap ís dienend. Beide staan niet tegenover elkaar. Denk aan de storm op het meer, waar Jezus de storm gebiedt te gaan liggen en zijn leerlingen uitdaagt om minder bang te zijn. Tot slot: niet alleen CEO’s zijn geroepen om goede leiders te zijn. Iedere mens moet op zijn minst leiderschap opnemen over zijn eigen leven.
Kaïn en Abel
In de vijfde aflevering van de podcastreeks Op weg met de NBV21 praten Mirjam Vos en Cor Hoogerwerf met theoloog en schrijver Alain Verheij over Kaïn en Abel. Hij schreef onder meer over dit verhaal het boek Ode aan de verliezer. Uiteraard staan ze ook stil bij enkele opvallende vertaalkeuzes waarin de NBV21 verschilt van de vorige Nieuwe Bijbelvertaling uit 2004.
Beluister de podcast en lees de samenvatting eronder.
Kaïn is de eerstgeborene op aarde. Hij is de ‘zoon van Eva’s trots’, zo zou je zijn naam kunnen vertalen. Abels naam betekent bijna het tegenovergestelde: ijdelheid, ademtochtje. In Prediker komt die naam terug in de uitdrukking “ijdelheid der ijdelheden”.
Waren Kaïn en Abel een tweeling? De Hebreeuwse tekst maakt die interpretatie mogelijk en dat blijft in de NBV21 bewaard door de vervanging van ‘later (baarde ze Abel)’ door ‘daarna (baarde ze Abel)’. De verschillen tussen deze broers worden in de verf gezet. De een is landbouwer, de andere herder.
Beiden offeren iets. Waarom God het ene offer aanvaardt en het andere niet, blijft een raadsel.
In de NBV21 wordt vertaald: God schenkt aandacht aan het offer van Abel. De nieuwe vertaling is dus iets vriendelijker geworden voor Kaïn, want er zat een heel afwijzende ondertoon in de vorige vertaling: God had geen oog voor het offer van Kaïn. Verheij interpreteert de tekst dus neutraal: Abel is een zorgenkindje dat aandacht nodig heeft. Kaïn is sterk genoeg en heeft die extra aandacht niet nodig.
Maar Kaïn wordt daar woedend om en zijn blik wordt donker. Die prachtige beeldspraak is – gelukkig! – behouden. Kaïn is zich de hele tijd aan het vergelijken met Abel en wordt jaloers als Abel op één punt beter scoort dan hij. God waarschuwt Kaïn en roept hem op om ethisch te handelen. Maar dat doet hij niet. Hij vermoordt Abel en antwoordt God: Ben ik mijn broeders hoeder? Die ouderwetse vertaling met binnenrijm is opnieuw opgenomen in de NBV21.
Verheij is gehecht aan de uitdrukking: bloed dat schreeuwt uit de aarde. Meestal worden slachtoffers vergeten, maar niet bij God. Jezus zal zelf ook nog terugkomen op Abel en hem een profeet noemen.
Er zijn veel Abels op de wereld. Laten we hun verhaal meer vertellen, roept Verheij op.
Daarbij merkt hij tegelijk op dat iedereen een beetje Kaïn en Abel in zich heeft. Zelfs Kaïn had een beetje Abel in zich. God besluit hem te beschermen. Hij geeft hem telkens weer de kans om goede keuzes te maken. Of we dit verhaal moeten lezen als een aanklacht tegen succes? Dat zeker niet, maar wel op voorwaarde dat je iedereen recht in de ogen kan kijken.
Bergrede en de historische Jezus
In de vierde aflevering van de podcastreeks Op weg met de NBV21 maken Mirjam Vos en Cor Hoogerwerf kennis met historicus Jona Lendering. De Bijbel is voor hem een van de belangrijke bronnen van geschiedenis, een hele bibliotheek zelfs. In deze podcast bekijken ze de bekendste tekst uit het Matteüsevangelie: de Bergrede.
Beluister de podcast en lees de samenvatting eronder.
Als Jona Lendering blogt over de Bijbel, gebruikt hij 3 vertalingen. De Bergrede is voor hem een heel interessante tekst, waarin Jezus wordt neergezet als een tweede Mozes. Hij gaat de berg op en komt vervolgens met 10 stellingen over hoe je je gedragen moet.
Jona Lendering: De redacteur van dit evangelie heeft Jezus echt als jood willen neerzetten, een religieuze specialist die een toespraak houdt over Mozes. Sinds de vondst van de Dode Zeerollen is onze kennis over het jodendom fel vooruit gegaan. 200 jaar geleden dachten we dat er een enorme breuk was bij het ontstaan van het christendom, maar dat klopt natuurlijk niet.
Jezus past in het jodendom als een hand in een handschoen.
De resultaten van het historische Jezusonderzoek hoeven niet af te doen aan zijn betekenis voor gelovigen, vindt Lendering. Zijn liefdesgebod blijft immers overeind. Een gelovige die een bepaalde boodschap denkt te kennen, kan ook nog bijleren door Jezus te zien als een historische figuur die tot aan het eind vasthield aan zijn overtuiging.
Wat met de wonderen? Lendering: Wonderen worden in andere teksten uit dezelfde periode zowat aan alle helden toegeschreven. Wie de Bijbel bekritiseert om die reden, moet beseffen dat je zulke zaken ook tegenkomt in heidense teksten. De wonderverhalen zijn de mal waarin ideeën worden overgedragen. Die ideeën kunnen nog altijd waardevol zijn.
Cor Hoogerwerf wijst op een vernieuwing in de NBV21 in de Bergrede ligt in vers 22 van hoofdstuk 5. Jullie hebben gehoord dat destijds tegen het volk is gezegd: “Pleeg geen moord. Wie moordt, zal zich moeten verantwoorden voor het gerecht.” En ik zeg zelfs: ieder die in woede tegen zijn broeder of zuster tekeergaat, zal zich moeten verantwoorden voor het gerecht. Eerst stond er 'Maar ik zeg jullie', wat lijkt op een tegenstelling. De nieuwe formulering geeft wel weer dat Jezus hier zijn eigen visie aan toevoegt, geen tegenstelling maar een overtreffing.
Ruth en de hele mensenfamilie
In de derde aflevering van de podcastreeks Op weg met de NBV21 maken we kennis met Karin van de Broeke, voorzitter van het Nederlands Vlaams Bijbelgenootschap en predikant. Zij heeft het over het boek Ruth, een prachtig verhaal over een familie, verlieservaringen en verbondenheid tegen alle verwachtingen in.
Beluister de podcast en lees de samenvatting eronder.
De betekenis van de namen in het boek Ruth is heel belangrijk om het verhaal te verstaan. De naam Naomi wordt uitgelegd in de NBV21, net als haar naamsverandering: Naomi betekent de gelukkige, maar zij laat haar naam veranderen in Mara, de bittere. Dat gebeurt nadat ze haar beide zonen is verloren in het vreemde land waar ze met hen naartoe trok omdat er hongersnood heerste in Betlehem.
Naomi wil nu terugkeren naar Betlehem en laat haar schoondochters de vrijheid om achter te blijven in hun eigen land. De schoondochter die blijft, heet in vertaling 'nek'. Ruth, die Naomi wel zal volgen hoewel ze geen joodse is, heet verbondenheid.
Naomi en Ruth leven in Betlehem van wat na de oogst op de akkers blijft liggen. Daar ontmoet Ruth Boaz, een naam die 'in hem is kracht' betekent. In de wisselwerking die tussen de 3 ontstaat, en die een nieuwe toekomst en verbondenheid op het oog heeft, is een mooie literaire spiegel uitgewerkt. Boaz wenst Ruth toe dat ze mag schuilen onder de vleugels van God. In een volgend hoofdstuk vleit Ruth zich aan de voeten van de slapende Boaz en zegt ze in het Hebreeuws letterlijk vertaald: Strek uw vleugels uit over uw dienares.
In de vertaling is die zin anders geformuleerd wegens geen natuurlijk Nederlands. In plaats daarvan staat er: Laat mij bij u schuilen. Waardoor we toch nog kunnen begrijpen: Wat jij over je God gezegd hebt, maak dat nu waar. Toch ontstaat er nog een probleem. Volgens de joodse wetten is er iemand in de familie die eerder in aanmerking komt om te trouwen met de schoondochter van Naomi. Opmerkelijk is dat de tekst hier laat weten dat de naam van die man niet van belang is. Boaz zal het oplossen.
De familie van Ruth staat symbool voor het volk van Israël en het grotere geheel van de mensheid.
Als Moabitische, lid van een vijandig volk, brengt ze verzoening en toekomst voor Israël en de hele mensheid. Ook binnen de Bijbel is er duidelijk discussie gaande over hoe je een bepaalde identiteit en zuiverheid kan doen standhouden. Het hoeft geen uitsluiting teweeg te brengen.
Jona
In de tweede aflevering praten Mirjam Vos en Cor Hoogerwerf met dominee Mirjam Kollenstaart-Muis over het boek Jona. Ze werkt als geestelijk verzorger bij het Leger des Heils. Het boek Jona zit vol humor en houdt ons tegelijk een spiegel voor, zegt ze. God prikt door onze bubbels heen en blijkt veel groter dan wij denken.
Beluister de podcast en lees de samenvatting eronder.
Ik vind de Bijbel nog altijd een lastig boek om te lezen, geeft Mirjam Kollenstaart-Muis toe. Ik ben dol op de verhalen van het Oude Testament, maar ontdekken wat ik daar vandaag nog aan heb, vind ik nog altijd moeilijk. En dat is wel de bedoeling, vindt ze: Zoals God zich toen aan mensen liet zien, zo doet hij dat nog altijd, ook aan mij.
Een vernieuwing in de NBV21 is de aanhef van het verhaal. Geen ‘er was eens’ meer maar een begin dat typisch is voor een profetenverhaal: De Heer richtte zich tot Jona, de zoon van Amitai. Toch is het een heel ander soort profetenverhaal. We krijgen te maken met een onwillige profeet. Hij is het niet eens met Gods genadige handelen en gaat de omgekeerde richting uit.
Vanuit de diepte (in de buik van een vis) bidt hij tot God en wordt hij gered. Hier is in de NBV21 gekozen om de verleden tijd te gebruiken in plaats van de tegenwoordige tijd. Van smeekgebed wordt het zo een dankgebed: Ik riep naar God en hij heeft mij gered. De reden van deze aanpassing is de Hebreeuwse tekst die wel degelijk in de verleden tijd staat. Dit dwingt je tot de conclusie dat die vis iets positiefs is, een soort reddingsoperatie.
Jona lijkt zijn geloof enkel iets persoonlijks te vinden, dat niet bestemd is voor anderen. Ik kom dat wel vaker tegen bij mensen, zegt de dominee. Gelovigen denken vaak dat God er niet is voor mensen die bij het Leger des Heils terechtkomen. Ze vinden van zichzelf dat ze levenslang hun best hebben gedaan, en die anderen hebben het verpest.
Dat is genade: dat je de liefde van God krijgt zonder dat je ernaar geleefd of erom gevraagd hebt.
Jona wil dood. De NBV21 vertaalt heel letterlijk en legt in lijn met de Hebreeuwse tekst de nadruk op de tegenstelling tussen dood en leven. Het Ninevese volk herleeft, Jona wil dood. God richt Jona op en dwingt hem om met andere ogen te kijken naar de situatie.
Job
In de eerste aflevering praten de makers van de NBV21 met cultuurtheoloog Frank Bosman over het boek Job. Dit Bijbelboek gaat over de rol van God in het lijden van mensen. Het behandelt een eeuwenoude vraag, die ook vandaag ons geloof uitdaagt. De aanpassingen in de Nieuwe Bijbelvertaling 2021 kunnen tot een beter begrip van het verhaal leiden.
Onder de podcast vind je de samenvatting.
Het verhaal van Job krijgt een theatrale setting, waarin een personage God verleidt tot een weddenschap. Dat personage werd in de NBV van 2004 nog Satan genoemd, met hoofdletter. In de NBV21 wordt dat de satan, met lidwoord en kleine letter. Het gaat hier immers om een rolbepaling, een personage dat aanklager speelt. Niet om de duivel zoals we hem tegenkomen bij Jezus in de woestijn.
Een nog belangrijkere aanpassing komt op het einde van het verhaal. In de oude NBV buigt Job zijn hoofd en trekt zijn aanklacht tegen God terug: Eerder had ik slechts over u gehoord, maar nu heb ik u met eigen ogen aanschouwd. Daarom herroep ik mijn woorden en buig ik mij, zoals ik hier zit in het stof en het vuil.
In de NBV21 blijft Jobs hoofd recht en trekt hij niets terug van zijn eerdere klachten. Ik héb U horen spreken, en nu heb ik gezien wie U bent. Daarom zal ik verder zwijgen, nu vind ik troost voor mijn kommervol bestaan. Dit slot zonder spijt past veel beter bij de standvastige Job die in de veertig voorgaande hoofdstukken steeds heeft volgehouden dat hij onschuldig is. Hij vindt niet dat hij fout geweest is, maar hij geeft de strijd met God op en heft het hoofd. En God lijkt hem daarvoor te belonen, Hij herstelt hem in zijn gezondheid, rijkdom en familie.
Zo wordt dit verhaal een geweldig moreel appel om onze verontwaardiging over lijden uit te spreken tegenover God, vindt Frank Bosman. We mogen het oneens zijn en rechtvaardigheid eisen.
Ontdek de hele podcastreeks Op weg met de NBV21 op Spotify of beluister de volgende aflevering elke maandag en donderdag op Kerknet.