Mensenrechten voor mensen zonder papieren
Het initiatief ontstond in kringen van de Commissie Rechtvaardigheid en Vrede en Heelheid van de Schepping, bij een aantal scheutisten, spiritijnen en andere oud-missionarissen die zich al langere tijd betrokken weten met de acties van mensen zonder papieren in en rond de Brusselse Begijnhofkerk. Wij hoorden daar keer op keer dat de publieke opinie niet rijp lijkt te zijn voor ruimere regularisatieoperaties, legt scheutist Jean Peeters uit. Maar dat neemt niet weg dat de situatie van vele mensen zonder papieren uitzichtloos is: ze kunnen om allerhande redenen niet naar hun landen van oorsprong gerepatrieerd worden maar toch krijgen zij hier niet de minste kansen en worden hun mensenrechten allerminst gerespecteerd.
Daarom lanceren de missionarissen een concreet en constructief voorstel.
Parlementaire commissie
Laat ons een nieuwe parlementaire commissie vragen na te denken over een betere bescherming van de rechten van mensen die sowieso op ons grondgebied verblijven. Het voorstel van de missionarissen mag nog wat verfijning vereisen – zo is het niet aan de regering, maar aan het parlement zelf om parlementaire commissies in het leven te roepen – dat neemt niet weg dat het pistes uitzet voor uitwegen uit de impasse rond de mensen zonder papieren. Waarom ook niet over de grenzen kijken hoe andere landen hiermee omgaan?, vraagt pater Peeters zich af. Inderdaad, Duitsland bijvoorbeeld werkt aan een openhartiger politiek, net zoals er ook in de VS een werkvergunningbeleid bestaat, gericht op migranten uit Midden- of Zuid-Amerika.
De oproep van de missionarissen hieronder wordt intussen gesteund door hun provinciale oversten of gedelegeerden.
Oproep van missionarissen
Wij, missionarissen die in verschillende landen van het zuidelijke halfrond hebben geleefd, houden een erg goede herinnering over aan de gastvrijheid van deze bevolkingsgroepen. Sommigen van ons zijn getuige geweest van het lijden dat hun medemensen ter plaatse te verduren hadden onder dictaturen, oorlogen, vervolgingen, uitbuiting, landroof, verarming door de schuldenlast van hun land, problemen in verband met de opwarming van de aarde ... Wij begrijpen hun wens om hun land te ontvluchten met gevaar voor eigen leven.
Eenmaal in België aangekomen, worden zij helaas teleurgesteld omdat zij onmogelijk de schending van hun arbeidsrechten kunnen aanklagen – hongerlonen, willekeurige ontslagen zonder loon, 10 uur werken per dag, onhygiënische en onveilige slaapplaatsen – aangezien zij het risico lopen uitgewezen en/of gevangen gezet te worden. Hetzelfde geldt voor hun onmogelijkheid om zich te beschermen tegen arbeidsongevallen en tegen seksuele intimidatie of verkrachting.
Daarom vragen wij, missionarissen, geconfronteerd met deze situatie van schending van de mensenrechten, dat de regering onverwijld een nieuwe parlementaire commissie zou oprichten, die zich moet bezighouden met de bescherming van de rechten van deze mensen die op ons grondgebied verblijven. Er moet onder meer worden nagegaan wat er op andere continenten wordt gedaan, denk aan de overeenkomsten tussen de Verenigde Staten en verschillende Midden- en Zuid-Amerikaanse landen betreffende specifieke werkaanbiedingen. Die commissie zou ook via de Hoge Commissaris voor de Vluchtelingen van de Verenigde Naties kunnen onderzoeken welke verdragen er in verschillende Aziatische landen gelden, die misschien aangepast kunnen worden gevolgd.
Voor ons, voormalige missionarissen, komt het vooral erop aan dat België een manier vindt om de mensenrechten te waarborgen van mensen die het Belgische grondgebied toch niet zullen verlaten: mogelijkheid om te trouwen, een rijbewijs te halen, een bankrekening te openen, zich in te schrijven in een instelling voor hoger onderwijs, een beroep te kunnen doen op een uitkering van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening (RVA), geld over te maken via Western Union, te erven, geld te lenen om een huis of een auto te kopen, ... Wij zijn ons ervan bewust dat dit een moeilijke taak is voor dergelijke commissie, aangezien een aanzuigingseffect moet worden vermeden, maar dit zou een eer zijn voor België, en ook een gedeeltelijk antwoord op het tekort aan kandidaten voor bepaalde beroepen.
Martin Mvibudulu, provinciaal van de scheutisten; Michel Huck, provinciaal van de spiritijnen; Claude Stockebrand, provinciaal van de picpussen; Yvo Wellens, provinciaal gedelegeerde voor België van de witte paters; Yvonne Verhaegen, gedelegeerde voor België van de franciscanessen van de Barmhartigheid-Luxemburg; Robert Thunus, provinciaal van de broeders maristen; Claudine Verhoeven, provinciaal gedelegeerde van de franciscannessen-missionarissen van Maria; Cécile Machiels, Michelle Dereau en Marie-Reine Laignelet van de zusters van Sint-Ursula van Dole; verantwoodelijke François Dupont van de oblaten; de priorij van de missionaire dominicanessen van Fichermont; dominicannesse Marianne Goffoël; Caniel Cosyn, algemeen overste van de oblaten van de Onbevlekte Maagd Marie; Dirk De Vis, voorzitter van de Commissie Gerechtigheid en Vrede en Heelheid van de Schepping en missionaris van het Heilig Hart; Nicole Leblanc, regionaal verantwoordelijke van de ursulinen; zuster Pauline en zuster Epenge, provinciaal moderatrice en gedelegeerd verantwoordelijke van de zusters van Onze-Lieve-Vrouw van Namen; Marie-Henriette Leconte en Marie Geneviève Fossaert, verantwoordelijke van de Frans-Belgische zusters van de Sainte Union; zusters Suzy Deman, provinciaal overste van de dochters van Maria; Chantal Gérard, algemeen verantwoordelijke van visitandinnen; Edith Pirard, algemeen gedelegeerde van de witte zusters; Rosette Dirix, verantwoordelijke van de hospitaalzusters van het Heilig Hart en de zusters van het Hart; met medewerking van Paul Tihon, Paul Mayence en Jean-Marie Faux van de Sociëteit van Jezus.