Barts Bijbelbrieven ~ Beste broer van de verloren zoon
Beste broer van de ‘verloren zoon’,
Jezus’ parabel over je verloren broertje maakt bij mij steevast gemengde gevoelens los, ook al begrijp ik intussen – sterker dan vroeger – de onderliggende boodschap achter het verhaal. In gedachten neem ik het altijd voor jou op.
Het moet je maar overkomen. Je kleine broer wil de wereld zien.
Hij onttrekt zich aan elke vorm van verantwoordelijkheid jegens jou en je vader en eist prompt zijn erfdeel op. Vluchtig neemt hij afscheid van jullie. Vervolgens geeft hij zich jarenlang over aan wilde braspartijen en drankorgies. Hij duikt het bruisende nachtleven in en wisselt van prostituee zoals jij en ik dagelijks ons ondergoed vervangen. Ik schakel even over naar de versie van de evangelist Lucas: Toen alles op was, kwam er een hongersnood in dat verre land. De zoon had niets meer te eten.
Noodgedwongen nam je laaggevallen broer een baantje als varkenshoeder aan. Hij ondervond aan den lijve dat hij niet alleen zijn geld kwijt was; ook zijn talrijke vrienden hadden hem in de steek gelaten. Niemand had medelijden met de ooit zo populaire gulle geldverkwister. Door honger gedreven at hij zelfs van het voer dat de varkens kregen. Hij herinnerde zich hoe goed hij het vroeger had. Thuis hebben zelfs de armste knechten altijd genoeg te eten, citeert Lucas zijn gedachten.
Op een dag hoorde je in de verte vrolijke muziek schallen. Jij was die avond nog laat aan het werk op de akker. Je vernam dat je broertje onverwacht was teruggekeerd.
Je vader had je broer zonder enig verwijt terug in huis opgenomen, hem een gouden ring gegeven en hem gekleed met de mooiste gewaden.
De heerlijke geur van mals geroosterd kalfsvlees werkte op jou als een rode lap op een stier. Jij was razend en voelde je onrechtvaardig behandeld. Jij was immers de modelzoon, de harde werker die altijd zijn uiterste best had gedaan. Jij had je vader niet aan zijn lot overgelaten en zijn spaargeld verbrast. Had je vader ooit ter ere van jou een vetgemest kalf geslacht? Nee, dat had hij nooit gedaan.
Het stoort mij dat jij in de parabel niet bepaald sympathiek overkomt.
Persoonlijk reken ik jou tot de niet benijdenswaardige groep van mensen die ondanks hun inspanningen blijkbaar voor niemand goed kunnen doen.
Het was voor jou aartsmoeilijk om je in te leven in de gemoedstoestand van je vader. Je vond zijn houding onrechtvaardig. Om de meest verregaande vaderliefde te begrijpen, moet je immers zelf vader zijn. Een broer kan niet vergeven zoals een liefdevolle vader dat kan.
De nieuwste editie van Bijbel in Gewone Taal zag het licht in 2014 en zal nog een geruime tijd dienstdoen. Via deze weg doe ik een oproep aan de samenstellers om bij een volgende herdruk aan de bestaande boventitel van de parabel twee extra opschriften toe te voegen, zodat jij én je vader de centrale plek krijgen die jullie volgens mij verdienen. Mijn suggesties luiden als volgt: Het voorbeeld van de zoon die weggaat; het voorbeeld van de zoon die trouw blijft; het voorbeeld van de vader die al zijn kinderen liefheeft.
Warme groeten grote broer, Bart Demyttenaere
Reactie van Nikolaas Sintobin
Beste Bart,
Dank voor je steunbetuiging aan de grote broer. Ik kom zelf uit een gezin waar ik de oudste zoon ben... Dank ook voor je suggesties voor een nieuwe titel voor dit aangrijpende verhaal. Ik kan me vinden in de eerste en de derde. Een stuk minder in de tweede: De zoon die trouw blijft. Wellicht heeft dat ermee te maken dat ik een wat andere interpretatie heb van waar beide zonen voor staan. Spontaan voel ik meer verwantschap met de oudste zoon. Tegelijk heb ik met de jaren meer sympathie ontwikkeld voor zijn jongere broer.
Thans meen ik dat het 'probleemkind' in dit verhaal wel degelijk de oudste is en niet de jongste.
Ik verklaar me nader.
Laat me beginnen bij de oudste. Je omschrijft hem zelf als de modelzoon. Hij doet inderdaad heel precies wat van hem gevraagd wordt. Preciezer uitgedrukt, hij wil voorbeeldig zijn door heel letterlijk en strikt de regels te volgen. Hij stoot hierbij, met de tijd, wel op een ernstig probleem. Het lijkt erop dat hij vergeet te leven. Feestvieren is voor hem een probleem geworden.
Zijn vader, dé Vader, ziet hij als een strenge wetgever die je angstvallig moet gehoorzamen.
Hij kan zelfs niet bevroeden dat zijn vader maar wat blij zou zijn mocht zijn eerstgeborene af en toe de bol uitgaan. Zo de oudste zijn voorbeeldigheid al niet zou aanhouden uit ontzag – of gaat het over angst – voor zijn vader, dan zou hij het waarschijnlijk hoe dan ook doen voor zijn goede reputatie. Ook iets belangrijk en goed. Alleen, daar leef je niet van.
Zo belangrijk als regels en wetten zijn, ze zijn geen doel op zich. Ze kunnen bevrijden. Maar in laatste instantie komt het erop aan het leven in te duiken. Die stap lijkt de angstige oudste broer niet te kunnen zetten. Het gebeuren met zijn jongere broer confronteert hem hiermee op pijnlijke wijze. Vandaar, vermoed ik, de heftigheid van zijn reactie.
Dat, meen ik, is meteen ook de reden waarom de benjamin op de spontane sympathie kan rekenen van de lezer. Toegegeven, hij gedraagt zich onhandig, ondankbaar, lichtzinnig, kortzichtig en ronduit dom. Maar, hij trekt erop uit, het onbekende tegemoet. Hij sluit zich niet op in angst en zekerheden. Hij laat zich leiden door zijn diepere verlangen, ook al moet dat laatste nog flink worden uitgezuiverd. Dat gebeurt ook daadwerkelijk.
Door schade en schande wordt men wijs. Onze jongste kan ervan meespreken.
De ontegensprekelijke uitkomst van dit schokkende verhaal is dat het jonkie voluit kan delen in de liefde van de Vader. Dit is niet het geval voor de eerstgeborene. Die heeft zich zo gebarrikadeerd in veiligheid en zekerheid dat hij niet in staat is om ook maar te vermoeden waartoe de Vader hem uiteindelijk uitnodigt.
Paradoxaal genoeg lijkt het me dan ook de jongste die ontdekt wat echte trouw betekent. Zijn grote broer heeft nog een lange weg af te leggen.
Broederlijke groet, Nikolaas Sintobin sj.