Egied Van Broeckhoven, inspirerende priester-arbeider [portret]
Met de komst van de eerste honderd leerlingen startte op 1 september in Sint-Jans-Molenbeek de nieuwe jezuïetenschool Egied Van Broeckhoven. Een gewaagd project van de initiatiefnemers om in de armere sikkel van Brussel een gloednieuwe school neer te planten. De naam van de school is een eerbetoon aan een jonggestorven priester-arbeider uit Anderlecht-Kuregem. Maar wie was deze jezuïet?
In Kuregem spreken we af met jezuïet Hugo Carmeliet (85), gepensioneerd priester-arbeider en een van de weinigen die Egied nog gekend hebben. ‘De naam van de school is gekozen door een leek en zo kwamen ze bij mij terecht om de spiritualiteit mee te verwoorden. Vandaar het devies op de gevel ‘En todo amar y servir’ (in alles liefhebben en dienen’). In 1967 overleed Egied Van Broeckhoven, amper 34, als gevolg van een arbeidsongeval in de fabriek waar hij werkte.
Drie jaar na Gieds dood publiceerde een medejezuïet, Georges Neefs, een selectie uit Egieds dagboeken, schriftjes vol onleesbare krabbels.
Het werk maakte bij de publicatie een enorme indruk en kenners aarzelen niet om Egied op te nemen in het rijtje van moderne mystici zoals Thomas Merton en Etty Hillesum. Ik vroeg al jaren om het opnieuw uit te geven, en dat gebeurt dus gelukkig nu, met duiding door drie academici.’
Geestelijk dagboek
Het dagboek is in in de volste zin van het woord een ‘geestelijk dagboek’, waarin Van Broeckhoven optekende wat hij zijn ‘inzichten, verlangens en ervaringen’ noemt, en zijn zoektocht naar God. Het kernthema van het dagboek, dat tientallen keren heel concreet wordt geformuleerd, laat zich samenvatten in deze ene zin: ‘lk dank U, Heer, dat ik U heb mogen ontmoeten in die of die, in dat gesprek, in die situatie.’
Tegelijk gaat het ook over het dagelijkse leven in de fabriek en de wijk.
Zijn medejezuïeten wisten niet van dit mystieke leven.
Van Broeckhoven was immers een wat onopvallende jezuïet, geboren in Antwerpen in 1933. Zijn moeder overleed kort na zijn geboorte en hij werd opgevoed door pleegouders. Hugo Carmeliet wijst ons op het feit dat op het doodsprentje van Egieds moeder een tekst van Ruusbroec stond. De Brabantse mysticus werd later in het dagboek een inspiratiebron.
Kartuizer in de fabriek
Na zijn humaniora trad Egied tot verbazing van klasgenoten in. In 1964 werd hij na de gebruikelijke lange jezuïtische vorming tot priester gewijd. In de Antwerpse wijk Dam leerde hij het wijkapostolaat van pater Bellens kennen en dat zette hem ertoe aan te gaan werken in een fabriek als arbeider tussen de arbeiders. Tijdens zijn vormingsjaren speelde hij met het idee kartuizer te worden, maar het gaan naar de mensen die het verst van God verwijderd leven wordt voor hem het contemplatieve milieu dat God hem aanwijst. In vriendschap ontvouwt zich de diepte van Gods aanwezigheid.
Met drie confraters ging hij in Kuregem wonen, waar toen ook de eerste migranten neerstreken.
Vanaf augustus 1965 werkte hij in de buurt in vier fabrieken. Dik twee jaar later raakte hij verpletterd bij het uitladen van metalen platen.
‘Gied zou vandaag met grote verbazing naar de naam van de nieuwe school kijken’, zegt Hugo Carmeliet. ‘Priester-arbeiders werden in het begin aanzien als een experiment en pas later erkend. We kregen wel de kans om effectief tussen de mensen te werken en te wonen. Vandaag zou de insteek heel anders zijn. De arbeiderswereld en de buurt waar wij toen woonden zijn compleet veranderd. Ik zie het gevangenisapostolaat van de Vlaamse jezuïeten of de Jesuit Refugee Service getuigen van dezelfde spiritualiteit.’
• Egied Van Broeckhoven, Dagboek van de vriendschap.Halewijn, 2023, €19,95. In september ‘Boek van de maand’ met 10% korting. www.halewijn.info