Waar komen de zeven hoofdzonden vandaan?
Momenteel behandelt paus Franciscus tijdens zijn catecheses bij de traditionele woensdagaudiëntie in het Vaticaan de zeven hoofdzonden. Het is een wat vreemd lijstje, dat evenwel tot vandaag film- en televisiemakers en popmuzikanten blijft inspireren.
In de vierde eeuw schreef de Griekse monnik Evagrius Ponticus over de ‘acht kwade gedachten’: gulzigheid, lust, hebzucht, woede, luiheid, verdriet, ijdelheid en trots. Evagrius schreef evenwel niet voor een algemeen publiek. Als ascetische woestijnmonnik in de oosterse christelijke kerk schreef hij aan andere monniken over hoe deze acht gedachten hun spirituele leven konden verstoren.
Een leerling van Evagrius, Johannes Cassianus, bracht deze ideeën naar de westerse kerk, waar ze van het Grieks naar het Latijn werden vertaald.
In de zesde eeuw herschikte Gregorius de Grote – de grootste paus van de vroege middeleeuwen – deze lijst in zijn commentaar op het boek Job, waarbij hij ‘luiheid’ schrapte en ‘afgunst’ toevoegde. In plaats van ‘trots’ een eigen plaats op de lijst te geven, beschreef hij dit als iets wat met de andere zeven ondeugden was verbonden.
In de 13e eeuw bekeek de dominicaanse theoloog Thomas van Aquino de lijst opnieuw bekeek in zijn Summa Theologica (Samenvatting van de theologie). In zijn lijst bracht hij ‘luiheid’ terug en elimineerde hij ‘verdriet’. Net als Gregorius beschreef Thomas van Aquino ‘trots’ als de overkoepelende heerser van de zeven zonden. De huidige hoofdzonden in de Catechismus van de Katholieke Kerk zijn in wezen dezelfde als die van Thomas van Aquino, behalve dat ‘trots’ de plaats inneemt van ‘ijdelheid’.
Wat zijn deze zonden? Het gaat hierbij om zeven zonden die ieder aan de basis liggen van vele andere zonden. ‘Ze brengen de andere zonden voort’, zegt de Catechismus van de Katholieke Kerk (CCC) in nr. 1866. De zonde streeft ernaar zichzelf te herhalen. Het begrip doodzonde wordt weleens verward met het begrip hoofdzonde maar heeft een andere betekenis. Doodzonde is een overtreding van een van de tien geboden. Probleem is dat men in het Engels spreekt over de ‘seven deathly sins’ en in het Duits over de ‘sieben Todsünden’.
De zeven hoofdzonden zijn:
- Superbia (hoogmoed - hovaardigheid - ijdelheid - trots)
- Avaritia (hebzucht - gierigheid)
- Luxuria (onkuisheid - lust - wellust)
- Invidia (nijd - jaloezie - afgunst)
- Gula (onmatigheid - gulzigheid - vraatzucht)
- Ira (woede - toorn - wraak - gramschap)
- Acedia (gemakzucht - traagheid - luiheid - vadsigheid), afkomstig van het Griekse "ἀκηδία"
Naast de zeven hoofdzonden is er een opsomming van hun tegenhangers: de zeven deugden.