Parlementaire commissie focust op preventie misbruik
Na veel tijd te hebben besteed aan het beluisteren van experten en slachtoffers van misbruik, begon de parlementaire kamercommissie naar seksueel misbruik in de Kerk met de sessies waar kerkelijke leiders en verantwoordelijken worden uitgenodigd.
Maandag 19 februari begon de dag met een zitting over preventie en vorming. Bruno Spriet (foto), sinds vorig jaar secretaris-generaal van de Belgische bisschoppenconferentie, toonde de volksvertegenwoordigers hoe het thema preventie de voorbije tien jaar in bisdommen, opleidingen en congregaties op de kaart werd gezet. Kosten noch moeite werden gespaard. De kerkelijke media Kerk & Leven en Dimanche publiceerden meer dan vierhonderd artikels over het onderwerp.
Sofi Van Ussel, directeur van IJD, vroeg aandacht voor grensoverschrijdend gedrag in een breed perspectief: ‘Er is dringend nood aan een zorgkader.’ En ze deed enkele suggesties om dit waar te maken. ‘Iedereen in onze organisatie is sterk aangedaan door de verhalen’, zei ze.
Strenge selectie bij priesteropleiding
Joël Spronck, rector van het seminarie van de Franstalige bisdommen in Namen, vertelde de commissieleden over de actuele vorm van de priesteropleiding in Vlaanderen en Franstalig België. In het Johannes XXIII-seminarie in Leuven studeren momenteel 15 seminaristen voor de vijf Vlaamse bisdommen en in Namen 17 seminaristen voor het Franstalige landsgedeelte. De gemiddelde leeftijd van de priesterkandidaten is 31 jaar. Spronck zei dat er een screening is en een voorbereidend jaar, waardoor zo’n 30% van de kandidaten uiteindelijk niet wordt weerhouden.
Misbruikpreventie is al enkele jaren een thema in de opleiding. Menselijke vorming is daarbij uiterst belangrijk.
Wie onrijp is, wordt doorgestuurd. Wie doorgestuurd wordt, kan niet elders beginnen.
‘Zelf nu het aantal seminaristen klein is, hebben wij de plicht streng te selecteren’, zei Pronck.
‘We zien het beleid niet als af’, zei Bruno Spriet tijdens de vragenronde. De cultuuromslag vraagt een breed bewustzijn van de gelovigen. Hij verwees naar een zaak in het bisdom Gent waar in 2020 een klacht over een priester binnenkwam, waarna er plots andere meldingen over dezelfde persoon volgden.
Samenwerking bij aanpak misbruik
Het namiddaggedeelte was gewijd aan de wereld van de religieuzen. Robert Thunus, broeder Marist, is provinciale overste van zijn congregatie en voorzitter van de Franstalige koepel van religieuzen Corev. Hij wees eerst op het feit dat de gemiddelde leeftijd van de religieuzen in ons land vandaag tachtig jaar is. De koepels werken samen met de bisschoppenconferentie wat betreft de aanpak van misbruik.
De West-Vlaamse zuster Mieke Kerckhof leidt de Vlaamse religieuzenkoepel URV. Het verbaasde de commissieleden dat de koepel geen zicht heeft op concrete dossiers.
Wel bestaat er een gemeenschappelijk opvangpunt voor slachtoffers vanuit de ordes en congregaties.
‘Dat hangt samen met de structuren van de rooms-katholieke Kerk’, legde Frederik Testaert, abt van Postel, uit. Hij vertelde dat het kerkelijk recht sinds 2021 bepaalt dat een overste die zich bezondigt aan schuldig verzuim gesanctioneerd kan worden en zijn ambt dreigt te verliezen.
Broeder Thunus woonde een tijd in Ierland en zag daar de verwoestende effecten van het schandaal. Lang gold er een omerta (de wet van het stilzwijgen) in de hele Kerk, aldus Thunus. Mensen wisten het, maar zwegen. Daarom is er een algemene mentaliteitsverandering nodig in de hele maatschappij. De religieuzen toonden hun grote aandacht voor psychische zorg en heling van de overlevers. Broeder Thunus zei dat voor velen het eindelijk beluisterd en erkend worden reeds veel betekent.
De aanpak van daders binnen en door het kerkinstituut komt vrijdag ter sprake. De onderzoekscommissie nodigt daarvoor vier bisschoppen uit: Patrick Hoogmartens (Hasselt), Luc Van Looy (emeritus bisschop Gent), Johan Bonny (Antwerpen) en Guy Harpigny (Doornik).