Barbara Torfs: ‘Bond zonder Naam is meer dan alleen spreuken’
Barbara Torfs (58) is licentiate Lichamelijke Opvoeding, maar werkte vooral als marketing- en communicatiemanager bij het familiebedrijf Schoenen Torfs. In 2020 kwam ze onverwacht aan het hoofd te staan van de Bond Zonder Naam (BZN), vooral bekend van de spreuken.
Van schoenen naar spreuken, het is een grote sprong, zelfs voor een turnjuf. Of toch niet?
Zoals voor velen was de coronapandemie ook voor mij een tijd van bezinning. Ik voelde dat het businessgegeven niet langer aan mij besteed was. Wat ik dan wel wilde doen, wist ik niet. Ik speelde met het idee om natuurgids te worden in het Verdronken Land van Saefthinge, maar het liep anders. Sinds 2013 ben ik al betrokken bij BZN als vrijwilliger. Hoewel ik de beweging kende van de maandelijkse spreuken die vroeger bij ons in de keuken hingen, leerde ik haar pas echt kennen bij Schoenen Torfs.
Ons familiebedrijf wilde een deel van de winst aan goede doelen besteden en zo belandde ik bij Bond Zonder Naam.
Vanuit Schoenen Torfs ben ik in de algemene vergadering gestapt, vervolgens in de raad van bestuur, waarvan ik sinds maart 2020 voorzitter was. Zo werkte ik nauw samen met toenmalig directeur Björn Caeckelbergh. Toen hij in november 2020 onverwacht overleed, viel ik tijdelijk in, om na twee weken te beseffen: dit is de job van mijn leven. Omdat de cirkel rond is. De ervaring die ik opdeed, eerst in het verenigingsleven met vrijwilligers, vervolgens in het zakenleven en tot slot als zelfstandig ondernemer komen nu perfect samen.
(Lees verder onder de foto)
U overwon borstkanker het voorbije jaar. Staat u nu anders in leven?
Ik sta nog gedrevener in mijn werk, in mijn missie bij BZN. En of het de leeftijd is, de ziekte of mijn werk, ik kan goed relativeren. Ik ontdekte ook hoeveel positieve kracht er in mij schuilt. (Verheft haar stem.) Ik verbaas me ook geregeld en grondig over waar mensen zich druk over maken, zulke kleine dingen, héél kleine dingen. Praat toch met elkaar, meer en beter, denk ik dan.
Wat is uw missie bij BZN?
De bond is bekend om zijn spreuken, maar is veel meer dan dat. Dat wil ik in de markt zetten. Velen denken aan een ouderwets, ietwat wollig imago. Negen op de tien keer dat we in de pers komen, is het omdat een redacteur schrijft dat iets ‘wat Bond Zonder Naam-achtig’ klinkt, met een negatieve ondertoon dus, vaak wel gevolgd door de bedenking ‘maar het is eigenlijk wel waar’. Aan dat imago wil ik werken. Wanneer ik begin te vertellen in parochies, in serviceclubs, in bedrijven, op bijeenkomsten van gepensioneerde ondernemers … zijn mensen geboeid. Zo wil ik harten winnen en mensen verbinden, nieuwe generaties warm maken voor ons gedachtegoed en werken aan een positieve perceptie.
Is dat dan nodig?
Bij 65-plussers niet. Ze kennen onze spreuken en weten ze naar waarde te schatten. Jonge mensen – twintiger of dertigers – kennen ze helemaal niet, zelfs niet van bij de bomma. Hun harten trachten we te winnen via sociale media en campagnes. Zo starten we binnenkort een project met de Karel de Grote Hogeschool.
Het probleem situeert zich bij mijn generatie. Hun harten wil ik terug voor BZN winnen.
Weet je, nu en dan prijs ik op een stand van BZN of op een of ander event de nieuwe uitgave van het boek Menslief, ik hou van jou uit 1972 aan. Na de Bijbel en Ons kookboek van KVLV, nu Ferm, is dat het bestverkochte boek ooit in Vlaanderen, met meer dan 850.000 exemplaren. Geregeld zeggen leeftijdsgenoten: ‘Wel, ik koop een exemplaar voor mijn moeder.’ ‘Neen,’ reageer ik dan meteen (ze slaat op tafel om haar woorden kracht bij te zetten), ‘koop het voor uzelf, of voor uw kinderen. En ga met hen in gesprek over de thema’s achter de spreuken.’ Net dat vastgeroeste beeld wil ik doorbreken. Waarom vertellen we niet wat dat boek vroeger met ons heeft gedaan? Ikzelf bijvoorbeeld legde het op mijn nachtkastje, en fragmenten die me raakten, pende ik over in mijn dagboek. Mijn neef Wouter vertelde dat zijn klastitularis in het vijfde secundair, een leerkracht wiskunde, elke dag begon met een tekst uit dat boek. En dat hij super fier was dat hij, toen zestien, mocht voorlezen uit dat boek. Als je dat kunt delen met je kinderen, is dat toch fantastisch!
Voor welke uitdagingen staat BZN?
Hoe relevant blijven vandaag, dat is de grote uitdaging. Iedereen heeft de mond vol van verbinding. Dat is net onze kern. Dat thema willen we voort opnemen, op een creatieve manier, juist om die boodschap naar vandaag te vertalen.
We willen zoveel mogelijk mensen vanuit het hart sensibiliseren.
Met onze spreuken – ons dna – houden we mensen een spiegel voor en doen we hen nadenken over hoe we met elkaar omgaan of hoe we beter met elkaar zouden omgaan. Sinds mijn aantreden werken we met spreukenambassadeurs: mensen die deze woorden voorleven en erover getuigen, zoals Tourist LeMC in april. Op onze Spreukenspotify bieden we bij elke spreuk een bundel van twintig liedjes aan. En vanavond trek ik naar een parochie in Vlaams-Brabant voor een Spreukenbabbel. We gaan met gasten in gesprek over twee spreuken, waarna de aanwezigen in groepjes daarover van gedachten wisselen. Kleinschalig, maar verbindend.
Tot wie richten jullie je?
We hebben een erg brede doelgroep. Enerzijds onze ‘bondgenoten’ – we spreken niet van ‘leden’, we zijn een bond voor iedereen, ook voor mensen zonder naam of stem. We hebben nog steeds onze Huiswinkels, vroeger een duizendtal, nu nog zo’n 250, die zich op parochiaal niveau situeren.
Phil Bosmans was een marketeer avant la lettre.
Nog voor de Tupperwareparty’s had hij al het concept van Huiswinkels uitgedacht: vrijwilligers verkopen thuis producten van BZN, ondertussen bieden ze een kop koffie, een luisterend oor, kortom, verbinding. Daarnaast richten we ons tot mensen uit kansendoelgroepen: mensen in kansarmoede, mensen in (ex-)gevangenschap en mensen die geen aansluiting vinden bij de samenleving om een of andere reden.
Phil Bosmans was ook een luis in de pels. Is BZN dat nog steeds?
Te weinig, eerlijk gezegd. Ook vandaag vraagt BZN aandacht voor wie niet gezien wordt, en maakt bespreekbaar wàt niet gezien wordt in onze samenleving. Denk aan onze detentiewerking of onze sociale kruidenier. We bieden kansen aan mensen, ook aan wie geen kansen krijgen. We organiseren heel wat activiteiten en initiatieven om mensen te activeren, zoals ‘samen lezen’ met kwetsbare doelgroepen, Zin op Zondag om mensen op zondag met elkaar te verbinden, Schoonheid voor iedereen. En we bieden noodhulp in onze thuis- en daklozenopvang De Revue, in samenwerking met Free Clinic. Maar het kan beter.
De stichter was een montfortaan. Stroomt er nog gelovige inspiratie door de beweging?
We brengen dat christelijke verhaal niet uitdrukkelijk, maar willen het absoluut niet verloochenen. Onze stichter was diepchristelijk. Zijn geloof was zijn baken. Ik las veel over hem en vertel daar graag over. Het is een bijzonder inspirerend verhaal. Bovendien was hij zijn tijd ver vooruit. Denk aan zijn spreuken over geweld, armoede, drugs, oorlog. Hij richtte de eerste maatwerkplaats op, het eerste vluchthuis voor vrouwen, de eerste sociale kruidenier …
Phil Bosmans was een pionier omdat hij durfde te zien en aan te kaarten wat niet gezien en gehoord werd.
En dat is onze missie nog steeds. Want als je naar onze samenleving kijkt, kan je niet anders besluiten dat we op dat vlak niet vooruitgegaan zijn. En toch, (knipoogt) en dat klinkt heel Phil Bosmansachtig, willen we hoop brengen, met opgestroopte mouwen. We willen niet bij de pakken neerzitten, we willen er iets aan doen!