De weg van luisteren en onderscheiden
Volgende week start in Rome de bisschoppensynode over synodaliteit met 364 deelnemers. Een van de zes Belgische deelnemers is de Luikse vicaris-generaal Alphonse Borras, die er als theologisch expert dient. Met hem spraken we over verwachtingen en voorbeschouwingen van wat wellicht een historische gebeurtenis van formaat wordt.
Wat staat er te gebeuren?
Voor het eerst zullen leken niet alleen deelnemen aan de vergadering van de bisschoppensynode, maar ook volwaardig lid zijn, met de mogelijkheid om aan het einde van het synodale proces in oktober 2024 over een slotdocument te stemmen. Alphonse Borras wijst ons op dit historische feit. ‘Dit is dus meer dan een miniconcilie, deze synode is een grote gebeurtenis voor de Kerk’, zegt Borras. ‘Zowat alle bisschoppenconferenties zijn betrokken. De synode is ook breed en wereldwijd voorbereid.’
Wat staat op de agenda?
De 364 deelnemers gaan een weg van luisteren en onderscheiding. De vier weken durende sessie start met een retraite, gepreekt door de Britse dominicaan Timothy Radcliffe. Daarna wisselen ‘algemene congregaties’ en ‘gesprekskringen’ zich af. De paus besliste dat dit alles achter gesloten deuren moet gebeuren. Hoewel het instrumentum laboris of ‘werkdocument’ veeleer een opsomming is van alles wat er in de continentale rapporten staat, heeft het misschien wel veel meer in petto.
Wereldwijd kwam zo het thema van de ‘vrouw in de Kerk’ sterk naar voren. Wat mogen we verwachten?
De gespreksthema’s centreren zich rond gemeenschap, participatie en missie, maar raken in de marge ook controversiële zaken aan zoals lekenbestuur en vrouwendiaconaat. De wijding van vrouwen is een onderwerp dat volgens Borras nog niet rijp is. Maar de opwaardering van de plaats van de vrouw in de Kerk is vandaag een zaak van geloofwaardigheid. Er is geen weg meer terug.
En de seksuele moraal?
Borras was betrokken bij de lezing van de rapporten van de bisschoppenconferenties uit de hele wereld. ‘Wat mij trof, is dat de kwestie van de plaats van homoseksuelen in de Kerk niet louter een Europese vraag is’, zegt hij. ‘Van het rapport uit Chili onthield ik dat het niet zomaar een pastorale kwestie is, maar een die de kerkelijke leer bevraagt.’
Betekent synodaliteit ook een andere vorm van kerkbestuur?
In het kort gaat het erom alle gedoopte leden van de Kerk betrokken en verantwoordelijk te maken voor het bestuur van de Kerk. Paus Franciscus wil dat de Kerk minder klerikaal wordt en dat zij leert om haar gelovigen serieuzer te nemen. Volgens Borras is dat geen nieuwigheid. Na het Tweede Vaticaans Concilie (1962-1965) werden er priesterraden en pastorale raden geïnstalleerd in de bisdommen. We moeten nog leren hoe dat kan werken. Het gaat er voortaan om niet zonder de leken te besturen. Deze dubbele negatie is van belang.
Wat zijn de slaagkansen?
Onder de deelnemers zijn ook tegenstanders van het synodale proces. Ze zullen zich zeker roeren, maar of zij grote invloed hebben valt nog af te wachten. Directe implementaties mogen we niet snel verwachten, maar wellicht zal de volgende jaren in de praktijk van de bisdommen al veel gerealiseerd worden. Alphonse Borras is tegelijk optimistisch en realistisch. ‘Vanaf 2013 sloot paus Franciscus opnieuw aan bij de intuïties van Paulus VI zonder de angsten van Johannes Paulus II en Benedictus XVI’, zegt hij. ‘Het katholicisme wil altijd conflicten wegmoffelen. Het zal hoe dan ook meerdere generaties vragen om het schip van de Kerk te draaien.’