Kerk betrekt jongeren bij voorbereiding synode
Jonge mensen mogen meepraten over de komende bisschoppensynode in Rome die aan hen is gewijd. Zowel de bisschoppen als enkele Vlaamse jeugdbewegingen vroegen jongeren naar hun band met de Kerk en het geloof. Al zijn de resultaten niet wetenschappelijk te noemen, ze geven interessante indicaties aan al wie de toekomst van de Kerk ter harte neemt.
Sterke momenten en inspirerende getuigen
Tijdens een synode komen afgevaardigden van bisschoppenconferenties uit de hele wereld samen om met de paus en andere genodigden van gedachten te wisselen over een voor de wereldkerk gewichtig thema. In oktober 2018 vindt in Rome de volgende synode plaats met als onderwerp De jongeren, het geloof en de onderscheiding. Bij die gelegenheid mogen ook jongeren hun zeg doen. Van 19 tot 24 maart 2018 is er in Rome een zogenoemde pre- synodale ontmoeting waaraan jongeren uit de hele wereld zullen deelnemen, ook Belgen. Bovendien plaatste het Vaticaan een vragenlijst voor jongeren online en werd elke bisschoppenconferentie om advies gevraagd.
De afgelopen maanden verspreidden de bisschoppen van ons land via diverse kanalen een compacte vragenlijst naar onder meer de diocesane diensten voor jongerenpastoraal, het katholieke onderwijsnet en jeugdbewegingen en -groepen. Uit de resultaten werd een beknopte synthese met een schets van de situatie en de verlangens van (Belgische) katholieke jongeren gedistilleerd. Door de gebruikte methode zijn de bevindingen niet representatief en kunnen de resultaten niet in statistieken worden gegoten.
Een aanzienlijk deel van de ondervraagde jongeren antwoordt oprecht dat ze niets hebben met geloof of dat ze er geen ervaring mee hebben, maar een ander deel blijkt toch verwachtingen van spirituele aard te koesteren. „Veel jongeren hebben toch een open en nieuwsgierige houding tegenover geloof en spiritualiteit”, bevestigt Annelien Boone, directeur van IJD-jongerenpastoraal. „Wie zich uitdrukkelijk gelovig noemt, is dat vaak van huis uit. In de geloofsoverdracht speelt familie dus nog altijd een grote rol. Voorts zijn jongeren opmerkelijk open. Met IJD-jongeren kwamen we eens in een jeugdinstelling over de vloer en door eerlijke getuigenissen kwam daar een heel geloofsgesprek op gang.”
Weinig jongeren hebben een vaste band met de Kerk, zo stelt het syntheserapport vast. Ze voelen zich nauwelijks verbonden met de parochie als plaatselijke Kerk. Jongeren in brede zin verwachten bijgevolg weinig of niets van haar.
Mgr. Patrick Hoogmartens, bisschop van Hasselt en verantwoordelijk voor de jongerenpastoraal, wijst op een verschil tussen Franstalige en Vlaamse antwoorden op de vragen van de bisschoppen. „Aan Franstalige kant spelen nieuwe gemeenschappen zoals Tibériade en Emmanuel een belangrijke rol in het contact tussen Kerk en jongeren”, zegt hij. [node:field_streamers:0] „Parochie en school blijven veeleer of zelfs volstrekt op de achtergrond. Aan Nederlandstalige kant blijken de parochiale initiatieven via eerste communie en vormsel wel sporen na te laten. Het contact verloopt via de sacramenten op belangrijke ogenblikken van het leven of via een eucharistieviering op kamp. Jeugdbewegingen blijven dus mogelijkheden bieden, op voorwaarde dat de groep gedegen zogenoemde diepteduiders telt. Een lied bij het kampvuur volstaat niet.”
De bisschop erkent een zekere armoede en een tekort. „We willen jongeren groepsmatig bereiken, maar het aantal groepjes dat uitdrukkelijk met geloof en verdieping aan de slag gaat, is te beperkt”, zegt mgr. Hoogmartens. „Niet vanzelfsprekend, zo’n aanbod, maar er is wel degelijk een potentieel voor. Voor de Kerk is dat een uitdaging. Het pastorale aanbod moet zijn plaats vinden in een ruim aanbod aan activiteiten. We moeten ook begeleiders durven te roepen, want jeugdbewegingen tellen almaar minder priesters en pastores. Kan bijvoorbeeld een gelovig jong gezin zich niet engageren in een plusserswerking?”
Nog een frappante vaststelling, niet enkel in België, maar ook in de ons omringende landen: grote samenkomsten zoals Wereldjongerendagen, bijeenkomsten van de oecumenische gemeenschap van Taizé of (diocesane) pelgrimstochten zijn belangrijk om het geloof te ontdekken en een intense kerkervaring te laten beleven.
„We hebben het hier dan wel over jongeren ouder dan zestien”, zegt Annelien Boone. „Ze zijn oasezoekers in de religieuze woestijn van Vlaanderen en op zoek naar levend geloof. Sterke momenten en inspirerende getuigen spelen een grote rol voor de geloofsweg van een jongere. De context is belangrijk. Het gaat ook altijd om jongeren onder elkaar, die voelen dat ze mogen zijn wie ze zijn. Jonge mensen verwachten van de Kerk een grote openheid, zonder dat ze daarom een flauw afgietsel van het evangelie krijgen. Tijdens een bijeenkomst van Taizé zie je dat die combinatie van openheid en authenticiteit werkt. Ideaal is een gevarieerd aanbod tijdens de zomermaanden en meerdere plaatselijke initiatieven doorheen het jaar.”
Mgr. Patrick Hoogmartens tot slot: „Roeping in brede zin, toch een van de kernthema’s van de komende bisschoppensynode, en daarnaast relaties, seksualiteit en maatschappelijke dienstbaarheid bleven in de antwoorden op de vragen wat uit beeld. Ik hoop dat de voorbereidingen op de synode en de synode zelf ons doen nadenken over de wereld van de jongeren. Het geloof geeft ook vandaag jongeren nieuw leven. Jongeren verlangen ernaar God te vinden, zo leren we, ook al weten ze niet hoe.”
Grote evenementen slaan aan
De relatie tussen jongeren en de Kerk in België verschilt weinig van die in onze buurlanden. Dat blijkt uit de syntheserapporten van de Duitse, Franse en Nederlandse bisschoppen, waaruit je kunt opmaken dat zowat de helft van de jongeren in West-Europa op een of andere manier belangstelling heeft voor zingeving. Bovendien verwacht het overgrote deel van die jongeren niets van de Kerk. Aansluiting vinden bij die Kerk blijft een haast onoverkomelijke opgave voor wie het geloof niet van huis uit meekreeg.
Toch kennen bepaalde initiatieven bijval. Bij Franse en Duitse katholieken trekt bovenal het klassieke sociale engagement. jongeren aan. Ze doen mee in van huis uit katholieke organisaties in de armoedesector of in hulpverlening aan vluchtelingen. Bijzondere evenementen voor jongeren, met in de hoofdrol de Wereldjongerendagen, blijken een vruchtbare basis om blijvend contact met hen te leggen. Vooral activiteiten die catechese, ontmoeting en sociale inzet combineren, kennen succes.
De situatie in Franstalig België lijkt op die in Frankrijk, die in Vlaanderen meer op die in Duitsland en Nederland. Bij onze oosterburen spelen parochies en klassieke jeugdbewegingen nog altijd een grote rol. In Vlaanderen zijn Nieuwe Bewegingen haast afwezig, terwijl ze in Frankrijk een groot deel van het pastorale aanbod dragen. In Nederland stelt de Kerk vast hoe moeilijk het is om met jongeren in contact te komen en hoe weinig tijd het klassieke pastoraat aan hen besteedt.
Onder binnenkerkelijke jongeren leeft er, beslist in Frankrijk, een opmerkelijk verlangen naar geestelijke begeleiding. De Duitse bisschoppen tot slot zijn streng voor zichzelf. De Kerk in Duitsland had te weinig oog voor die persoonsgerichte spirituele zorg voor jongeren. (eds)
Wat denken KSA en KLJ?
Ook de katholieke jeugdbewegingen KSA en KLJ organiseerden een enquête over de jongerensynode. Met de werkgroepen van de nationale koepels werd een vereenvoudigde vragenlijst opgesteld en via de respectieve websites verspreid. Nationale proost Dirk Decuypere vroeg bovendien bovenlokale medewerkers een brief te schrijven aan paus Franciscus. De enquête werd 274 keer ingevuld maar vanwege de specifieke doelgroep is ze niet representatief voor de Vlaamse jeugd. Toch leverde ze enkele interessante inzichten op, niet in het minst dat 45 procent van de antwoordende jongeren zichzelf bestempelt als (zoekend) gelovig.
„Opmerkelijk is dat zeventig procent van de jongeren tevreden zegt te zijn over het aanbod dat hen inzake geloof werd gedaan tussen hun zesde en twaalfde”, zegt Dirk Decuypere. „Vaak hoor je dat parochies jongeren na hun vormsel niet meer terugzien. In de resultaten van onze enquête lees ik dan ook een sterke waardering voor het werk van de velen die zich in de parochies inzetten, bijvoorbeeld in de catechese. Ze toont ook aan dat basisscholen goed werk leveren inzake godsdienstonderricht.”
Ook opmerkelijk: veertig procent van de ondervraagde jongeren stapt weleens een kerk binnen om tot rust te komen. „Een goede reden om de kerkdeuren open te houden voor de jeugd”, zegt Dirk Decuypere. „Uit de enquête blijkt bovendien dat jongeren voornamelijk in de [node:field_streamers:1] jeugdbeweging in contact komen met geloof, meer dan in de kerk of op school. Weliswaar betreft het hier jongeren in uitdrukkelijk katholieke jeugdbewegingen, maar er had evengoed wat anders kunnen blijken.”
Bijna de helft van de jongeren bestempelt zichzelf dus als gelovig of zoekend, maar haast niemand voelt zich verbonden met de lokale kerk of de wereldkerk. Eucharistie vieren gebeurt voornamelijk bij huwelijken en uitvaarten. Jongeren die meer dan een keer per maand de eucharistie bijwonen, zijn er amper. Gevraagd of ze zouden willen meewerken in hun parochie, reageert veertig procent positief. Een teken aan de wand dat de jeugd niet makkelijk aansluiting vindt bij de Kerk?
Toch niet, meent Dirk Decuypere. „Alvast in KSA en KLJ stel ik vast dat jongeren vasthouden aan vieringen en bezinningsmomenten op kamp. Het probleem is volgens mij dat ze hun leefwereld niet meer weerspiegeld zien in de kerkgemeenschap. Stap je als jongere een kerk binnen en zie je daar vooral zeventigers en ouder, en amper leeftijdsgenoten, dan schrikt dat af. Dat wil niet zeggen dat jongeren het geloof niet genegen zouden zijn. Overigens moeten priesters tegenwoordig zowat alles kunnen. Voorheen had je meerdere priesters per parochie, zodat de oudste zich kon toeleggen op de vieringen en de jongere contact hadden met de jeugdbewegingen. Nu is één priester verantwoordelijk voor meerdere parochies. Als omgaan met jongeren dan niet in zijn aard ligt, zal hij daar niet meteen een prioriteit van maken.”
Bovendien kampt de Kerk bij jongeren met een imagoprobleem dat amper op te lossen valt, meent Decuypere. „Je zou er al een communicatiebureau voor moeten inschakelen en dan nog duurt het jaren om een wijdverspreid beeld bij te stellen.”
Om in oktober 2018 te kunnen spreken van een geslaagde jongerensynode, vereisen volgens Dirk Decuypere twee kwesties volop aandacht. „De synode moet rekening houden met zowel jongeren die dicht bij de Kerk staan als met jongeren die verderaf staan, maar die evenzeer verwachtingen koesteren. De synodevaders moeten dus een breed maatschappelijk perspectief hanteren. Daarnaast zou ik willen dat ze de Kerk opnieuw bij de tijd proberen te brengen en haar daar te houden. De maatschappelijke context is tegenwoordig volstrekt anders en de Kerk moet zich daaraan aanpassen. We mogen niet vanaf een afstand toekijken, we moeten zelf tussen de mensen gaan staan. Dat is precies wat Jezus deed. Hij trok naar de mensen, keek naar de context en bracht van daaruit zijn boodschap. Ook paus Franciscus legt daarop de klemtoon en hij gaat ons daarin voor. Ik hoop dat wij dat als Kerk ook zullen durven en aldus proberen te leven naar Jezus’ voorbeeld.”
Meer info vindt u op www.kerknet.be.