Schoolstrijd in Franstalig België?
Kerk wijst voorstel MR af om in Franstalig officiële net godsdienstles te schrappen
Op 7 december dienden vijf parlementsleden van de Mouvement Réformateur (MR) een voorstel van decreet in om in het officiële onderwijs van de Federatie Wallonie-Bruxelles twee lesuren burgerschap in te voeren en de lessen godsdienst of moraal niet langer verplicht te maken. De indieners riepen bovendien de Franse gemeenschapsregering op het vrije, katholieke net te overtuigen hetzelfde te doen. De bisschoppen in Franstalig België reageerden meteen afwijzend. Ze verwezen naar artikel 24 van de grondwet, dat scholen ingericht door openbare besturen gebiedt tot het einde van de leerplicht leerlingen de keuze aan te bieden tussen onderricht in een van de erkende godsdiensten of in niet-confessionele zedenleer.
„Sinds 2016 wordt in het officiële onderwijs voor het vak burgerschap één uur afgesplitst van de twee uur godsdienstles”, zegt Tommy Scholtes, de Franstalige woordvoerder van de bisschoppenconferentie van België. „De bisschoppen waren nooit vragende partij om het vak godsdienst te splitsen. De meerderheid van de ouders, zo’n negentig procent, wil nog altijd een levensbeschouwelijk vak op school en de Kerk wil niets liever dan gedegen godsdienstonderwijs. Kinderen hebben het recht op te groeien in hun religie.”
Op 18 december opperden drie inspecteurs katholieke godsdienst in de krant Le Soir dan weer dat het debat over de toekomst van het levensbeschouwelijke vak geopend moet worden. Momenteel geven leerkrachten node les in meerdere scholen om voldoende uren voor een voltijdse baan te verwerven en vaak staan ze voor omvangrijke groepen leerlingen. Volgens de drie inspecteurs is ook de opvatting over lessen godsdienst en moraal, zoals voorzien in het Schoolpact uit 1958, voorbijgestreefd, onder meer omdat onze samenleving op levensbeschouwelijk vlak intussen danig evolueerde. De levensbeschouwelijke lessen zouden beter van het uurrooster verdwijnen om plaats te maken voor twee uur burgerschap en filosofie, waarin ruimte wordt gemaakt voor [node:field_streamers:0] een inleiding in de joods-christelijke traditie voor alle leerlingen. Opnieuw liet de reactie van de bisschoppen niet op zich wachten: het standpunt van de drie inspecteurs valt niet te rijmen met dat van de inrichtende macht.
Desalniettemin is het debat gelanceerd en verheffen tal van stemmen zich, al dan niet om het bestaan van de lessen godsdienst en moraal in het officiële onderwijs te verdedigen. „Achtergrond is het fiasco van de zogeheten cours de rien, het vak ‘niets’, ingevoerd voor ouders die niet willen kiezen tussen godsdienst of zedenleer”, zegt de Waals-Brabantse priester Serge Maucq, docent aan de UCL in Louvain-la-Neuve. „Dat stelde inhoudelijk niets voor en werd in 2016 vervangen door burgerschap, waarvan één uur verplicht werd voor iedereen. Het resultaat is echter een organisatorische puinhoop. Duidelijk is wel dat Franstalige politici menen dat het vak godsdienst is voorbijgestreefd.”
Volgens Serge Maucq is het huidige levensbeschouwelijke landschap in niets meer vergelijkbaar met dat van 1958. Niet enkel slinkt in het Franstalige officiële onderwijs het aantal leerlingen dat katholieke godsdienst volgt gestaag, maar evenzeer het aantal leerlingen zedenleer. In de officiële scholen in het hoofdstedelijke gewest volgt vandaag meer dan de helft het vak islam. „Hoog tijd om te vernieuwen”, meent de priester. „In het katholieke net, waar enkel katholieke godsdienstles wordt aangeboden, beweegt niets. Misschien moeten we in dat net het voortouw nemen. Ik denk dan aan een vak dat filosofie, burgerschap en religieuze tradities combineert. Waarom geen themaweken over religies en ons religieuze erfgoed?”
Leerplichtonderwijsminister Marie-Martine Schyns (cdH) wil de godsdienstles niet zien verdwijnen. In de schoot van het parlement van de federatie Wallonie-Bruxelles wordt weliswaar een werkgroep opgericht om de diverse meningen te bundelen, maar tot de parlementsverkiezingen van 2019 blijft alles wellicht bij het oude.