Met God naar het kampioenschap
Dicasterie voor Leken, Gezin en Leven actualiseert de kerkelijke visie op sport
Begin juni publiceerde het Dicasterie voor Leken, Gezin en Leven, onderdeel van de Romeinse curie, Giving the Best of Yourself (Het beste van jezelf geven). In dat document zet het dicasterie de kerkelijke visie op sport en de menselijke persoon uiteen. Dries Vanysacker werkte mee aan het document. Hij is coördinator van de onderzoekseenheid geschiedenis van Kerk en theologie aan de KU Leuven en deed al historisch onderzoek naar de houding van de Kerk tegenover sport.
„Ik maakte deel uit van een groep van zes deskundigen die hun licht lieten schijnen over de tekst”, licht Dries Vanysacker zijn rol toe. „De groep bestond uit mannen en vrouwen van diverse afkomst. Sommigen schreven vanuit hun specialisme mee aan bepaalde hoofdstukken, maar ook die werden vervolgens voorgelegd aan de rest van de groep. Kardinaal Kevin Farrell, hoofd van het Dicasterie voor Leken, Gezin en Leven, gaf tot slot zijn zegen en vroeg de paus een inleidende brief te schrijven waarin hij het document bekrachtigt. Alles samen waren we er zo’n zeven maanden mee bezig.”
Die enkele maanden waren echter slechts een fractie van het totale proces. „Eigenlijk werkt het Vaticaan al meer dan zeven jaar aan het document”, weet Vanysacker. „Paus Franciscus vond de eerste versie veel te filosofisch en liet het document grondig herwerken. Hij verlangde immers een toegankelijke tekst die ook door sportmensen zelf kon worden gelezen.”
Resultaat is een document van vijftig bladzijden, ingedeeld in vijf hoofdstukken. Wat zijn nu de bijzonderheden van dat kerkelijke document? „De Kerk ontvouwt er een erg positieve visie over sport”, zegt Dries Vanysacker. „Sport wordt beschouwd als een volwaardige tak van de menselijke cultuur en het is goed dat mensen sporten. Dat geldt zelfs voor competitiesport. Voorwaarde is natuurlijk wel dat daarbij de menselijke persoon in zijn geheel wordt gerespecteerd. De Kerk reikt een ethisch perspectief aan in de lijn van het Internationaal [node:field_streamers:0] Olympisch Comité waarin fair play en integrale menselijke ontwikkeling voorop staan. Zo worden fenomenen als doping, corruptie en ongezonde identificatie van supporters met hun idolen uiteraard afgewezen.”
Toch wil de Kerk allerminst het vingertje opsteken. „De Kerk wil net de idee weerleggen dat ze tegen sport en tegen het lichaam zou zijn”, zegt Vanysacker. „Je kunt al uit de middeleeuwen voorbeelden geven die het tegendeel bewijzen. Dichter bij onze tijd kunnen we denken aan katholieke scholen of geestelijken die aan de basis lagen van sportclubs. Wel heeft de Kerk zich op bepaalde momenten verzet tegen professionele en competitieve sportbeoefening. Ook die worden nu aanvaard, zolang ze maar voldoen aan ethische normen.”
De plaats van sport in de wereld van vandaag noopt de Kerk dan ook niet louter tot ethische, maar ook tot pastorale overwegingen. „Volgens het document hoort sport thuis in de Kerk en is de Kerk thuis in de sport”, zegt Dries Vanysacker. „Meer dan ooit zie je tekenen van godsdienstigheid in de sportwereld. Denk maar aan Rode Duivel Romelu Lukaku die tijdens het jongste wereldkampioenschap voetbal in Rusland op het veld zit te bidden. Dat schept kansen voor de verkondiging. Al in 2004 richtte paus Johannes-Paulus II in de toenmalige Pauselijke Raad voor de Leken een afdeling Kerk en Sport op. Ook de huidige paus wil dat de Kerk zelf naar de sportvelden trekt. Dat zijn volgens hem immers plekken waar mensen met diverse achtergronden elkaar ontmoeten, in het bijzonder jongeren.”
Is sportapostolaat in heel wat landen gebruikelijk, bij ons raakte het op de achtergrond. „Door mijn parochiewerk kan ik niet zoveel wedstrijden meer bijwonen”, zegt Ludo Lepee, proost van Sporta in West-Vlaanderen. „Enkel in Oost- en West-Vlaanderen zijn er overigens nog sportbedevaarten, maar het aantal deelnemers daalt.” Of de Kerk bij ons een nieuwe wending kan geven aan het sportapostolaat, valt dan ook af te wachten.
Reageren op dit artikel? Dat kan op www.kerkenleven.be