Als de vreemde aan de deur staat
Drijft het migratie- en vluchtelingenbeleid in Europa de Kerk en regeringen uiteen?
Eind augustus kondigde kardinaal Gualtiero Bassetti, voorzitter van de Italiaanse bisschoppenconferentie, aan dat Italiaanse parochies het gros van de 190 migranten aan boord van het kustwachtschip Diciotti zouden opvangen. Met die hulpactie maakten de bisschoppen in Italië hun eerdere belofte waar om zich het lot van vluchtelingen en migranten aan te trekken.
Dat engagement gingen ze eind juli al aan nadat duizend priesters, theologen en medewerkers van caritatieve organisaties de kerkleiding hadden opgeroepen zich uit te spreken tegen de almaar sterkere antimigrantenhouding in eigen land en in Europa in het algemeen. In Italië werd Matteo Salvini, minister van Binnenlandse Zaken (zie foto), boegbeeld van die afwijzende houding. De actie van de Kerk is dan ook een onverholen kritiek op het regeringsbeleid.
Overal in Europa verhit het migratievraagstuk de gemoederen. Zo lijkt het maar niet te lukken om tot een duurzame oplossing te komen voor de opvang van vluchtelingen op Europees niveau. Niet toevallig maakte paus Franciscus vanaf het begin van zijn pontificaat de zorg voor migranten en vluchtelingen tot een speerpunt. In woord en daad roept hij de Kerk op geen angst te hebben voor migranten en in de geest van het evangelie de vreemdeling te herbergen. In Italië nemen de bisschoppen die oproep dus ter harte.
Ook elders in Europa zitten de bisschoppen overwegend op de pauselijke lijn. Zo zette de COMECE, die de katholieke bisschoppen bij de Europese Unie vertegenwoordigt, haar lijn van gastvrij beleid door. Op nationaal niveau trokken vooral de bisschoppen in Duitsland uitgesproken de kaart van de opvang van vluchtelingen. Ook de Belgische, Nederlandse, Franse en, in mindere mate, de Spaanse en Engelse bisschoppenconferenties namen het de voorbije jaren op voor vluchtelingen.
Toch klinken ook andere geluiden in het Europese episcopaat. „Dat is vooral zo in Oost-Europa”, zegt Jan De Volder van de faculteit theologie en religiewetenschappen aan de KU Leuven. „Allereerst in landen waar de regering vijandig staat tegenover migranten en vluchtelingen. Denk maar aan Polen, Hongarije, Slowakije en Tsjechië. De aloude vijandschap met de Turken en de vrees voor een invasie van de islam bepaalt er in sterke mate de houding tegenover migranten. Daardoor zijn de plaatselijke bisschoppen zelf ook meer verdeeld. Sommigen, zoals mgr. László Kiss-Rigó, de bisschop van Szeged-Csanád, in Hongarije, uiten daarbij kritiek op de paus. Anderen, zoals de bisschoppen van Polen, trachten dat net te vermijden. Vaak zie je dan dat de bisschoppenconferenties zich op de vlakte houden over het thema, maar dat individuele bisschoppen hun mening ventileren in interviews. Al bij al is het aantal migratiekritische bisschoppen een kleine groep.”
Voor mgr. Luc Van Looy, bisschop van Gent en voorzitter van Caritas Europa, mogen de Europese bisschoppen best nog wat kordater zijn in hun steun aan migranten en vluchtelingen. „Nog te vaak blijft het bij woorden zonder daden,” zegt hij, „allereerst dan als het erop aankomt de gelovigen aan te sporen hun houding tegenover die mensen bij te stellen. Natuurlijk gaat het om een complex probleem en zijn er geen eenvoudige oplossingen. Daarom is het begrijpelijk dat ook bisschoppen er diverse meningen op na houden. Door die complexiteit spelen ook gevoelens van onmacht een rol. Daardoor kan de Kerk niet altijd krachtdadig naar buiten treden.”
Vanwege de politieke beladenheid van het migratievraagstuk zijn bisschoppen soms terughoudend met uitspraken uit vrees dat de relatie met de overheid zou verslechteren, met alle gevolgen van dien. „Ook in eigen land werden we als bisschoppen al op het matje geroepen voor uitspraken die we over dat onderwerp, op het publieke forum of in politieke kringen hadden gedaan”, zegt mgr. Van Looy. „Gunt de politiek ons dat wij daarover een mening hebben?”
Reageren op dit artikel? Dat kan op www.kerkenleven.be