Wanneer de zorger zorg nodig heeft
Zorgteams voor pastores willen hun werking uitbouwen over grenzen bisdom heen
In oktober kwamen vertegenwoordigers van de diocesane zorgteams voor priesters en pastores samen in het psychiatrisch ziekenhuis Sint-Jozef in Pittem, de uitvalsbasis van het Brugse team, voor een interdiocesaan overleg. Dat doen ze minstens tweemaal per jaar.
De vergadering begint met een bezinning over schaamte in het Bijbelse scheppingsverhaal. Daarover kunnen de deelnemers behoorlijk wat praktijkervaringen uitwisselen. „Leidinggevenden en hulpverleners voelen zich vaak verheven boven de kwetsbare mensen die ze helpen”, klinkt het. „Daardoor valt het hen moeilijk om hun eigen kwetsbaarheid onder ogen te durven zien en om zelf hulp te vragen wanneer het niet langer in hun eentje lukt. Ook pastores menen soms dat ze enkel maar zorg mogen verlenen, niet zelf vragen.”
Toch kampen nogal wat priesters, diakens en lekenpastores met psychische problemen van diverse aard. „Veel priesters leiden een eenzaam bestaan, worden steeds maar vanuit hun rol aangesproken en niet als mens of worden benoemd voor taken waarvoor ze eigenlijk niet het juiste profiel hebben. Aan wie kunnen ze hun dagdagelijkse zorgen eens kwijt?”, vragen de deelnemers zich af. Maar zelfs wanneer pastores kampen met diepere psychische problemen blijven ze vaak onder de radar van de zorgteams. Hoe komt dat?
Allereest verschillen aanpak en omvang van de zorgteams per bisdom. Veruit het meest uitgebouwd is het steunpunt van het bisdom Brugge, dat momenteel bestaat uit vier medewerkers en nauwe banden heeft met de Sint-Jozefkliniek in Pittem. Ruim vijftien jaar geleden groeide het uit de contactgroep, een zelfhulpgroep voor priesters, diakens, [node:field_streamers:0] religieuzen en gelovige leken met psychische en/of afhankelijkheidsproblemen. Die contactgroep nam inmiddels een interdiocesaan karakter aan. In het vicariaat Vlaams-Brabant en Mechelen staat een diaken in voor de zorg en ook in het bisdom Gent, dat vaak samenwerkt met de collega’s van Brugge, staat de werking nog in de kinderschoenen. „In Hasselt zou een buddywerking zijn, maar met hen hebben we geen contact”, klinkt het.
Ook wanneer een bisdom beschikt over een uitgebouwd zorgteam moet het bekendheid verwerven. Zo kreeg het team uit Antwerpen tot nog toe haast uitsluitend vragen voor ondersteuning van zieke en bejaarde priesters. „Alsof er bij ons geen pastores met psychische problemen zouden zijn.”
Priesters die afweten van het bestaan van het zorgteam doen echter niet altijd de stap naar hulp. Uit schaamte en emotionele weerstand, natuurlijk, maar ook uit angst dat wat ze de zorgverleners zullen toevertrouwen meteen zal worden overgebriefd aan het bisdom. Vertrouwelijkheid en de garantie dat de zorgteams onafhankelijk kunnen werken, zijn dan ook wezenlijk.
Toch sluit die onafhankelijkheid samenwerking geenszins uit en de deelnemers aan het overleg onderstrepen de verantwoordelijkheid van beleidsmensen om tijdig problemen te signaleren en in te grijpen, „naast de verantwoordelijkheid die wij allemaal hebben op dat punt”.
Om de verdere uitbouw van de diocesane werkingen te stimuleren en ondersteuning vanuit het beleid te bevorderen, werken de zorgteams voort aan een visietekst over een zorgzaam medewerkersbeleid. „Met een delegatie gaan we die overhandigen aan kardinaal De Kesel.”