‘Laten we de betekenis van Stille Zaterdag herontdekken’
Dit jaar vieren we Pasen, het feest van de verrijzenis, in lockdown. Stille Zaterdag blijft maar duren, lijkt het wel. Intussen geeft menigeen het beste van zichzelf om te zorgen voor anderen, ook zorgpastores. Een gesprek met Anne Vandenhoeck over een Pasen die we niet snel zullen vergeten.
Nog net vóór de maatregelen tegen corona bezocht Anne Vandenhoeck in Gent de tentoonstelling Van Eyck. Een optische revolutie. Via de webcam toont ze ons een prent met een fragment van het schilderij Franciscus van Assisi ontvangt de stigmata. De gekruisigde Christus wordt er afgebeeld als een serafijn met drie paar vleugels. Het beeld maakte indruk op haar. Een symbool van hoe kruis en hoop bij elkaar komen.
– Welk aspect van Pasen kunnen we tijdens deze coronacrisis herontdekken?
Pasen is onlosmakelijk verbonden met de andere dagen van de Goede Week. Je kunt het niet wegtrekken uit het leven zoals het is. Daartoe behoren lijden, eenzaamheid, solidariteit, dienstbaarheid, vriendschap, het onderscheiden van de tekenen van de tijd – al die aspecten die tijdens de Goede Week aan bod komen. Ik denk aan het veelluik Passie en verrijzenis van de schilder Arcabas in het heiligdom van Scherpenheuvel. Hij laat de passie niet beginnen bij Palmzondag, maar bij het verhaal over de vrouw die Jezus zalft en bij dat over de dood van Lazarus, midden het leven.
We kunnen als christenen niet anders dan het lijden ernstig te nemen, zonder het te verheerlijken, want het is op zich zinloos. Tegelijk mogen we niet vergeten dat tussen Goede Vrijdag en Pasen nog Stille Zaterdag ligt. Dat lijkt een verloren dag, zo zonder liturgische vieringen, maar eigenlijk is het net een passende tussentijd. Na het lijden is er immers ook ‘niks’ meer. Lijden neemt altijd een stuk zin uit je leven weg en daarvoor krijg je niet meteen wat in de plaats. Dat heeft tijd nodig. Aanvankelijk blijf je verweesd achter. Zo zie je maar hoe de dynamiek van de liturgie van de Goede Week zo sterk het leven zelf verbeeldt.
– U sprak over het herkennen van de tekenen van de tijd. Is de coronacrisis er zo een?
Dat denk ik wel. Je had natuurlijk de tekenen dat de crisis zelf eraan zat te komen en de uiteenlopende reacties daarop. Tegelijk is het duidelijk dat we niet zonder meer kunnen terugkeren naar ons gewone leven van vóór de crisis. Als gelovigen moeten we ons afvragen hoe God op dit moment werkt in de wereld. Net zoals op Stille Zaterdag zijn er echter ook in de coronacrisis niet meteen klare antwoorden op alle vragen. Het vergt godsverbondenheid, gebed en onderscheiding om een zin te kunnen geven aan zo veel lijden, eenzaamheid, angst en onzekerheid. We moeten ook tijd nemen om te onderscheiden wat het gepaste antwoord is na de crisis, zoals de leerlingen in de bovenkamer nadachten over wat er was gebeurd.
Wel lijkt het me duidelijk dat we als mens worden gewezen op onze kwetsbaarheid door dat minuscule virus, [node:field_streamers:0] dat ons hele leven lamlegt en ons in situaties brengt waarin we de controle hebben verloren. Onze zogenaamde heersende rol in de schepping en de idee van onze maakbaarheid worden daardoor ontkracht. Tegelijk toont Pasen ons dat lijden niet het laatste woord heeft. Hoop vind ik cruciaal op dit moment. We beschouwen hoop te vaak als het kleine broertje van geloof en liefde.
– Zorgverleners worden nu alom geprezen. Waardeerden we hen voorheen wel genoeg?
Solidariteit en betrokkenheid op de ander zijn het hart van de zorg. Jammer genoeg werd de zorg de voorbije twintig jaar wat gekaapt door het marktgerichte denken. Natuurlijk heeft de zorg nood aan goede beheerders en gelukkig werd bij ons de kern van de zorg nog niet teveel aangetast. Toch wordt het mensen die uit bezieling kiezen voor de zorg niet makkelijk gemaakt. De coronacrisis toont aan dat we als samenleving een goed uitgebouwde en solidaire zorg nodig hebben. Iedereen huivert voor de situatie in Italië en Spanje, waarbij dient gekozen wie wel en niet wordt geholpen. Zorgverleners verdienen niet enkel vandaag ons respect, maar elke dag. Ieder van ons wil later kunnen rekenen op goede zorg. Dat moeten we erkennen en daarin moeten we investeren, op alle niveau’s.
– Hoe beleven pastores in de zorg de crisis?
In sommige instellingen worden pastores nauw betrokken bij de crisismaatregelen, in andere worden ze er net buiten gehouden. Mijn devies is: benut als zorg- instelling ook nu, in deze crisistijd, de vaardigheden van je pastores. Overal zie je hoe pastores bijspringen en zoeken naar creatieve oplossingen om patiënten, familie en zorgpersoneel nabij te zijn. Het gebruik van moderne technologieën moeten we in het zorgpastoraat beslist voort verkennen. De creativiteit van pastores in de gezondheidszorg zal ook nodig blijven wanneer de dreiging voorbij is. Dan zullen we immers nood hebben aan rituelen om wat we tijdens de crisis meemaakten een plaats te kunnen geven. Wat kunnen we aanbieden aan mensen die een geliefde niet konden bezoeken bij het sterven? Pastores denken daar nu over na. Zo hebben ze zeker iets te bieden aan de parochies. Zorgpastoraat en parochies kunnen leren van elkaars charisma.
Reageren op dit artikel? Dat kan op www.kerkenleven.be