Wel bescheiden, niet marginaal
Bevinden geloof en Kerk zich tegenwoordig in de periferie van de samenleving?
West-Europa is een van de meest geseculariseerde regio’s ter wereld. Ook een dalend aantal Canadezen identificeert zich als christen, terwijl een groeiend deel zegt geen religie te hebben. Zelfs in de Verenigde Staten, vanouds een door en door religieus land, zien die zogenaamde religieuze nones hun aantal aanzwellen, terwijl het deel van de populatie dat zich identificeert als katholiek of protestant snel krimpt. Moeten we uit die greep conclusies van diverse onderzoeken die het gerenommeerde Amerikaanse opinieonderzoeksbureau Pew Research Centre de voorbije twee jaar deed, besluiten dat geloof en Kerk zich tegenwoordig almaar meer in de periferie van de westerse samenleving bevinden?
Wim Vandewiele, kerksocioloog aan de KU Leuven, aarzelt. „De situatie waarin Kerk en samenleving zowat samenvielen, ligt al geruime tijd achter ons, zoveel is duidelijk”, zegt hij. „Dat dat verlies pijn doet, ligt voor de hand. Het is een rouwproces. Toch kun je je afvragen of het onderscheid tussen centrum en periferie hier wel van toepassing is. Is in zekere zin de hele samenleving niet de marge geworden? Alles werd immers zodanig gedemocratiseerd dat de veelheid en complexiteit aan opvattingen en praktijken niet langer te overzien is.”
Kortom, de Kerk is één van de vele partikels geworden waaruit de samenleving bestaat. „De indruk dat we als Kerk in de marge belanden, bestaat natuurlijk wel, maar is volgens mij weinig heilzaam”, zegt Vandewiele. „Vaak leidt dat immers tot een calimerocomplex. De laatste tijd lijkt die neiging wat af te nemen. Gelukkig maar, want als Kerk mogen we niet te veel enkel met onszelf bezig zijn. We moeten net Kerk zijn voor de ander. In de samenleving loopt een massa zinzoekers rond. Vertrouwen we erop dat we hun als christenen iets te bieden hebben?”
Peter Vande Vyvere, bisschoppelijk gedelegeerde voor diaconie en caritas in het bisdom Gent, kwam na een persoonlijk leerproces tot een gelijkaardig inzicht. „[node:field_streamers:0] Vroeger meende ik dat een centrale positie van de Kerk in de samenleving de natuurlijke biotoop van het christendom was”, legt hij uit. „Dat kan echter leiden tot een defensieve en krampachtige houding, of tot al te verregaande aanpassingen aan de dominante tendensen in de cultuur. Later ging ik inzien dat vaak net de minderheidskerken de meest hechte en dynamische gemeenschappen zijn en daardoor bakens van hoop. Dat de Kerk in het Westen een almaar kleinere groep wordt, maakt mij dan ook allerminst wanhopig.”
Opnieuw is de voorwaarde echter dat de Kerk niet terugplooit op zichzelf. „We mogen ons niet als een arrogante elite afwenden van de rest van de samenleving”, meent Vande Vyvere. „We moeten net op een ontspannen en positieve manier openstaan voor de wereld. Evenwel zonder naïef te zijn of ons te laten verdringen.”
Ondanks de eerder genoemde dalende trends wijzen andere cijfers erop dat de Kerk op heel wat vlakken net een sterke speler op het sociale veld blijft. Zo bleek onlangs nog uit het jaarrapport van de katholieke Kerk in België. „Heel wat mensen uitten hun trots op hun Kerk door dat rapport”, zegt Wim Vandewiele. „Kerk zijn gaat immers niet louter over liturgie, maar ook over onze impact op het sociale weefsel. Daarom moeten we blijven inzetten op verbinding met het christelijke middenveld. Dat bisschoppen nu hun medewerkers deels vrijstellen om te gaan helpen in woon-zorgcentra is dan ook een hoopvol teken dat de kerkleiding in ons land actief zoekt naar verbinding. Zo is de Kerk meteen ook aanwezig bij wie zich op dit moment echt in de marge van de samenleving bevinden, onze ouderen.”
„Misschien kan onze huidige positie als Kerk ons inderdaad gevoeliger maken voor wie sociaal-economisch ‘in de marge’ zit”, meent ook Peter Vande Vyvere. „Precies daartoe roept paus Franciscus ons voortdurend op. Tegelijk blijft het evangelie een boodschap die we moeten uitdragen aan elke mens.”
Reageren op dit artikel? Dat kan op www.kerkenleven.be