Geen overbodig grondrecht
Welk effect hebben de corona-arresten op de toekomst van de godsdienstvrijheid?
Op 8 december floot de Raad van State de Belgische staat terug voor het op dat moment geldende verbod op erediensten – een onderdeel van de maatregelen van de federale regering in de strijd tegen het coronavirus – omdat het onevenredig zou zijn met het nagestreefde doel. Dat arrest leidde ertoe dat de federale regering enkele dagen later de betreffende maatregelen versoepelde en publieke erediensten met tot vijftien aanwezigen opnieuw mogelijk maakte.
Het arrest van 8 december kwam er na een vordering tot schorsing bij uiterst dringende noodzakelijkheid vanuit joodse hoek. Tijdens de eerste lockdown kwam er een soortgelijke vordering uit katholieke kringen. „Toen oordeelde de Raad dat de situatie van de verzoekers niet was gewijzigd door het geviseerde ministerieel besluit”, zegt Jogchum Vrielink, grondrechtenspecialist aan de Université Saint-Louis in Brussel. „Voordien golden die beperkingen al. Hadden de verzoekers echter eerder gehandeld, dan hadden ze allicht te horen gekregen dat de virologische situatie nog te dringend was. De Raad verwees ook naar de toen al aangekondigde versoepelingen, hoewel die enkel aangekondigd waren, zonder garantie dat ze er zouden komen.”
In die eerste zaak ging het onder meer om het feit dat geen doopsels konden worden toegediend. „Daarbij verwees de Raad van State naar de richtlijn van de bisschoppen om doopsels zo veel mogelijk uit te stellen”, merkt Vrielink op. „Zo begaf de Raad zich qua inhoudelijke beoordeling van de religieuze beleving en interpretatie op glad ijs. Toch leidde wellicht allereerst de onzekerheid over de verspreiding van het virus op dat ogenblik ook bij de rechterlijke macht tot terughoudendheid. Het arrest van 8 december geldt dan ook als een signaal dat de overheid zich niet meer om het even wat kan veroorloven. Grondwettelijk gezien lijkt het me inderdaad problematisch dat de eredienst vrijwel geheel werd verboden, maar dat winkels wel geopend werden.”
Kort na de versoepelingen wegens het arrest van 8 december [node:field_streamers:0] volgde nog een derde vordering, door zowel katholieke als Roemeens-orthodoxe geestelijken en gelovigen. Die wilden van de Raad van State bekomen dat het aantal toegelaten aanwezigen tot de eredienst verder zou worden uitgebreid. In zijn arrest van 22 december volgde de Raad die redenering echter niet. „Nochtans deed de regering na het arrest van 8 december slechts het uiterste minimum”, zegt Jogchum Vrielink. „De beperking tot vijftien personen is veel strenger dan die voor musea of winkels. Toch lijkt het erop dat de Raad van State voortaan het coronabeleid strenger zal toetsen. Daarmee zou België het spoor van enkele buurlanden volgen, maar trager.”
Intussen deed het arrest van 8 december het debat over de waarde van de godsdienstvrijheid als een afzonderlijk omschreven grondwettelijk recht weer oplaaien en werd vanuit vrijzinnige hoek scherp gereageerd op de vermeende positieve discriminatie van gelovigen. Zo verklaarde filosoof Maarten Boudry dat de vrijheid van meningsuiting en vereniging op zich zouden volstaan om de rechten van gelovigen te waarborgen.
Jogchum Vrielink is niet onder de indruk van die redenering. „De ‘godsdienstvrijheid’ schrappen is onnodig, onwenselijk en praktisch onmogelijk. Zo is er helemaal geen discriminatie: het gaat om de vrijheid van geweten, gedachte en godsdienst. Niet-religieuze overtuigingen worden dus evenzeer beschermd”, zegt hij. „Dat het begrip ‘religie’ voorts moeilijk te definiëren is, is waar, maar dat geldt voor veel grondrechten en beginselen en die schaffen we daarom ook niet af. Daarnaast kun je de negatieve vrijheid van godsdienst en overtuiging – dus tegen al te opdringerige levensbeschouwingen in – maar moeilijk vervangen door iets anders. De godsdienstvrijheid keert bovendien terug in diverse internationale verdragen, zoals het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens en de Fundamentele Vrijheden. Op dat niveau krijg je dat onmogelijk geschrapt en uit die verdragen stappen is niet echt een optie.”