Luisteren naar elkaar en de Geest
De Kerk bereidt zich voor op de diocesane fase van de bisschoppensynode over synodaliteit
Eerder deze maand publiceerde het algemeen secretariaat van de bisschoppensynode een voorbereidend document plus een vademecum met de principes voor de diocesane fase van de bisschoppensynode over synodaliteit. Die synode trapt paus Franciscus officieel op gang in Rome, op 9 en 10 oktober. Op 17 oktober volgt dan het plaatselijke startschot in elk bisdom. De diocesane fase loopt tot april 2022 en moet via „een diocesane presynodale vergadering” resulteren in een diocesane synthese. Al die syntheses worden daarna samengebracht door de bisschoppenconferenties, zodat vervolgens zeven continentale vergaderingen van start kunnen gaan. Uiteindelijk zal dat gelaagde proces uitmonden in een vergadering van bisschoppen uit de hele wereld in het Vaticaan in oktober 2023.
Al eerder gingen aan de algemene vergadering van de bisschoppensynode consultaties van de gelovigen vooraf, zoals bij de synode over gezinnen in 2015 en bij die over jongeren in 2018. Dat de voorbereidende fase ditmaal zo uitgebreid wordt opgevat, heeft alles te maken met het onderwerp van de synode, de synodaliteit zelf, die immers verwijst naar de medeverantwoordelijkheid en deelname van het hele godsvolk aan het leven en de zending van de Kerk. Eerder al bestempelde paus Franciscus het als „de weg die God verwacht van de Kerk van het derde millennium”.
Terwijl de bisdommen in ons land zich volop voorbereiden op het startschot voor de diocesane fase, onder meer door het aanstellen van diocesane coördinatoren en het uittekenen van een traject, schreven priester Erik Galle en Carine Devogelaere, coördinator van het Interdiocesaan Pastoraal Beraad, een brochure met concrete suggesties om het synodale proces aan te pakken. „We vangen immers hier en daar wel wat verzuchtingen op”, zegt Carine Devogelaere. „‘Hoe moeten we dat er nog bij nemen?’, klinkt het dan. De planning voor het lopende werkjaar lag immers [node:field_streamers:0] al vast. Gelukkig benadrukt het vademecum dat we niet noodzakelijk allerlei nieuwe initiatieven moeten lanceren, maar dat we evengoed bestaande overlegstructuren kunnen benutten. Beslist in Vlaanderen is er al een cultuur van betrokkenheid en overleg in onze pastorale eenheden.”
Toch is synodaliteit meer dan enkel maar vergaderen. Zo is het volgens het vademecum een spiritueel proces. „De Heilige Geest staat centraal”, legt Devogelaere uit. „In onze vergaderingen staat efficiëntie voorop. Bij synodale ontmoeting komt het erop aan intenser naar elkaar te luisteren. Het is een vorm van biddend samenzijn, waarbij we dialogeren vanuit ons gelovige hart, om te ontdekken waartoe God onze gemeenschap beweegt.”
Ook op andere vlakken kunnen we nog groeien. „Luisteren we ook naar wie we als Kerk niet of niet meer bereiken?”, vervolgt Carine Devogelaere. „Het Vaticaanse document vraagt immers uitdrukkelijk om ook te praten met mensen die niet naar de zondagsviering komen. Hoe laten we de stem van jongeren klinken? Tellen overlegorganen voldoende vrouwen? Hoe bereiken we mensen die afhaakten? Persoonlijke agenda’s doordrukken, is alvast niet de bedoeling. Je moet allereerst luisteren naar wat er leeft in je eigen hart en dat vervolgens ook uitspreken, maar zonder je eraan vast te klampen. Dat vergt voldoende persoonlijke, biddende voorbereidingstijd van elke deelnemer. We moeten ook zoeken naar manieren om met tegenstellingen om te gaan en constructief te blijven in het gesprek.”
Zullen al die voorbereidende gesprekken de bisschoppen die in oktober 2023 vergaderen in Rome dan bewegen tot allerhande structurele veranderingen? „Dat lijkt me niet het opzet van het hele proces. Rome geeft ermee wel het signaal dat het volk Gods belangrijk is. Wat er plaatselijk kan groeien aan inzichten en dynamiek, daarom is het uiteindelijk te doen”, besluit Carine Devogelaere.