‘De nood is groot, dus helpen we’
Tweehonderd paar vrijwillige handen rusten Mercy Ships’ nieuw ziekenhuisschip uit
„How, mannen, niet te snel! Op drie… Eén, twee, drie.” Met vereende krachten kantelt een zestal vrijwilligers een houten krat uit een container op het bovendek van de Global Mercy, het ziekenhuisschip dat Mercy Ships op maat liet bouwen. Net als de Africa Mercy, een omgebouwde treinveerboot, zal het koers zetten naar Afrika om er de allerarmsten de beste medische zorgen te geven. Eerst geven ruim tweehonderd vrijwilligers uit ons land en de wereld het beste van zichzelf om het schip, dat aangemeerd ligt in de haven van Antwerpen, uit te rusten. Eind januari gaat het via een tussenstop in Rotterdam naar Senegal voor de eerste missie van zo’n tien maanden.
„Nu wordt materieel in containers geleverd op het bovendek, van zuurstofflessen tot chirurgische handschoenen, van bedden tot operatierobots, van computerschermen tot linnenwagens”, vertelt André Bloemen (54) uit Diepenbeek. „Wij lossen ze, brengen ze naar het juiste dek en de juiste zaal en pakken alles uit.”
„Dagelijks doen we wel tot 20.000 stappen”, weet Luc Van Looveren (54) uit Loenhout, die in de haven werkt in de fruitterminal. Hij gaf gehoor aan een interne oproep van de haven van Antwerpen om zich aan te bieden als vrijwilliger. „Tijdens een fietsvakantie in Kameroen, ten voordele van projecten van Broederlijk Delen, kruiste een jeep van Mercy Ships ons pad. Zo leerde ik de organisatie kennen. Geïntrigeerd bleef ik ze volgen”, vertelt hij. „Nu we wegens de coronapandemie toch niet op fietsvakantie kunnen, neem ik overuren op om hier te helpen.”
Van het bovendek dalen we ettelijke trappen af naar de buik van het schip, waar maar liefst twee volledige dekken worden ingericht als ziekenhuis, goed voor zo’n zevenduizend vierkante meter. In intensive care wordt net het eerste van de tweehonderd ziekenhuisbedden geïnstalleerd. Dat doet de vrijwilligers iets. Er wordt geapplaudisseerd. Voorts is het schip, ondanks de gonzende bedrijvigheid aan boord, nog ‘leeg’. De ziel ontbreekt. [node:field_streamers:0] Er zijn nog geen patiënten. Zij vormen de essentie van de missie van Mercy Ships.
Langs de kapel en een centrum voor palliatieve zorg klimmen we richting dek 10, waar een school wordt ingericht voor de vrijwilligers die met hun gezin aan boord verblijven. In het chemielokaal schikt Birgit Hufkens (35) uit Brasschaat leerboeken in rekken. „Hier kan een honderdtal kinderen les volgen, van kinderopvang tot secundair”, vertelt ze. Vijf jaar geleden leerde ze Mercy Ships kennen op een vrijwilligersbeurs en het klikte. „Ik geloof dat God me hier wilde hebben”, zegt ze. „De sfeer aan boord is super. Je voelt meteen dat dit een christelijke organisatie is. Elke ochtend om zeven uur wordt er gebeden in de kapel.”
In de kantine treffen we Luc Vercauteren (69), samen met zijn echtgenote Anita Victoor een diehard ‘Mercy Shipper’. „Na ons pensioen wilden we ons nuttig maken. Op National Geographic zagen we een documentaire over Mercy Ships. We namen meteen contact. Met meer dan vierhonderd vrijwilligers van veertig nationaliteiten aan boord trokken we met de Africa Mercy naar Guinee”, vertelt hij. „We gaan allen voor hetzelfde. We verkiezen niet op vakantie te gaan, maar de handen uit de mouwen te steken om anderen te helpen.”
Intussen zijn de twee containers uitgeladen. „Iedereen geeft hier het beste van zichzelf. De eensgezindheid is groot. We vormen als het ware een grote familie. Als we zo hard doorwerken, zullen we vlugger klaar zijn dan gepland”, zegt Bloemen trots.
In 2017 trok hij mee op missie naar Kameroen en verloor hij zijn hart aan Mercy Ships. De zelfstandige leverancier van bakkersbenodigdheden verzet hemel en aarde en offert werkuren om zijn steentje te kunnen bijdragen in de organisatie. Zijn bestelwagen pimpte hij in Mercy Shipsstijl en naast zijn zaak installeerde hij een broodautomaat waarvan de opbrengst integraal naar Mercy Ships gaat. „Bijzonder? Helemaal niet”, zegt hij eenvoudig. „De nood is groot, dus helpen we.”