Vertrouwen
Vorige week was Wantrouwen de titel boven deze rubriek. Hoog tijd dus voor de tegenpool. Deze keer gaan we het niet hebben over ons vertrouwen in de politiek, maar in de jongeren. Ongetwijfeld is die vorm van vertrouwen nog fundamenteler, want vertrouwen hebben in de volgende generatie is in wezen vertrouwen hebben in de toekomst.
Op 12 januari van dit jaar verklaarde dominicaan Ignace Berten in onze Klapstoel: „Je ziet inderdaad wel dat jongere religieuzen of priesters opnieuw wat traditioneler zijn. (…) Ik probeer dat te begrijpen, maar het verontrust me wel wat. Nu, we mogen die evolutie ook niet overdrijven.” De uitspraak Ignace Berten sloeg enkel op jonge clerici, maar in kerkelijke kringen hoor je wel eens zeggen dat jonge gelovigen in het algemeen weer traditioneler zijn. Is dat wel zo? Wij zochten het uit in een Dossier.
Zoals meestal is de vraag stellen makkelijker dan het antwoord vinden. ‘De jongeren’ bestaan natuurlijk net zomin als ‘de ouderen’. Beide zijn geen homogene groepen, maar zeer diverse bevolkingscategorieën. Net zoals er onder ouderen diverse opvattingen bestaan, zijn er ook onder jongeren zowel traditionele als veranderingsgezinde gelovigen. Het zou vreemd zijn mochten alle jonge mensen hetzelfde denken.
Dat intuïtieve aanvoelen wordt bevestigd. „Uit onderzoeksresultaten blijkt allereerst dat gelovige jongeren erg divers zijn”, beaamt Annemie Dillen, pastoraaltheoloog aan de KU Leuven. Ook de jongerenpastores die we over het onderwerp aanspraken, bevestigen die bevinding. „In elk geval valt mij zeker geen verstarring op in de geloofshouding, maar net openheid en ontvankelijkheid”, zegt bijvoorbeeld Eric Haelvoet, nationaal aalmoezenier van de Europascouts, een jeugdbeweging die vaak als traditioneel wordt gezien.
Ook Werner [node:field_streamers:0] Fierens, norbertijn en zingevingassistent bij Scouts en Gidsen Vlaanderen, ziet de invloeden van een meer traditioneel katholicisme vooral bij jongere priesters en religieuzen, dus niet bij jongeren in het algemeen. Als die vaststelling klopt, kan dat in de toekomst een probleem opleveren. Wanneer de priesters traditioneler zijn dan de gelovigen, ontstaat mogelijks een spanningsveld. Dat komt dan bovenop de priesterschaarste die sowieso steeds nijpender wordt.
Niettemin doen we er goed aan om vooral geen karikaturen te maken van jongeren. Jonge mensen zoeken onbevangen hun weg in het leven en dus ook in het geloof. Wat voor ons traditioneel is, kan voor hen een nieuwe ontdekking zijn. Eerder dan een oordeel, hebben ze een schouderklopje nodig.
Er wordt al te vaak overdreven in het hokjesdenken over generaties, als Kerk doen we daar beter niet aan mee. Bovendien is het belangrijk dat we een brede kerkgemeenschap blijven, met ruimte voor een waaier aan geloofsbelevingen. De eenheid van de Kerk hangt niet af van onze persoonlijke interpretatie van diverse geloofspunten, maar van onze wil om samen één Kerk te vormen. Als die wil er is, is er best ruimte voor variatie. Kerk & Leven maakt er een punt van het brede spectrum in onze kerkgemeenschap een plaats te geven, op voorwaarde dat er altijd respect is voor wie haar of zijn geloof beleeft op een andere manier.
Wat moeten we nu onthouden uit ons jongerendossier? ‘Vertrouwen’ is – alweer – het sleutelwoord. Of we nu zelf traditioneel of hedendaags zijn, en wat ook onze mening is over jonge gelovigen, uiteindelijk komt de dag dat we de Kerk doorgeven aan de volgende generatie. Zo hoort het en zo is het goed. Vertrouwen in jonge mensen, vertrouwen in de toekomst, vertrouwen in God. Voor gelovigen is dat eigenlijk vanzelfsprekend.
Reageren op dit artikel? Dat kan op www.kerkenleven.be