Spirituele zorg, meer dan een praatje
Beroepsvereniging voor Zorgpastores ijvert voor een erkenning van het beroep spirituele zorgverlener
Maak werk van een wettelijk statuut van het beroep spirituele zorgverlener. Dat vroegen pastores bij de oprichting van de Beroepsvereniging voor Zorgpastores tien jaar geleden. Aan een erkenning zijn we nog niet toe, maar samen met de erkende levensbeschouwingen heeft de katholieke vereniging een ontwerpdocument voor de beroepskwalificatie klaar.
„Dat is nodig om de aanwezigheid van zorgpastores in katholieke voorzieningen beleidsmatig te verankeren als medewerker in de zorg die uitdrukkelijk aandacht heeft voor de spirituele dimensie en daartoe de vereiste expertise bezit”, zegt Kristien Henderickx, coördinator van de vereniging en zelf ouderenpastor. Voorzitter Kristof Decoorne vult aan: „Spirituele zorg is een van de vier klaverblaadjes van kwaliteitsvolle zorg, naast fysieke, psychische en sociale zorg.”
„Zolang geloof was ingebed in onze samenleving, was de historische aanwezigheid van aalmoezeniers en pastoors in zorgvoorzieningen vanzelfsprekend. In onze geseculariseerde samenleving is dat niet langer het geval. Wanneer zij met pensioen gaan, worden ze dan ook niet per definitie vervangen”, stipt Henderickx een pijnpunt aan. „Wettelijk is een zorgvoorziening niet verplicht om een spirituele zorgverlener aan te nemen. Evenmin wordt bepaald wie in die functie mag worden aangenomen, omdat er geen officieel kwaliteitskader bestaat met de vereiste competenties. Dat leidt soms tot een uitholling van de functie.” Decoorne benadrukt: „Spirituele zorg is meer dan een praatje, het vereist de nodige expertise.”
De beroepsvereniging besefte al snel dat samenwerking met de andere erkende levensbeschouwingen is aangewezen. In de schoot van het platform Vlaamse Interlevensbeschouwelijke Dialoog werd een werkgroep opgericht. „Omdat een eenduidige term is aangewezen bij het uitwerken van een wettelijk statuut en de diverse levensbeschouwingen allen eigen benamingen hanteren – in katholieke kringen spreken we over zorgpastores, moslims dan weer over islamconsulenten – koos de werkgroep ‘spiritueel zorgverlener’ als gemeenschappelijke noemer.”
Intussen zijn toch wel wat stakeholders uit de zorgsector, zoals het Expertisecentrum Dementie en Palliatieve Zorg Vlaanderen, overtuigd van de nood aan spirituele zorg en dus ook aan experts ter zake. „Tijdens de coronacrisis werd meermaals duidelijk hoe waardevol de aanwezigheid van zorgpastores was en is voor patiënten en bewoners van zorg-instellingen die vaak vergingen van eenzaamheid”, stipt Kristof Decoorne aan. „Een erkenning maakt ook dat je ernstig wordt genomen als gesprekspartner in de zorg, vanuit de overtuiging dat de spirituele dimensie relevant is voor de te kiezen therapeutische weg.”
Madeleine Burghoorn, al vijftien jaar ziekenhuispastor in het Sint-Trudo Ziekenhuis in Sint-Truiden, getuigt vanuit het werkveld: „Zelf ervaar ik veel goede wil van verantwoordelijken en collega’s in de zorg, maar ik besef dat dat afhankelijk is van directie tot directie, in ziekenhuizen zowel als in woon-zorgcentra. Soms moet ik patiënten die van hieruit verhuizen naar een woon-zorgcentrum en daar een beroep willen doen op een zorgpastor teleurstellen.”
Tot slot steekt Burghoorn de hand ook in eigen boezem. „Als pastor stellen we ons gewoonlijk bescheiden op, maar die houding mag het strategische denken over een erkenning van ons beroep niet in de weg staan.”