Als de Bijbel geen makkelijk boek blijkt
Theoloog Jeroen Hendrickx verkent wegen om Bijbelmoeheid in het godsdienstonderwijs te overstijgen
Nadat Jeroen Hendrickx (33) uit Mechelen zijn diploma geschiedenis behaalde, stelde hij bij het overschouwen van alle gevolgde vakken vast dat hij er nogal wat keuzevakken over het christendom had uitgepikt. „Geloof was een belangrijk deel van mijn opvoeding, maar als jongere raakte het wat ondergesneeuwd”, zegt Hendrickx. „Toch was het blijkbaar op een of andere manier blijven doorwerken. Ik besloot dan maar om ook het certificaat voor het godsdienstonderwijs te behalen. In het onderwijs gaan was ik toch al van plan en het leek me wel fijn om geschiedenis en godsdienst te kunnen combineren.”
Een jaar later kon Jeroen Hendrickx aan de slag als godsdienstleraar aan het Sint-Ritacollege in Kontich. „De nood aan godsdienstleerkrachten bleek groter dan die aan geschiedenisleerkrachten”, zegt hij. „Ik voelde ook de nood aan een steviger theologische vorming en vatte als werkstudent theologiestudies aan in Leuven. Al heb ik geen spijt van mijn vroegere studies, uiteindelijk bleek theologie toch al gauw mijn ware roeping. De studies waren verrijkend voor mij, als mens en als leraar.”
Jarenlang combineerde Hendrickx job en studies. Dat samengaan van praktijk en theorie bracht hem bij het onderwerp van zijn masterproef, Bijbelmoeheid. „Het viel me immers op dat godsdienstleerkrachten vaak aarzelen om in hun lessen aan de slag te gaan met de Bijbel”, legt hij uit. „Dat gold ook voor mezelf, trouwens. In mijn onderzoek ontdekte ik dat er diverse oorzaken zijn. Soms heeft het te maken met de vreemdheid van de Bijbelteksten, soms met een gebrek aan voorkennis bij leerlingen, maar ook met onzekerheid bij leerkrachten of met de didactische methodes die er voorhanden zijn.”
Een dergelijk gelaagd probleem moet je dan ook aanpakken op al die niveaus tegelijk. „Ik deed een zogenoemd waarderend actieonderzoek”, zegt Hendrickx. „Via interviews, een focusgesprek en vragenlijsten zag ik hoe die methode een diverse groep leerkrachten samenbracht om na te denken over godsdienstonderwijs en de Bijbel.”
Dat proces leidde tot vruchtbare tips voor godsdienstleerkrachten. „Allereerst: gebruik de Bijbel in je lessen, want die teksten hebben veel te bieden, sociaal-cultureel, maar ook op vlak van levensbeschouwelijke groei en identiteit van jongeren”, legt Jeroen Hendrickx uit. „Durf daarbij te experimenteren met Bijbeldidactische benaderingen, vraag feedback aan leerlingen en werk samen met collega’s.”
Ook belangrijk is het om de Bijbel te behandelen als een geloofsboek dat mensen op het spoor kan zetten van God. „Zoek daarbij aansluiting bij de leef- en ervaringswereld van jongeren, maar let op voor een te selectieve benadering van Bijbelteksten. Respecteer dus de Bijbelse teksten, maar ga op zoek naar open benaderingen ervan, met ruimte voor dialoog. En natuurlijk, stel ook jezelf de vraag wat de Bijbel voor jou betekent.”
Jeroen Hendrickx heeft de smaak alvast te pakken en vat weldra een doctoraat aan. „Ook daarin zal ik me weer richten op het godsdienstonderwijs”, zegt hij. „Niet zozeer over de Bijbel deze keer, maar over de vraag wat het betekent dat de godsdienstleraar naast specialist en moderator ook getuige is. Dat is immers niet steeds zo duidelijk.”