‘Ik hoop dat de Kerk knaldrang heeft’
Op 6 juni is Turnhout gastvrouw voor het ontmoetingsfeest Als een lopend vuurtje van het bisdom Antwerpen. „Na twee jaar corona- maatregelen is de behoefte om samen te komen groot”, weet Dirk Godecharle. „Minstens zo belangrijk is het zichtbaar aanwezig te zijn als Kerk in alle geledingen van onze samenleving.”
Na een loopbaan aan de school van verpleegkunde HIVSET in Turnhout, is Dirk Godecharle (70) met pensioen. Niet om te rusten, want hij rijgt diverse engagementen aan elkaar. „Als ik oude bekenden tegenkom, zeg ik dat ik vooral actief ben in de Kerk. Dan valt er vaak een ongemakkelijke stilte”, vertelt hij. „Ze bekijken de Kerk als een groepje ouderen die op zondag samen vieren, terwijl Kerk zijn zoveel meer is. Dus ja, ik hoop dat de Kerk knaldrang heeft. Pas wanneer we naar buiten komen, kan onze boodschap zich verspreiden als een lopend vuurtje.”
– Is de pandemie een breuklijn voor de Kerk?
De coronapandemie versnelde een aantal trends, zoals het krimpende kerkbezoek. In de Kerk hebben we vooral een ouder publiek. Net op die groep hakte COVID-19 stevig in. Mij zit het vooral dwars dat het discours over corona zo tegengesteld is aan de kern van onze christelijke boodschap. Het neigt naar het l’enfer, c’est les autres van Sartre. Hoe minder volk bijeenkomt, hoe beter. Hoe verder van de ander je blijft, hoe beter. Terwijl Kerk zijn vooral gemeenschap vormen is. Corona hakte er niet enkel op ons in qua aantallen en activiteiten, het raakte ons in het wezen van wat we als christenen te vertellen hebben, namelijk dat mensen op elkaar betrokken moeten zijn. We bidden niet ‘mijn’ Vader, maar ‘onze Vader’. Het slechtste wat we kunnen doen, is met een groepje gelijkgezinden op elkaar terugplooien. We moeten zelfbewust en vrijmoedig de straat opgaan met ons verhaal, zoals paus Franciscus bepleit. Dat doen we te weinig.
– Heeft onze samenleving nog oren naar die boodschap?
We kunnen ze vandaag enkel aanspreken als we een inhoudelijk verhaal brengen. Daarom moeten we terugkeren naar wat ons drijft en begeestert, naar Jezus. Natuurlijk moeten we structuren aanpassen aan de noden van de tijd, maar velen snakken naar inhoud. Drie jaar lang werkten we in het bisdom Antwerpen met het Bijbelboek Handelingen der Apostelen. Die eerste Kerk kreeg heel wat moeilijkheden te verwerken, net als wij. En wat was haar antwoord? Ze trok zich niet terug, ze werkte niet aan structuren, ze spitste zich toe op de essentie, haar boodschap.
– Op weg van het HIVSET naar de Sint-Pieterskerk, zo’n tweehonderd meter verderop, kom je zowat de hele wereld tegen. Is het beeld van de stille katholieke Kempen achterhaald?
Turnhout is de laatste vijf jaar sterk geïnternationaliseerd, vergelijkbaar met het centrum van Antwerpen. De schaal is minder groot, maar de intensiteit is dezelfde. Ook de armoedeproblematiek is nadrukkelijk aanwezig. Eén op de vier kinderen groeit op in armoede.
Voor haast alle nationaliteiten die hier toestromen, is religie belangrijker dan voor de Vlaming. Zij maken onze samenleving religieuzer en ook christelijker, want het gaat niet enkel om moslims. Vandaag wonen hier meer mensen ’s weekends een christelijke kerkdienst bij dan vijftien jaar geleden. Voor ons is die internationalisering [node:field_streamers:0] een godsgeschenk. We zijn dan ook op een punt beland dat we het geloof moeten terugkrijgen van andere culturen. In Turnhout tellen we enkel actieve priesters uit Afrika. Waar zouden we staan zonder hen? Onlangs was ik op bezoek bij pastoor Emmanuel Tomfiah. Hij kwam de trap afgestormd. Weet je hoelang het geleden is dat ik een priester een trap hoorde afstormen?
Ooit bezocht ik een jaar lang elke maand een andere christelijke gemeenschap in onze stad. Boeiend en tegelijk frustrerend. Want overal zag ik levende gemeenschappen, met veel mensen, blije mensen, kinderen. Ik hoop dat zij het vuur bij ons kunnen aanwakkeren.
Sommigen menen dat godsdienst steeds minder belangrijk wordt in de samenleving. Het tegendeel is waar. De stad beseft dat en speelt daar goed op in. Als je verbinding wil creëren in deze internationale stad, tussen al die gemeenschappen, is religie het kanaal bij uitstek waarlangs je al die mensen kunt samenbrengen.
– U bent bestuurder van de instellingen van de gasthuiszusters in Turnhout. Religieuzen zijn de motor van het leven in de Kerk, zegt onze paus. Maar wat als die motor sputtert?
De vele congregaties in Turnhout – franciscanen, zusters van het Heilig Graf, jezuïeten… – werden sneller weggeveegd dan we mogelijk achtten. Er zijn nog enkele bejaarde gasthuiszusters en clarissen. Ook al gaan religieuzen zelf doorgaans nuchter om met die realiteit, mij bedroeft ze. Hoelang zullen de clarissen nog het biddende hart van onze pastorale eenheid zijn? Gelukkig bezielt nu een gemeenschap Afrikaanse spiritijnen mee onze Kerk.
– Als bestuurder van een woon-zorgcentrum en gebedsvoorganger komt u vaak in woon-zorgcentra. Stoppen we ouderen te veel weg?
Waarom bouwen we woon-zorgcentra in de groene rand? Daar ben ik tegen. Bouw ze toch midden in het bruisende centrum. En laat het open huizen zijn waar iedereen welkom is, ook op pastoraal vlak. Als je een kerk sluit, laat de eerste gedachte dan zijn: is er een woon-zorgcentrum in de buurt waar we een weekendviering kunnen houden? En nodig daar alle parochianen op uit. We moeten daar aanwezig zijn met ons aanbod als Kerk. Bejaarden hebben kinderen, klein- en achterkleinkinderen. Dat zijn kansen. We mogen onze ouderen niet aan de kant schuiven. Als Kerk kunnen we het voorbeeld geven. Daarbij moeten we als parochie en als pastorale eenheid zelf naar hen toestappen.