Roeping, een ja in vertrouwen
Op 8 mei viert de Kerk weer Roepingenzondag. Het thema luidt ditmaal: „Kom overeind en sta op! Ik stel je aan tot gezant en getuigen” (Handelingen 26, 16) en de initiatief-nemers willen vertrouwen aanwakkeren en aantonen dat het mogelijk is te blijven geloven en de eigen roeping te vinden en te onderscheiden. Maar wat is roeping? Is dat niet breder dan de roeping tot het kerkelijke ambt of het religieuze leven? Drie getuigen, uit diverse situaties en levensstaten, zoeken mee een antwoord.
Zijn vandaag niet alle christenen geroepen? We vragen het aan laatstejaarsseminarist Gianluca Loperfido (32), kleinzoon van mijnwerkers die stage loopt in de Sint-Martinusparochie in Genk, aan Marie-Agnès Misonne (48), godgewijde maagd die werkt als parochieassistent in Koekelberg (Brussel) en aan Curd Fieux (57), gehuwd met Rita Christiaens, vader en grootvader en als diaken actief in de parochies in de westrand van Kortrijk.
– Wat betekent roeping vandaag?
Marie-Agnès Misonne • Roeping is vandaag niet anders dan in het verleden. Het is een ja in vertrouwen. Het verschil is dat wie vandaag een levenskeuze maakt vanuit zijn of haar geloof tegen de stroom opzeilt, terwijl vroeger de hele samenleving doordrongen was van het geloof. Net daardoor begrijpen we roeping echter ook beter. Het gaat niet om status of titel, ook niet om een bepaalde taak. Roeping houdt in dat we volledig willen beminnen, of iemand nu godgewijd of priester is, in een klooster leeft of in een gezin. De roepingencrisis toont zich niet enkel in de wereld van het godgewijde leven, maar evenzeer in het huwelijk. De weg is anders voor iedereen, maar een betere weg bestaat niet.
Gianluca Loperfido • De kern van roeping is de relatie met God. Het gaat steeds om God en de naasten te willen liefhebben. Dat is onze eerste [node:field_streamers:0] roeping. Elke mens is een klein evangelie. Ons aller leven is dus eigenlijk een missie, een opdracht om God en de anderen te beminnen. Het antwoord op die opdracht kan dan weer heel divers zijn. Iedereen is dus geroepen, ook de niet-gelovige. Roeping is universeel.
Curd Fieux • Roeping is Jezus volgen en in zijn spoor treden. Dat is vandaag inderdaad tegen de stroom opzeilen. Ik ben niet opgevoed in een katholiek nest, maar van jongs af voelde ik me aangetrokken tot het geloof. Op puberleeftijd maakte ik wel een zware crisis door en nadien leerde ik de Sint-Michielsbeweging kennen. Het doopsel houdt in dat alle christenen zijn geroepen, toch wie wil leven als gedoopte. Iedere mens is geroepen om mens te zijn en geen mens is geroepen om maximaal rijk te worden. Je ziet dat in de zorg. Voor een karige wedde is men bereid zich verregaand te engageren. In schoolbesturen zie ik hetzelfde. Engagement wordt er beleefd als een roeping. Het verschil voor christenen is dat Jezus de bron is.
– Hoe kun je onderscheiden wat jouw levenskeuze is?
Marie-Agnès Misonne • Vergelijk het met een beroepskeuze van mensen die uit waardering verpleegster of onderwijzer worden. Roeping groeit vanuit de band met Jezus en het gebed is de meest aangewezen plek om te onderscheiden. Het is niet omdat iets mij [node:field_streamers:1] groots lijkt, dat het ook mijn weg is. Jezus roept ons nooit tot iets wat ons ongelukkig maakt. Als iets echt jouw ding is, dan zal het je gelukkig maken. In je eentje geraak je daar echter niet uit. Ook niet door louter gesprek. Je moet vrij zijn. Ik voelde bijvoorbeeld dat mijn moeder graag wilde dat ik trouwde. Ik had het gevoel dat mijn moeder mijn roeping niet begreep, die erin bestaat door Jezus genomen te worden om zijn bruid in de wereld te zijn. Ik kwam tot het besef dat mijn ouders me altijd vrij hadden gelaten, zoals in mijn studiekeuze. Het gaat dus altijd om vrijheid. Maar een keuze vraagt daarom ook altijd tijd.
Gianluca Loperfido • Fundamenteel bij roeping zijn dialoog en gebed. Mijn lievelingstekst uit de Bijbel gaat over Jezus die in stilte bidt en vervolgens naar de mensen trekt, zonder agenda. De keuze komt door het leven zelf. In mijn eigen levensloop waren ontmoetingen met daklozen sterke ervaringen van Jezus Christus. Door beleving ontdekken wij wat onze roeping is.
– Hoe houd je het vervolgens vol op de ingeslagen weg?
Marie-Agnès Misonne • Door Jezus. Mijn trouw is een antwoord op zijn trouw. Een gebedsleven is daarbij van fundamenteel belang. Zelf voel ik me verwend op dat vlak. Door mijn werk in de basiliek van Koekelberg, waar er altijddurende aanbidding is, kan ik dagelijks de eucharistie bijwonen en sta ik in contact met andere gelovigen.
Gianluca Loperfido • Hier, in de parochie in Genk, geven de talrijke ontmoetingen met zieken en vluchtelingen me de kracht om door te gaan. We focussen te veel op het negatieve, sluiten onszelf te vaak op, zonder de horizonten te verbreden. Het geloof leert ons dat er altijd hoop is. Niet bang zijn voor mensen, ook dat is verrijzenisgeloof. We zijn kleine ambassadeurs van Christus’ verrijzenis.
Curd Fieux • Vijfentwintig jaar lang werkte ik als metaalbewerker, maar in de fabriek was het steeds weer een worstelen. Er ontbrak iets. Mijn verlangen werd vaak weggepraat en dat deed pijn. Uiteindelijk is het gelopen zoals het moest lopen en werd ik tot diaken gewijd. Het maakt me intens gelukkig. In mijn parochie ga ik momenteel voor bij het gros van de uitvaarten en ik ben blij dat ik op die manier rouwenden dienstbaar kan zijn. Eerst ben ik echter geroepen als echtgenoot en vader, pas dan als diaken.
– Wat is het belang van een parochie of een gemeenschap bij het ontdekken wat een roeping is?
Gianluca Loperfido • Mijn verlangen naar het priesterschap werd geboren uit de parochie. Zestig jaar geleden kwam mijn grootvader uit Zuid-Italië naar Limburg om in de mijn te werken en mijn moeder werd hier geboren. Op vakantie in Italië leerde ze mijn vader kennen en ik ben daar geboren. België was voor mij een vakantieland. In Italië groeide ik als het ware op in de parochie. Ik was er misdienaar en scout. Daar leerde ik ook de realiteit van gemarginaliseerde mensen kennen, want er is veel armoede. De echte keuze om priester te worden, groeide pas later, toen ik in België na mijn studies als kok begon te werken.
Marie-Agnès Misonne • Paulus zegt dat de Kerk het lichaam van Christus is. Dat voel ik sterk. Onze parochiegemeenschap is als een familie, met een divers publiek. In de parochie vullen we elkaar aan, steunen we elkaar. Roeping is altijd iets van contact en vriendschap, samen op weg gaan. Welke weg mensen uiteindelijk gaan, behoort ons niet toe.
Curd Fieux • De Sint-Michielsbeweging noem ik mijn Taborkerk. Het is een levende gemeenschap die bidt en dicht bij de armen wil zijn. Vijftien jaar lang maakte ik er deel van uit alvorens diaken te worden. De stap van de fabriek naar de parochies was groot. Ik heb immers mensen nodig die me geruststellen. Zo volgde ik ook de Alphacursus. Dat Jezus voor mij aan het Kruis is gestorven, geeft me kracht. Hoe houd je het bij alle miserie vol met je geloof in God? Ik keer dat om. Hoe houdt God het vol met ons? En toch ziet God ons graag.