In Gods handen leggen
Rituelen en sacramenten bij het levenseinde blijven waardevolle tekens, maar veranderen
Het bidden bij zieken in acuut levensgevaar en het toedienen van de laatste sacramenten behoren tot de traditie van de Kerk. Sinds enkele jaren ontwikkelen zich ook nieuwe rituelen bij het levenseinde.
„Mensen blijven rituelen en symbolische handelingen nodig hebben bij kernmomenten van het leven”, weet Anne Vandenhoeck, docent pastoraaltheologie aan de KU Leuven. „In ziekenhuizen wordt nog vaak gevraagd naar die rituelen. Enkele jaren geleden meenden we dat de ontkerkelijking die vraag zou doen opdrogen, maar neen dus. Wel krimpt de vraag naar de traditionele sacramenten bij het levenseinde, zoals ziekenzalving en de laatste communie. Waarom? Weinig mensen beleven de sacramenten in hun dagelijkse leven en er zijn te weinig gewijde bedienaren. De ziekenzalving kan immers enkel worden bediend door een priester en er is geen sprake van een mandaat voor leken.”
Mensen blijven dus wel rituelen vragen. „Vanuit mijn eigen pastorale praktijk en onderzoek zie ik die rituelen als een aanloop naar een gezond rouwproces”, zegt Vandenhoeck. „In coronatijd werden nieuwe rituelen bedacht om verbondenheid tussen zieken en familie te scheppen, bijvoorbeeld tijdens de eerste golf door met de familie te bidden in de kapel met de stervende patiënt in gedachte. Sacramenten zijn een beproefde manier om Gods genade te tonen. Rituelen zoals de ziekenzegen bieden dan weer meer ruimte voor het persoonlijke. Maar ook de ziekenzalving, wanneer voorbereid door lekenpastores, biedt daartoe mogelijkheden.”
Raf Vermeulen, pastoor-deken in Sint-Niklaas, dient op jaarbasis zowat zeventig keer de ziekenzalving toe aan een stervende. „Dat gebeurt allereerst op vraag van families, in de context van de woon-zorgcentra of in het ziekenhuis in de spoedafdeling of de dienst intensieve zorg, heel soms op de kamer”, vertelt hij. „Wij zijn dankbaar dat we op een dergelijk moment bij mensen aanwezig mogen zijn. De pastorale dienst van de instellingen is er natuurlijk ook en begeleidt, [node:field_streamers:0] maar ’s nachts word ik opgebeld. Er is natuurlijk een verschil tussen een crisissituatie en wanneer de zalving thuis plaatsvindt, in dialoog, bewust en zorgvuldig begeleid, met de familie die een kring vormt. Dan is het moment goed gedragen. Maar ik maakte het ooit al mee dat betrokkene in mijn aanwezigheid stierf. Voor de ziekenzalving heb ik een blaadje klaar met duiding, gebed om vergeving, een evangelietekst, gevolgd door de zalving van het voorhoofd. Als de persoon bij machte is, kan ook de communie worden uitgereikt. Dat is de standaard. Slechts een kleine minderheid vraagt nog om de biecht.”
Biecht en communie waren vroeger vaste bestanddelen. „Voor praktiserende katholieken kan dat nog wel eens, maar bij de meesten komt de vraag niet op”, zegt Vandenhoeck. „Het is dan een herkenbaar teken van verbondenheid met hun leven en spiritualiteit. In woon-zorgcentra gebeurt de zalving nog. In ziekenhuizen, met almaar minder priesters, veel minder vaak. Aswoensdag is in woon-zorgcentra en ziekenhuizen daarentegen een drukke dag voor pastores. Het assenkruisje is het symbool bij uitstek van de eindigheid van het leven. Daar matchen beleving en betekenis.”
Door de opkomst van euthanasie en palliatieve sedatie ontstaan situaties die zich voorheen niet voordeden. Vandenhoeck: „Pijnbestrijding maakt dat een patiënt langer bewust is. Het opstarten van sedatie kan een moment zijn om afscheid te nemen. De recente teksten van onze bisschoppen ondersteunen zorgpastores om in die context patiënten niet in de steek te laten. Patiënten kiezen bewuster. Dat daagt pastores extra uit.”
„Dat mensen de ziekenzalving vragen, maar vervolgens toch burgerlijk worden begraven, vind ik een contradictie”, zegt Raf Vermeulen tot slot. „Ik heb begrip voor ingrepen bij nodeloos lijden zonder perspectief, maar met actieve euthanasie heb ik het moeilijk. De ziekenzalving weigeren in dergelijke omstandigheden doe ik echter niet. We leggen het in Gods handen.”