Oude bestemming, nieuw leven
Partners Caritas International begeleiden uit België vrijwillig teruggekeerde migranten
Dit jaar keerden al 1.773 personen van België vrijwillig terug naar hun herkomstland in het kader van een terugkeerprogramma van de overheid. De meerderheid van hen, 905, betrof migranten zonder wettig verblijf die vaak na jaren in ons land willen terugkeren. De terugreis verloopt georganiseerd en gaat gepaard met transportkosten en bijstand bij een discrete terugkeer. Brazilianen, Mongolen en Salvadoranen blijken verrassend de vaakst terugkerende nationaliteiten.
Via het programma kan de terugkeerder, afhankelijk van zijn statuut, ook een re-installatiepremie krijgen in het land van herkomst. Hij of zij kan die steun onder meer gebruiken om een zaak te beginnen, een woning te huren of medische kosten te betalen.
Caritas International specialiseerde zich met steun van Fedasil in het ondersteunen van die terugkeerder, vóór en tijdens hun vertrek en mede dankzij de Caritaspartners in het buitenland ook na de terugkeer. Caritasmedewerkers uit Senegal, Congo, Tunesië en enkele andere Afrikaanse landen waren onlangs even in België om te overleggen en uit te wisselen.
„Fedasil beheert en financiert het project. Het agentschap bepaalt ook de criteria waaraan iemand moet voldoen om ondersteuning te verkrijgen en gelukkig is Fedasil daarbij flexibel”, zegt Laurens Dickx van Caritas International. „Met de kandidaat-terugkeerders gaan we na wat hun noden zijn, welke toekomst ze zien voor zichzelf en welk netwerk ze hebben. Het objectief is een duurzame toekomst. Het gaat niet zomaar om geld geven, maar om steun verzekeren, samen met onze partners.”
„Vaak gaat het om studenten die nooit terugkeerden en in Europa in de irregulariteit stapten”, weet Jacques Niouky van Caritas- Dakar. „Soms gaat het om iemand die werk zocht, maar dat nooit vond. In Senegal bleven hun vrouw en kinderen soms achter. Dat maakt het niet eenvoudiger. Families zijn immers vaak trots dat een broer ergens in Europa leeft. Maar hoe langer hij wegblijft, hoe moeilijker de re-integratie, [node:field_streamers:0] leert de praktijk.”
„Bij terugkeerders naar Congo zijn er opmerkelijk veel ouderen met medische problemen”, zegt Prince Kikalulu van Caritas Kinshasa. „In Europa vonden ze niet wat ze zochten. Ze stootten op hun grenzen en beslisten dan maar terug te keren. Het uitblijven van verblijfsdocumenten is steevast de trigger. In Europa blijven ze zo immers zonder werk en zonder rechten. We helpen hen dan een nieuw leven te beginnen, bijvoorbeeld met een handeltje of een taxi. Daarom is er nood aan gedegen begeleiding, ook na de terugkeer. De belangrijkste vraag voor ons is of de teruggekeerde ook door de familie wordt opgevangen.”
„We betaalden leergeld en passen voortdurend onze strategie aan”, zegt Jacques Niouky. „We gaan vaak mee of begeleiden hen in hun keuze.” „Het grote probleem is dat terugkeerders vaak een activiteit aanvatten die ze voordien nooit uitoefenden”, meent Prince Kikalulu. „Re- integratie houdt dus altijd ook een risico in. Soms duiken oude schuldeisers op die bijvoorbeeld de heenreis financierden, of verkochten ze familiegrond en vraagt de familie nu rekenschap. Wat dan? Oudere en zieke terugkeerders kunnen al helemaal niet werken.”
De Indiase zuster Rekha Garwal werkt als verantwoordelijke migratie in Tunesië. De context is hoogst complex met Tunesische emigranten en mensen uit Sub-Saharaans Afrika die hun heil zoeken in Europa. „Migranten verlaten hun land en dromen van het paradijs”, zegt ze. „Vrouwen zijn het meest kwetsbaar. Soms keren ze terug met buiten het huwelijk geboren kinderen en dat wordt niet aanvaard. Huisbezoeken zijn voor ons werk daarom noodzakelijk. Het gaat niet om een dossier, maar om een persoon. We willen voorkomen dat de migrant met lege handen terugkeert naar de familie. Er moet immers vaak opnieuw vertrouwen groeien. Het is een harde wereld, waarbij mensensmokkelaars ertoe aanzetten alles te verkopen en iedereen achter te laten. Terugkeren gebeurt dan ook vaak met spijt en bitterheid.”