‘Vormsel is een etappe, geen eindpunt’
Catechisten verruilen klassieke catechese steeds vaker voor getuigenissen en beleving
In deze paastijd zullen weer talloze kinderen op de drempel tussen lagere en secundaire school het sacrament van het vormsel ontvangen. Dat wordt meteen de kroon op het werk van de vele vormselcatechisten die de kinderen op hun weg naar die feestelijke dag begeleiden. Volgens het meest recente jaarrapport van de katholieke Kerk in België, verschenen in 2022, waren er in 2021 7.586 catechisten actief. Hoe pakken ze dat anno 2023 aan en wat zijn daarbij de voornaamste uitdagingen?
Meer focussen
Bart Willemen, secretaris van de Interdiocesane Commissie voor Catechese, kijkt alvast hoopvol naar wat er beweegt op het terrein. „De reorganisatie van het parochielandschap leidt op diverse plekken tot het samenwerken of fusioneren van catechese- werkingen. Natuurlijk gaat dat soms gepaard met weerstand en frustraties, maar het brengt ook vaak een nieuwe dynamiek op gang. Over het algemeen is er nood aan versobering. [node:field_streamers:0] Niet dat het saai moet worden, integendeel, maar we moeten de franjes loslaten om sterker de nadruk te leggen op de kern: kinderen en hun ouders laten proeven van geloof en van gemeenschap vormen, zonder die mensen te overstelpen met alles wat we in de aanbieding hebben. Op heel wat plekken zie ik dat intussen gebeuren. Dat stemt me dankbaar.”
Een van de belangrijkste omwentelingen daarbij is die van de klassieke catecheselessen naar een aanpak die meer gericht is op getuigenis en beleving. „Zo bouwen heel wat werkingen minstens één moment in waarop iemand een geloofsgetuigenis komt afleggen. Dat kan gerust gebeuren door de catechisten zelf, of de pastoraal werker of pastoor van de parochie. Daarnaast worden er catechesetochten aangeboden die erop gericht zijn om ouders en kinderen tot geloofsgesprek te brengen. Initiatieven om ouders, maar ook peters en meters bijvoorbeeld, sterker te betrekken bij de vormselcatechese kunnen we enkel toejuichen.”
Meer verbinden
Een andere uitdaging bestaat erin om het vormsel sterker te verbinden met de twee andere initiatiesacramenten, doopsel en (eerste) eucharistie. Allereerst inhoudelijk, maar ook organisatorisch. „Zo moet je in de catechese minstens geregeld verwijzen naar de band tussen die drie sacramenten”, legt Bart Willemen uit. „Je kunt als parochie bij bepaalde gelegenheden echter ook proberen je dopelingen, communicanten en vormelingen samen te brengen voor een gezamenlijke voorbereiding en viering. Dat maakt het mogelijk om de schaarser wordende werkkrachten tactischer in te zetten.”
Daarmee samen hangt het feit dat het vormsel geen eindpunt is, maar een etappe op een geloofsweg. „Van de veelgehoorde verzuchting dat we de vormelingen nadien niet meer terugzien in de eucharistie lig ik niet zozeer wakker,” zegt [node:field_streamers:1]Bart Willemen, „maar we moeten toch sterker het tocht-karakter benadrukken, zoals dat ook gebeurt bij het traject dat volwassen doopleerlingen gaan. Eigenlijk moeten we daarmee beginnen in de doopselcatechese door de ouders erop te wijzen dat ze door hun keuze voor het doopsel, er ook voor kiezen om met hun kind een weg te gaan, en dat die weg niet eindigt bij het vormsel. Integendeel, dan begint het pas.”
Meer gemeenschap
Om kinderen en ouders te laten proeven van het gemeenschapsleven is het ten slotte ook belangrijk de catechesewerking op dat gemeenschapsleven af te stemmen. „Dat begint al ermee dat catechisten zich in hun engagement gedragen weten door de gemeenschap”, meent Willemen. „Je kunt de gezinnen ook een extra aanbod doen, naast de eigenlijke catechesemomenten, zoals een gezinsgerichte viering op een vaste zondag, of door- verwijzen naar een IJD-groep.”
Het integreren van het vormsel in de zondagsviering is soms delicater. „Deels heeft dat te maken met de concentratie van initiatiesacramenten in de paastijd”, zegt Bart Willemen. „Ook voor pastores is dat een erg drukke tijd. Misschien moeten we vormsels en communies meer spreiden.”