Heb je even voor mij?
”Wat moet ik doen om het eeuwige leven te krijgen, en wie is mijn naaste? Op die vragen van een wetgeleerde antwoordt Jezus met de parabel van de barmhartige Samaritaan. Die parabel vormde de basis voor een beroemd experiment in de sociale psychologie, in 1973 aan de universiteit van Princeton (VS).
Theologiestudenten kregen te horen dat ze een speech moesten voorbereiden, die ze kort daarna moesten geven in een lokaal iets verderop. Wat ze niet wisten, was dat ze in drie groepen waren onderverdeeld. Toen ze klaar waren met de voorbereiding, kregen studenten uit de eerste groep te horen dat ze zich onderweg niet moesten haasten, de andere groep kon maar beter opschieten en de derde groep werd wijsgemaakt dat ze bijna te laat waren. Op weg naar hun speech passeerde elke student een man die hoestend en kreunend in een gang lag — een acteur die de onderzoekers hadden ingehuurd.
63% van de studenten die dachten dat ze alle tijd hadden, bood de vreemdeling hulp, tegenover 45% van degenen die net op tijd waren en amper 10% van degenen die dachten dat ze te laat waren.
En wij? Staan we stil, of lopen we verder? Zijn we het gewoon geworden om de andere kant op te kijken en leed te negeren? Op de snelweg van onze eigen plannen en agenda houden we maar uitzonderlijk halt, tenzij we zelf op de pechstrook belanden.
In essentie gaat het om tijd. Mooie voornemens en een keurig pakket waarden en normen smelten weg naarmate de klok de tijd wegtikt. De barmhartige Samaritaan schuift zijn eigen plannen voor die dag opzij, stapt af op de gewonde vreemdeling, schenkt hem tijd, aandacht en verzorging.
Wat moet je dus doen voor het eeuwige leven? Je plannen in de war laten sturen door de ander. Je bukken om de ander te laten opstaan. De naaste worden voor de ander. Stop de tijd. ”
Reageren op dit artikel? Dat kan via koen.vlaeminck@kerk.net