‘Gezond geloof en psychologie kunnen elkaar versterken’
Waar Hemel en Aarde elkaar ontmoeten. Ontrafelen van Genade ervaringen. Zo heet het proefschrift dat Tine Schellekens (43) in mei verdedigde aan de KU Leuven. Daarin gaat ze als psychologe in op de vraag hoe zowel gelovigen als ongelovigen in een geseculariseerde samenleving als de onze ‘genade’ ervaren en wat die met hen doet.
Dat ruim duizend mensen haar een blik in hun ziel gunden, doorgaans op een erg persoonlijke, zelfs kwetsbare wijze, is voor Tine Schellekens een vorm van genade. Als psychodynamisch psychotherapeute die ook gelovig is, zoekt ze naar manieren om het vertrouwen tussen psychologie en pastoraat te laten groeien. Als wetenschapper doe ik evenwel geen uitspraken over God, maar breng ik in kaart hoe genade (van God) door mensen wordt ervaren.”
– Genade ‘ruikt’ naar religie. Daarmee had de psychologie niet altijd een positieve verhouding. Ligt dat anders vandaag?
Zeker net na de Tweede Wereldoorlog werd er al een APA-afdeling (American Psychological Association, beroepsvereniging van psychologen, nvdr) opgericht om geloof en psychologie dichter bij elkaar te brengen. Ook in holistische en existentiële stromingen groeide het besef dat je een mens vanuit een meer omvattend perspectief moet benaderen, met inbegrip van diens geloof en levensbeschouwing. Toch zeggen heel wat therapeuten en psychiaters dat ze niet goed weten hoe ze over die thema’s moeten praten, bijvoorbeeld omdat ze zelf weinig met geloof hebben en er de woorden niet voor hebben. Op dat punt kunnen zij dus heel wat leren door samen te werken met pastores. Op hun beurt kunnen die daarmee ook hun voordeel doen, bijvoorbeeld wanneer ze in de pastorale begeleiding te maken krijgen met mensen met bepaalde psychische problemen of traumatische ervaringen die gespecialiseerde hulp vereisen. Toch mag het onderscheid niet verwateren. Pastoraal werkers moeten geen halfslachtige therapeuten worden. En een psychotherapeut moet allereerst een gedegen klinische professional zijn. Het is een kwestie van elkaar versterken en bruggen bouwen.
– Kan uw onderzoek daartoe bijdragen?
In onze samenleving heeft wetenschap een gezaghebbend statuut. Door concepten als genade, nederigheid, dankbaarheid en vergeving, die oorspronkelijk ingebed waren in religieuze tradities, wetenschappelijk te onderzoeken en zo de impact ervan op ons welbevinden en onze persoonlijk groei aan te tonen kun je mensen prikkelen om weer daarover na te denken. En dat is zinvol, want in onze christelijke traditie zit zoveel moois dat we kunnen herontdekken. Wanneer ik mensen over m’n onderzoeksthema vertelde, waren ze alvast vaak geïntrigeerd.
We kozen ook bewust voor een verbredende aanpak waarbij we ook nagingen of en hoe ongelovigen genade ervaren. Voor velen van hen klonk dat begrip eerst geweldig oubollig, maar bij nader toezien konden ook zij krachtige voorbeelden ervan geven uit hun concrete leven.
– Hoe zou u genade dan omschrijven?
Wat steeds terugkomt [node:field_streamers:0] is het gratuite karakter: genade heeft te maken met iets dat je ervaart als een onverdiend geschenk. Dat kan gaan over vanalles: een inzicht, een innerlijke verandering, hulp of steun die je krijgt, veranderingen in relaties enzovoort. In heel veel antwoorden werd het ontvangen en/of geven van vergeving ervaren als een vorm van genade. Gelovigen brengen genade natuurlijk spontaan in verband met God, maar mensen ervaren ook genade in relatie tot de natuur, de gang van het leven, en tot anderen.
Uiteindelijk heeft genade alles te maken met het besef dat niet alles in het leven kan gemaakt of geforceerd worden. Ten gronde zijn we relationele wezens en daardoor zijn we wederzijds afhankelijk van elkaar. Je kunt daartegen vechten, of je kunt je ervoor openstellen. Dan moet je je wel kwetsbaar durven opstellen. Dat is geen zwaktebod: je afhankelijkheid erkennen kan net bijzonder krachtig zijn. Zo gaven in m’n onderzoek heel wat mensen aan dat het ervaren van genade aanzet om die genade door te geven aan anderen.
– Moeten we ons met z’n allen bewuster worden van de genade in ons leven?
Ervaar je de genade minder wanneer je je niet ervan bewust bent? Dat is op zich een complexe vraag. Zelf denk ik dat iemand die zich er minder scherp van bewust is, ontvangen genades toch op één of andere manier in z’n leven meedraagt. Hoe dan ook zeggen mensen die wel stilstaan bij wat ze onverdiend ontvangen dat dat besef hen helpt om die genade-ervaringen te verdiepen, sneller te herkennen en sterker in hun leven te integreren.
Interessant is dat al m’n respondenten in de interviewstudie boven de veertig waren en dat velen zeiden dat ze soms pas later in hun leven tot het besef kwamen dat iets een genade was geweest. Op het moment zelf ervaar je dat niet altijd zo.
– Wat neemt u zelf mee uit uw onderzoek?
Hoop. Omdat zoveel mensen genade ervaren, maar ook omdat dat erg vaak net op bijzonder moeilijke momenten in hun leven gebeurt. De genade is zo onvoorspelbaar. Laat je erdoor verrassen. Iemand zei het zo mooi: „Hoe donker het ook is en hoezeer je ook niet meer gelooft in een goede afloop: hou steeds maar de deur op een kier, zodat de genade kan binnenkomen.” Hoe mooi is dat.
Reageren op dit artikel? Dat kan op www.kerkenleven.be