Godsdienst is een meningsvak, meneer. Of toch niet?
Het komt wel eens voor dat ik tijdens de les bepaalde invulvragen uit de cursus oversla. Dat komt meestal door tijdgebrek, omdat de vragen niet relevant zijn of omdat ik het antwoord ervan mondeling al besproken heb. Dit laatste is wel eens het geval bij vragen die peilen naar de persoonlijke mening van leerlingen.
Eén van de voordelen van werken in het BSO, is het feit dat je de mening van de leerlingen altijd wel te horen krijgt, gevraagd of ongevraagd. Ze hebben het hart op de tong en dat siert hen.
Vak van een eigen mening
Toen ik laatst nog eens een meningsvraag oversloeg, kreeg ik dan ook onmiddellijk een mening te horen, deze keer over het overslaan zelf. Vicky een 17-jarige leerlinge vroeg: Zeg meneer, waarom slaat u die vraag zomaar over? Ik antwoordde al lachend dat het een meningsvraag was en dat hun mening me eigenlijk niet interesseert. Ze vatte de grap, maar gaf als weerwoord dat ik dat niet mocht doen, want godsdienst is volgens haar, in tegenstelling van de andere vakken, toch zeker wel een vak van eigen mening!
Dat vond ik eigenlijk wel een heel interessante uitspraak.
Het komt wel vaker voor dat, vooral nieuwe leerlingen, godsdienst louter zien als een meningsvak, tot in die mate dat ze vinden dat je er dus ook niet voor moet studeren.
Ik besloot de les even stil te leggen en er samen met de klas over na te denken. Ik daagde hen uit door hen de vraag te stellen waarom godsdienst dan wel meer een meningsvak zou zijn dan bijvoorbeeld PAV. Omdat er bij PAV niet te discussiëren valt!, antwoordde een andere leerling. Ik poneerde dat er bij PAV toch ook wel eens gediscussieerd wordt als het bijvoorbeeld over discriminatie of politiek gaat, maar dat was duidelijk niet wat ze bedoelden.
Ze hadden het over dingen zoals: de regel van 3, de hoofdsteden van Europa of bijvoorbeeld de dt-regels. Die zijn gewoon waar, het zijn feiten en we kunnen er misschien wel een andere mening over hebben, maar die is dan fout. Als je dan je mening volgt, heb je er alleen maar nadeel aan. Daar hadden ze dan een punt natuurlijk.
Hersens in denkmodus
Maar, is het dan niet net zo bij godsdienst?, vroeg ik klassikaal. Zou het bestaan van God veranderen door onze mening over God?
Is Christus plots niet meer aan het kruis gestorven, als we daarover een andere mening hebben?
Aan de gezichten in de klas zag ik dat er een groot aantal van hen al in denk-modus gegaan waren. Om even een meer extremer voorbeeld te gebruiken, voegde ik er aan toe: Zou een bloeddorstige seriemoordenaar, die geen spijt heeft van zijn zonden, niet naar de hel gaan omdat hij van mening is dat deze niet bestaat?
Als Christus, God zelf dus, zegt: Ik ben de Weg, de Waarheid en het Leven, zijn het dan niet net zo goed feiten? Als Jezus ons leert hoe we naar de hemel kunnen gaan, dan is het toch zeker zo belangrijk dat we zijn leer even trouw volgen als de regel van 3 of de dt-regels.
Er ontstond een levendig debat en het duurde niet lang of de meesten van de klas waren er nu plots van overtuigd dat godsdienst toch geen meningsvak is. Maar Vicky was nog niet helemaal overtuigd. Meneer, u heeft wel gelijk met wat u zegt hoor, maar toch is het ook een meningsvak. Allez meneer, ik kan het niet zo goed uitleggen.
En toch is jouw mening heel belangrijk
Ik stelde Vicky gerust dat ze eigenlijk ook gelijk had. Kennis verkrijgen over God erg belangrijk, het is dan ook daarom dat God door profeten of als Christus, zichzelf kenbaar heeft gemaakt aan de wereld. Die kennis van God is echter niets, zonder dat wij als mensen met onze eigen overtuiging, onze mening zeg maar, God aanvaarden in ons leven.
God dwingt ons niet om in Hem te geloven, maar schenkt ons zijn liefde.
Als wij, net zoals vele heiligen, menen dat deze liefde waardevol is en Ja durven zeggen aan God, kunnen we die liefde helemaal ontvangen en grote dingen bereiken. Jullie mening is dus héél belangrijk, Vicky.
Na het gesprek was ik blij dat Vicky de vraag gesteld had, want ik had het gevoel dat de klas onverwacht echt iets wezenlijks had bijgeleerd. Ook voor mij was het een waardevolle herinnering geweest aan wat belangrijk is.
Misschien gebeurt het wel eens dat we als godsdienstleerkrachten de slinger te veel naar kennis enerzijds of naar de gevoelens en meningen van onze leerlingen anderzijds laten overslaan.
Tussen modernisme en relativisme
Zonder de geloofsleer over te brengen, hervallen we in modernisme en relativisme, waardoor we de schat van het geloof laten devalueren tot een meninkje als een ander. Maar wanneer we ons beperken tot kennisoverdracht en de mening van leerlingen links laten liggen, komen we nooit te weten waarover onze leerlingen struikelen op hun weg naar geloof.
Pas als we aandacht hebben voor de twee aspecten kunnen we de weg vrijmaken waardoor de leerlingen de gave van het geloof weer kunnen ontvangen.
De godsdienstles ging die dag weer verder. Ik stelde hen gerust dat het belangrijk was om samen van gedachten te wisselen om wat waar is beter te leren kennen. De leerlingen bleven dan ook hun mening even actief geven als ervoor en misschien lag het aan mij, maar ik zou hebben gezworen dat ze ook bij de theoretische delen van de les, net iets beter opletten dan voorheen.