Wie Mij wil volgen, moet elke dag opnieuw zijn kruis opnemen
Geliefde broers en zussen, goedendag!
Het Evangelie van deze zondag (Lc 9,18-24) nodigt ons uit om ons opnieuw, om zo te zeggen, van aangezicht tot aangezicht te confronteren met Jezus. Op een van de weinige rustige ogenblikken dat Hij met zijn leerlingen alleen is, vraagt Hij hen: Wie zeggen de mensen dat Ik ben? (v.18). En zij antwoorden: Johannes de Doper, anderen zeggen: Elia, en weer anderen: een van de oude profeten is opgestaan (v.19). De mensen hadden achting voor Jezus en beschouwden Hem als een grote profeet, maar ze waren zich nog niet bewust van zijn ware identiteit, dat wil zeggen dat Hij de Messias was, de Zoon van God gezonden voor de redding van allen.
De Gezalfde van God
Dan richt Jezus zich rechtstreeks tot de apostelen – want daarin stelt Hij het meeste belang – en vraagt: Maar gij, wie zegt gij dat Ik ben? Onmiddellijk antwoordt Petrus in naam van allen: De Gezalfde van God (v. 20) dat wil zeggen: Gij zijt de Messias, de Godgewijde, door Hem gezonden om zijn volk te redden overeenkomstig het Verbond en de Belofte. Zo beseft Jezus dat de Twaalf en in het bijzonder Petrus, van de Vader de gave van het geloof hebben ontvangen en om die reden begint Hij hen openlijk te onderhouden – het Evangelie zegt openlijk – over wat Hem in Jeruzalem te wachten staat: De Mensenzoon – zo sprak Hij – moet veel lijden en door de oudsten, de hogepriesters en schriftgeleerden verworpen worden, maar na ter dood te zijn gebracht zal Hij op de derde dag verrijzen.(v.22).
Wie is Jezus voor ons?
Deze vragen worden vandaag opnieuw aan elk van ons gesteld: Wie is Jezus voor de mensen van deze tijd? Maar die andere is belangrijker: Wie is Jezus voor elk van ons? Voor mij, voor jou, voor jou, voor jou…? Wie is Jezus voor ieder van ons? We worden uitgenodigd om van het antwoord van Petrus ons antwoord te maken en met vreugde te belijden dat Jezus de Zoon van God is, het eeuwige Woord van de Vader dat mens geworden is om de mensheid te verlossen en over haar de overvloed van goddelijke barmhartigheid uit te storten. De wereld heeft meer dan ooit nood aan Christus, aan zijn redding, aan zijn barmhartige liefde. Veel mensen ervaren rond zich en in henzelf een leegte – misschien wij soms ook - anderen leven in onzekerheid en onveiligheid omwille van gebrek en conflicten. Allen hebben we nood aan aangepaste antwoorden op onze vragen, op onze concrete vragen.
In Christus, alleen in Hem, kan men de echte vrede vinden en de vervulling van elk menselijk verlangen.
Als geen ander kent Jezus het hart van de mens. Daarom ook kan Hij het genezen en het leven en troost bieden.
Het kruis opnemen en verliezen om te winnen
Na de dialoog met de apostelen richt Jezus zich tot allen met de woorden: Wie mijn volgeling wil zijn, moet Mij volgen door zichzelf te verloochenen en door elke dag opnieuw zijn kruis op te nemen (v.23). Het gaat niet om het kruis als sieraad, maar om het kruis van het leven, het kruis van de dagelijkse plicht, het kruis om zich voor anderen met liefde op te offeren – voor ouders, voor kinderen, voor het gezin, voor vrienden, ook voor vijanden – het kruis van de beschikbaarheid om solidair met de armen te zijn, om zich in te zetten voor gerechtigheid en vrede. Door deze houdingen, deze kruisen, aan te nemen, lijdt men verlies. We mogen nooit vergeten dat wie zijn leven verliest (omwille van Christus), het zal redden (v.24). Verliezen om te winnen. We denken hierbij aan al onze broeders die deze woorden van Jezus vandaag in praktijk brengen, door hun tijd te geven, hun arbeid, hun vermoeidheid, ja zelfs hun leven om hun geloof in Christus niet te verloochenen. Jezus, geeft ons, door bemiddeling van de Heilige Geest, de kracht om verder te gaan op de weg van het geloof en van het getuigenis: doen waarin we geloven; niet het ene zeggen en het andere doen. Op deze weg is Onze-Lieve-Vrouw ons steeds nabij en gaat ons voor: laten we ons door haar bij de hand nemen wanneer we de meest donkere en moeilijke momenten doormaken.
Vertaling uit het Italiaans: Marcel De Pauw msc