Congo-specialist Berwouts blij met steun Belgische bisschoppen
Het regime in Kinshasa staat oog in oog met een woedende bevolking, en de Kerk lijkt de enige instelling te zijn die aan deze woede een constructieve wending kan geven, in functie van geweldloze politieke verandering, zegt Congospecialist Kris Berwouts. Maar hiermee treedt de Kerk buiten haar traditionele corebusiness, buiten haar comfortzone. Ze heeft daarbij steun en begeleiding nodig. Daarom is het recente statement van de Belgische bisschoppen voor de Congolese bisschoppenconferentie – de Conférence épiscopale nationale du Congo (Cenco) – meer dan een hart onder de riem.
Kris Berwouts is onafhankelijk expert nadat hij tevoren jarenlang het Réseau européen pour l’Afrique centrale (EurAc) geleid heeft.
Het institutionele landschap in de Democratische Republiek Congo (RDC) is helemaal verkruimeld. De presidentiële meerderheid heeft bij de bevolking alle krediet verloren omdat ze er niet in geslaagd is de kleptocratie een halt toe te roepen, zegt Berwouts. Maar de oppositie maakt voorlopig ook weinig indruk wegens te verdeeld en geen visie of plan. Ook de nationale civiele maatschappij is een soort kaste van mandarijnen geworden, met veel structuurtjes die voor een groot deel politiek gerecupereerd zijn en dus alle wervende impact op de grote massa hebben verloren.
De Cenco is de enige traditionele institutionele speler die zijn morele leiderschap en mobilisatiekracht bewaard heeft. Kris Berwouts
De kracht van de Congolese katholieke Kerk is dat ze altijd een waarlijk nationale structuur gebleven is, wat allerminst evident is in een land dat zo verdeeld is, aldus Berwouts. Maar daarnaast heeft de Kerk via de parochies ook haar tentakels tot in het hart van de volkswijken en tot in ‘le fin fond’ van Congo’s heuvels en vlaktes. Kris Berwouts kent dat Congo in al zijn diversiteit bijzonder goed. Hij maakte al veldanalyses toen hij voor EurAc werkte en is dat blijven doen, ook sinds hij als onafhankelijk expert actief is voor onder meer de VN en Amnesty International.
Berwouts jongste boek – Congo’s gewelddadige vrede – is nu al een standaardwerk. Amerikaans Congo-specialist Crawford Young
Berwouts publiceerde vorig jaar een merkwaardig boek (Congo’s Violent Peace. Conflict and Struggle Since the Great African War, Londen, ZED Books), dat hij zelf naar het Nederlands vertaalde en actualiseerde – in Congo gebeurt per definitie iets belangrijks in de weken na de publicatie van een nieuw overzichtswerk. Nu is Berwouts’ boek een must voor wie iets wil begrijpen van wat er in Congo aan de hand is, en wel omdat de auteur erin op zoek gaat naar de verschillende oorzaken van de instabiliteit en hoe die op elkaar inspelen.
Verschillende conflictlagen die voortdurend op elkaar inspelen
Er is de ontmanteling van de Congolese staat, een proces dat meteen na de onvoorbereide onafhankelijkheid van Congo werd ingezet en waarbij de kleptocratie rond Joseph Kabila vrijwel dezelfde methodes gebruikt als destijds onder Joseph-Désiré Mobutu. Daarnaast is er de militaire implicatie van verschillende buurlanden, vooral van Rwanda. Bovendien werd in Kigali een Congo Desk opgericht, om vanuit de hoofdstad de exploitatie van grondstoffen in Oost-Congo zo efficiënt mogelijk te organiseren, zo blijkt uit interviews met insiders van het Rwandese regime.
Deze conflictlagen komen bovenop een complexe lokale omgeving, met ingewikkelde land- en identiteitsproblemen. Kris Berwouts
Samen met historici als Jean-Claude Willame of Gilian Mathys toont Berwouts aan hoe de kolonisatie parallel aan het complexe netwerk van diverse maar overlappende traditionele mechanismen om het land te beheersen, een formeel statutair stelsel van grondbezit introduceerde, waarin land in toenemende mate een verkoopbaar goed werd. Dat stond haaks op de wijze waarop land ervaren en behandeld werd door de mensen die erop leefden. Daarnaast heeft Mobutu’s nieuwe wet op de nationaliteit – ingevoerd in 1972 en opnieuw gewijzigd in 1981, een funeste rol gespeeld.
De herziening van de wet op de nationaliteit sneed de Banyarwanda af van de Zaïrese politieke elite en maakte het hen moeilijker om land te verwerven.
Met een casestudy rond de chefferies van Uvira en de slachtpartij in Mutarule op 6 juni 2014, geeft Berwouts aan hoeveel conflictdimensies in Oost-Congo naast elkaar bestaan en er samenkomen: land en identiteit, een explosieve cohabitation van ‘autochtone’ en ‘buitenlandse’ gemeenschappen, de gewapende groepen en de mislukte pogingen om een verenigd, performant en gedisciplineerd leger te creëren en ten slotte een niet-operationele lokale administratie die botst op gecontesteerde gewoonterechtelijke autoriteiten.
Het Silvesterakkoord was belangrijk, omdat alle partijen concessies hadden moeten doen. Kris Berwouts
De bisschoppen hebben zich een jaar geleden al met de politieke situatie ingelaten, wat op 31 december 2016 tot het Silvesterakkoord leidde, waarbij werd afgesproken dat Joseph Kabila de transitieregering leidde en eind vorig jaar de macht zou overdragen aan een verkozen opvolger. Het akkoord lastte een periode van rust in, zegt Berwouts. Het was bovendien een volledig Congolees akkoord, gefaciliteerd door misschien de laatste traditionele institutionele speler die een groot deel van zijn morele autoriteit behouden had. Daarom is het belangrijk dat de Cenco die rol niet loslaat en daarin gesteund wordt.
Kris Berwouts, Congo’s gewelddadige vrede, Antwerpen-Berchem, EPO, 2017, 223 pagina’s, 22,50 euro.