Het doopsel vraagt een persoonlijk antwoord geen knip- & plakwerk
Geliefde broers en zussen, goedendag!
In deze paastijd gaan we door met de catechese over het doopsel. De betekenis van het doopsel komt helder aan het licht in de viering ervan. Daarom gaat daarnaar onze aandacht. De genade en de draagwijdte van dit sacrament kunnen we afleiden uit de gebaren en de woorden van de liturgie. Iets om altijd opnieuw te ontdekken. De herinnering hieraan leeft voort in de besprenkeling met wijwater bij het begin van de zondagsmis en ook in de hernieuwing van de doopbeloften in de paasnachtwake. Immers, wat in de viering van het doopsel gebeurt, brengt een spirituele dynamiek op gang die heel het leven van de gedoopten doordringt. Het is een groeiproces dat in staat stelt om verbonden met Christus in de Kerk te leven. Om deze reden helpt de terugkeer naar de bron van christelijk leven ons beter de gave te verstaan die we op de dag van ons doopsel hebben ontvangen en helpt ons ook de inzet te vernieuwen om eraan te beantwoorden in de levensomstandigheden die we nu meemaken. Ons engagement hernieuwen, beter de gave van het doopsel verstaan, betekent ook de dag van ons doopsel in herinnering houden. Vorige woensdag heb ik aan ieder van jullie gevraagd huiswerk te maken door na te gaan welke de dag van je doopsel is. Ik weet dat sommige van jullie het weten, anderen niet. Dat diegenen die het nog niet weten verder vragen aan familieleden, aan peter of meter. Vraag: Wat is de datum van mijn doopsel?.
Het doopsel is een nieuwgeboorte en daarom is het als een tweede verjaardag.
Begrepen? Dit huiswerk maken door te vragen: Wat is de datum van mijn doopsel?
De naamgeving
In de openingsritus wordt de naam van de dopeling gevraagd omdat de naam de identiteit weergeeft van een persoon. Wanneer we onszelf voorstellen, gebruiken we meteen onze naam: Ik heet … Zo treden we uit de anonimiteit. Anoniem is wat geen naam heeft. Om uit de anonimiteit te treden, gebruiken we meteen onze naam. Zonder naam blijft men onbekend, zonder rechten en plichten.
God roept ieder bij naam, omdat Hij ieder van ons afzonderlijk bemint, met de concreetheid van ons verhaal.
Het doopsel is een persoonlijke roeping om als christen te leven en ontplooit zich gedurende het hele leven. Ze veronderstelt een persoonlijk antwoord, niet geleend, geen knip- en plakwerk. Het christelijke leven is eigenlijk een weefsel van roepingen en antwoorden. In de loop der jaren blijft God onze naam gebruiken om op ontelbare wijzen zijn roeping te vertolken om aan zijn Zoon Jezus gelijkvormig te worden. De naam is dus belangrijk! Zeer belangrijk!
Ouders denken al aan een naam vóór de geboorte van hun kind. Het maakt deel uit van de verwachting van het kind.
Want de eigen naam zal uitdrukking zijn van de originele identiteit, ook voor het christelijk leven verbonden met God.
De gave van het geloof
Zeker, christen worden is een gave uit den hoge (cf. Joh 3,3-8). Geloof kan je niet kopen, maar vragen wel en als gave ontvangen zeker. Heer schenk mij de gave van het geloof is een mooi gebed! Dat ik het geloof mag ontvangen is een mooi gebed. Als gave vragen, maar kopen niet. Het wordt gevraagd. Immers, het doopsel (is) vóór alles het sacrament van het geloof, waardoor de mens – verlicht door de genade van de Heilige Geest – het Evangelie van Christus beaamt. (Orde van dienst voor de liturgie van het kinderdoopsel, 1980. Ten geleide, n. 3, ). Om een oprecht geloof als antwoord op het Evangelie te wekken, is er de vorming van de catechumenen en de voorbereiding van de ouders evenals het horen van het Woord van God in de viering van het doopsel zelf.
Een kruisje geven en leren maken
Volwassen catechumenen vertolken zelf wat zij als gave van de Kerk willen ontvangen. Kindjes worden door ouders en peetouders voorgesteld. Het gesprek met hen drukt de wil uit om de kleinen te dopen en vanwege de Kerk de bedoeling om dat te vieren. Dit alles wordt overigens zinvol uitgedrukt wanneer de priester en de ouders het kind op het voorhoofd een kruisje geven. (Orde van dienst voor de liturgie van het kinderdoopsel, 1980. Het doopsel van kinderen, n. 16). Het kruisteken, waarmee de viering begint, drukt het stempel van Christus op degene die Hem zal toebehoren, en duidt de genade van de verlossing aan die Christus door zijn kruis voor ons heeft verworven. (Katechismus van de Katholieke Kerk (KKK), 1235). In de liturgie tekenen we de kindjes met het kruisteken. Hier wil ik terugkomen op een onderwerp waarover ik het reeds had. Zijn onze kinderen in staat het kruisteken behoorlijk te maken? Vaak heb ik gezien dat kinderen niet weten hoe het kruisteken te maken.
Jullie, ouders, grootouders, peters en meters moeten de kinderen leren het kruisteken goed te maken. Het is immers herhalen wat bij het doopsel werd gedaan.
Verstaan jullie dat? De kinderen leren het kruisteken goed te maken. Als ze het als kinderen leren, zullen het later, als groten, ook goed doen.
Onder het teken van het kruis
Het kruis is het onderscheidingsteken dat toont wie we zijn. Ons spreken, denken, kijken, werken staat onder het teken van het kruis, onder het teken van de liefde van Jezus tot het einde toe. Kindjes worden op het voorhoofd getekend. Volwassen catechumenen worden ook op hun zintuigen getekend en wel met deze woorden: Ontvang het teken van het kruis op je oren om de stem van de Heer te aanhoren; op je ogen om de glans van Gods gelaat te aanschouwen; op je mond om te antwoorden op het woord van God; op je borst, opdat Christus door het geloof in je hart mag wonen; op je schouders om het zachte juk van Christus te dragen (Ritus van de christelijke initiatie der volwassenen, n. 85). Christenen worden we in de mate dat het kruis in ons aanwezig is als een kenteken van Pasen (cf. Apk 14,1; 22,4), waardoor, ook uiterlijk, de christelijke levenswijze zichtbaar wordt.
Het kruisteken maken wanneer we ontwaken, vóór de maaltijden, in gevaar, als bezwering van het kwaad, alvorens in te slapen, betekent: aan onszelf en aan wie wij toebehoren duidelijk maken wie wij willen zijn.
Daarom is het zo belangrijk aan kindjes te leren het kruisteken behoorlijk te maken. En zoals we het doen bij het binnenkomen in het kerkgebouw, zo kunnen we het ook thuis doen. Een kleine hoeveelheid wijwater volstaat – sommige gezinnen doen dat – om, wanneer we weggaan of thuiskomen, het kruisteken met gewijd water te maken, gedenkend dat we gedoopten zijn. Ik herhaal nogmaals, niet vergeten de kindjes te leren het kruisteken behoorlijk te maken.
Vertaling uit het Italiaans: Marcel De Pauw msc